Montasser AlDe'emeh
Dagboek bij de Belgische Syriëstrijders: ‘We leefden nog in de realiteit van Brussel’
‘Het is duidelijk dat de term Syriëstrijders achterhaald is. Geen enkele Belgische strijder erkent Syrië als staat.’ Aflevering zes van het dagboek van Montasser AlDe’emeh bij de Belgische strijders in Syrië.
Jihad-expert Montasser AlDe’emeh (KUL & UA) trok in de voetsporen van de Belgische Syriëstrijders naar het front. Hij spreekt er met jonge jihadi’s en hun leiders. Exclusief voor Knack.be houdt hij hierover een dagboek bij. Lees zijn vorige bijdragen.
Fase 1: Belgische strijders zijn nog zoekende
De overgrote meerderheid van de Belgische en Nederlandse Syriëstrijders sloten zich bij aankomst aan bij de Mujahidin Shura Raad. Sommigen vochten aan de zijde van Jaysh al-Muhajirin wa l-Ansar, anderen bij het aan al-Qaeda gelieerde an-Nusra Front.
De Mujahidin Shura Raad stond onder leiding van emir Abu l-Athir. Aanvankelijk was Abu l-Athir emir van de militie Usud as-Sunna in Homs, maar toen zijn broer sneuvelde, ging hij naar Aleppo. Hij richtte er de Mujahidin Shura Raad op. Verschillende nationaliteiten waren actief bij deze groepering, waaronder ongeveer 70 Belgen en 60 Nederlanders.
‘Abu l-Athir heeft ons gebruikt om zijn macht te vergroten. We moesten ons eten zelf betalen. De oorlogsbuit werd niet verdeeld. Onze wapens hadden we zelf moeten kopen. De eerste zes maanden mochten we slechts een keer per week naar buiten. Hij wou ons weghouden van de realiteit. Toen we in Syrië aankwamen leefden we in een huis met slechts drie kamers. Een kamer voor de mannen, een voor de vrouwen en een woonkamer. Elke dag mocht een ander gezin in de woonkamer verblijven. Getrouwde strijders kregen geen extra geld. Ook bleef Abu l-Athir de komst van onze vrouwen naar Syrië uitstellen. Belgische en Nederlandse vrouwen mochten hun man niet achterna reizen. Eerst zei hij dat ze na het slagveld bij Sheikh Suleiman (december 2012) mochten komen. Daarna was hij van mening dat ze beter na het slagveld bij Khan Toman (maart 2013) kwamen. Na het slagveld veranderde hij zijn mening opnieuw door te zeggen dat onze vrouwen beter na de bevrijding van heel Aleppo kwamen. Toen we hem vroegen waarom onze vrouwen niet mochten komen, zei hij dat we blijkbaar nog in de realiteit van Brussel leefden. Uiteindelijk begonnen de eerste vrouwen in april 2013 te komen. Hij gaf ook niet echt om de gewonden. Enkele mannen keerden terug naar België door de slechte behandeling. Emir Abu l-Athir vocht met ons mee. Dat vonden we wel goed’, aldus een Antwerpse Syriëstrijder.
Sommige Belgen sloten zich aan bij Jaysh al-Muhajirin wa l-Ansar. Volgens een Belgische strijder vochten er ongeveer 20 Belgen bij de organisatie. Jaysh al-Muhajirin wa l-Ansar stond onder leiding van ‘Umar ash-Shishani (‘Umar de Tsjetsjeen).
Fase 2: ISIS of al-Qaeda
In die periode was de tak van al-Qaeda actief in Syrië. Het an-Nusra Front werd opgericht om Assad te bestrijden. De tak van al-Qaeda in Irak, beter bekend als de Islamitische Staat in Irak (ISI), begon zich te roeren. Abu Bakr al-Baghdadi, de leider van ISI wou zijn invloed uitbreiden en besloot zich uit de bevelstructuur van al-Qaeda los te rukken. Hij stuurde zijn strijders naar Syrië. De Islamitische Staat in Irak (ISI) werd de Islamitische Staat in Irak en Groot-Syrië (ISIS).
ISIS eiste dat alle jihadisten in Syrië de eed van trouw aan Abu Bakr al-Baghdadi moesten zweren. Volgens Belgische en Nederlandse strijders van het an-Nusra Front verspreidde ISIS leugens om de jihadisten aan hun zijde te krijgen. ‘Ze hadden ons wijsgemaakt dat al-Zawahiri, de leider van al-Qaeda het bevel gaf aan Abu Bakr al-Baghdadi om zijn invloedsgebied uit te breiden. Een keiharde leugen’, aldus een Belgische strijder.
Abu Bakr al-Baghdadi eiste dat het an-Nusra Front zich onmiddellijk moest samenvoegen met het leger van ISIS. Abu Muhammad al-Julani, de leider van het an-Nusra Front weigerde. Al-Zawahiri gaf het bevel dat ISIS zich uit Syrië moest terugtrekken. Abu Bakr al-Baghdadi weigerde waardoor de breuk met al-Zawahiri en al-Qaeda een feit was.
De Mujahidin Shura Raad en Jaysh al-Muhajirin wa l-Ansar plaatsten hun strijders onder het commando van al-Baghdadi waardoor bijna alle Belgen en Nederlanders in Syrië ISIS-strijders werden.
Sommige Belgen en Nederlanders bleven trouw aan al-Qaeda en sloten zich bij het an-Nusra Front aan. Toch bleven de meeste Belgen en Nederlanders bij ISIS. Na het uitroepen van het kalifaat noemt ISIS zichzelf de Islamitische Staat (IS).
Fase 3: Belgische kalifaatstrijders vs emiraatstrijders
Na het uitroepen van het kalifaat werd Abu Bakr al-Baghdadi de meest prominente jihadist. De Islamitische Staat won aan prestige bij buitenlandse potentiële jihadisten die van actie houden. IS doet er echt alles aan om de globale jihadbeweging te domineren. Belgische IS-strijders zien het als een grote eer om kalifaatstrijders te zijn.
‘Het an-Nusra Front is niet goed. Ze vechten samen met het Vrije Syrische Leger. Ik was vroeger een strijder bij het an-Nusra Front. Heel veel Belgen en Nederlanders hebben de organisatie verlaten. Het an-Nusra Front werkt samen met Democraten en ‘afvallige’ moslims. Dat grote jihad-ideologen hen steunen is voor mij geen bewijs dat ze de waarheid volgen. De jihad-ideologen zijn hier niet. Ze hebben weinig kennis van de realiteit’, aldus een Belgische IS-strijder in Raqqa.
Het an-Nusra Front is op dit moment de uitroeping van een emiraat in Syrië aan het voorbereiden. De Belgische strijders bij deze groepering wachten af. Binnenkort zullen ze vechten voor hun emiraat in Syrië.
Het is duidelijk dat de term Syriëstrijders achterhaald is. Geen enkele Belgische strijder erkent Syrië als staat. Ze erkennen de koloniale grenzen van de Britten en de Fransen niet. De Belgische IS-strijders vechten voor het grensoverschrijdende kalifaat. De Belgen bij het an-Nusra Front daarentegen vechten voorlopig nog voor een emiraat in Syrië.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier