Cuba na Fidel Castro: ‘Ik voel me een gevangene in mijn eigen land’

Ernesto Rodriguez Amari
Ernesto Rodriguez Amari Journalist en politicoloog

‘Mijn ouders weten dat ik mij prostitueer. Ze vinden het vreselijk, maar anders hebben we niet genoeg geld om rond te komen.’ Aan het woord is Arianna, een Cubaanse van 26 jaar. Met haar master pedagogie verdient ze zo’n 30 dollar per maand. Een paar schoenen kost er 50. Een beeld van het Cuba dat Fidel Castro achterlaat van Knack-medewerker Ernesto Rodriguez Amari.

Het overlijden van Fidel Castro roept bij aanhangers sterke emoties op. Zijn bevlogen speeches en zijn sterke persoonlijkheid dwongen respect af. De Cubanen werden door Fidel Castro bevrijd van hun oude dictator Batista.

Castro onttrok Cuba verder van het kapitalisme. Hij slaagde er ook in gezondheidszorg en onderwijs voor de hele bevolking beschikbaar te maken. Cuba werd een gidsland voor vele Latijns-Amerikaanse landen en latino’s koesterden de hoop op een gelijkaardige revolutie in hun land.

Je ziet niet veel politie op straat, maar iedereen zwijgt meteen als er politieke vragen worden gesteld.

Uiteindelijk bleek de droom niet meer dan een illusie. Cubanen leven vandaag meer dan ooit in een kooi. Hun vrijheid wordt enorm beperkt. De inlichtingendiensten controleren het doen en laten van iedereen. Je ziet niet veel politie op straat, maar iedereen zwijgt meteen als er politieke vragen worden gesteld. In elke wijk zijn ‘comités de defensa de la revolución (CDR)’ opgericht, eenheden van burgers die ‘de revolutie bewaken’.

Al bij de aankomst op de luchthaven word ik als Ecuadoriaan door de douane en militaire politie veel harder aangepakt dan mijn medepassagiers uit Europa. In België werd ik nog nooit zo behandeld door de politie. Ik werd in Cuba gediscrimineerd door mensen die net als ik Spaans spreken en dezelfde Latijns-Amerikaanse roots hebben. Veel sterker dan in Europa voel ik me hier ‘de andere’.

In Havana rijden er bijna uitsluitend oldtimers. Hier in België is zo'n voertuig een luxeproduct, daar een noodzakelijk kwaad.
In Havana rijden er bijna uitsluitend oldtimers. Hier in België is zo’n voertuig een luxeproduct, daar een noodzakelijk kwaad.© Jesus Ernesto Rodriguez

In Havana verwelkomt hoteleigenaar Juan Carlos me. Hij ziet er me een verstandig man uit. Hij spreekt vloeiend Engels, ik vraag wat hij gestudeerd heeft. ‘Ik heb een masterdiploma burgerlijk ingenieur. Ik studeerde aan de Universiteit van Havana. Ik werkte voor een overheidsbedrijf en verdiende ongeveer 80 dollar per maand. Ik was één van de gelukkigen, want dit is een van de hoogst mogelijke lonen voor een gewone Cubaan.’ Enkel Cubanen met politieke connecties krijgen beter betaalde jobs.

Wie een doctoraat behaalt, ziet zijn loon stijgen met zo’n 10 dollar per maand.

Cubanen genieten van goedkoop en degelijk onderwijs, maar hun loon is vaak niet afdoende om in de basisnoden van een familie te voorzien. Zelfs mensen die een doctoraat behalen, zien hun loon maar met zo’n 10 dollar per maand stijgen.

Juan Carlos is eigenaar van het hotel, maar het gebouw is van de overheid. Hij moet zeer hoge belastingen betalen op zijn inkomsten. Het valt me op dat er in het hotel enorm veel camera’s hangen. Havana is nochtans geen bijzonder gevaarlijke stad. ‘De camera’s worden door de overheid geleverd en ik moet op het einde van elke maand de opnames inleveren. Ik moet ook het gastenregister doorgeven. Hiermee controleert de overheid wie waar en wanneer in de hotels logeert.’

‘Het bezoek van Obama (maart 2016, nvdr) heeft de wereld misschien de indruk gegeven dat Raul Castro een meer open beleid voert,’ zo gaat Juan Carlos verder. ‘En het klopt dat we ondertussen een eigen zaak kunnen starten, maar alleen in overleg met de overheid. Wij, Cubanen, worden nog steeds sterk gecontroleerd.’

Na de implosie van de Sovjet-Unie voelden de Cubanen de gevolgen van het economisch embargo harder dan voordien. Er volgde een tekort aan basisvoorzieningen wat het ontstaan van de zwarte markt in de hand hielp. Zo goed als elke Cubaan koopt en verkoopt vandaag op de zwarte markt. ‘Vanaf het moment dat Cuba en Venezuela toenadering tot elkaar hadden gevonden, verbeterde de situatie.’ Aldus taxichauffeur Danilo. ‘Ook de benzine werd een stuk goedkoper, maar sinds de recessie in Venezuela, is de prijs opnieuw enorm gestegen.’ Nu begrijp ik meteen ook waarom Danilo me voor de taxirit zoveel aanrekent.

In Havana rijden er bijna uitsluitend oldtimers. Hier in België is zo’n voertuig een luxeproduct, daar een noodzakelijk kwaad. Alleen leden van het politieke bureau die behoren tot de entourage van de gebroeders Castro rijden in nieuwe automodellen rond. De stank en de uitlaatgassen van de oude wagens vervuilen de lucht boven Havana.

Ook de koloniale huizen in het oude stadscentrum zijn nagenoeg compleet afgetakeld. Geld voor renovatiewerken is er niet. Er heerst een tekort aan drinkbaar water, elektriciteit is slechts enkele uren per dag aanwezig in de stad.

De koloniale huizen in het oude stadscentrum zijn nagenoeg compleet afgetakeld.
De koloniale huizen in het oude stadscentrum zijn nagenoeg compleet afgetakeld.© Jesus Ernesto Rodriguez

Jonge meisjes tussen 15 en 18 jaar oud spreken me aan. Ze vragen of ik interesse heb om later op de dag met hen af te spreken. De overheid probeert toeristen zo ver mogelijk van dit deel van de stad weg te houden door op andere plaatsen toeristische trekpleisters uit de grond te stampen.

Het regime van Fidel Castro zorgde er steevast voor dat Cubanen zeer weinig over de wereld te weten kwamen.

Wat later passeer ik een plein waar tientallen mensen op hun smartphone staan te tokkelen. Nog maar zeer recent hebben Cubanen op enkele plaatsen in de stad toegang tot het internet. Eindelijk kunnen ze contacten leggen met de vele familieleden die weggevlucht zijn uit het land. Velen onder hen hadden jarenlang geen contact. Niet alleen het contact met vervreemde familie is een verademing, geleidelijk aan krijgen Cubanen ook meer zicht op wat er zich in de wereld afspeelt. Het regime van Fidel Castro zorgde er steevast voor dat Cubanen zeer weinig over de wereld te weten kwamen. Er werd aan de Cubanen verteld dat er overal in de wereld oorlog was en dat ze blij mochten zijn in een veilig land te leven. Door een totale controle op radio en televisie kon het regime dit soort mythes lange tijd in stand houden.

In een restaurant ontmoet ik gids Andy. Hij heeft net een groep toeristen rondgeleid en vraagt me of hij naast mij mag komen zitten. Hij ziet er afgepeigerd uit. ‘Het was een zware dag. De toeristen wilden veel bezoeken, maar ik heb bijna geen fooi gekregen.’ Ik trakteer hem op een eenvoudige maaltijd. Andy is hier blij mee en ziet er duidelijk hongerig uit, maar hij vraagt of hij het eten mag meenemen. ‘Ik wil het graag aan mijn kinderen geven. Ik weet niet of ze vandaag al gegeten hebben.’ De vrouw van Andy is leerkracht fysica, maar toch hebben ze samen onvoldoende inkomsten om rond te komen. ‘Vroeger konden we hier op de dijk nog een vislijn uitgooien om vis te vangen, maar nu is ook dat verboden.’ Eten is duur in Cuba. De overheid geeft elke familie een basispakket van rijst, bonen en eieren, maar dat is onvoldoende. Andy vertelt me dat hij spijt heeft dat hij nog in Cuba woont. Tien jaar geleden probeerde hij samen met een groep Cubanen via een boottocht de Verenigde Staten te bereiken. Ze waren nog maar twintig kilometer ver en werden al opgepakt door de politie. ‘Sommige mensen zijn toen uit wanhoop in de zee gesprongen.’ Hij moest vijf jaar de gevangenis in en een boete van enkele duizenden dollars betalen.

Wanneer de avond valt en ik door het stadscentrum loop, word ik aangesproken door pooiers. Vrouwen van alle leeftijden, lengtes, gewicht, en haarkleur worden aangeprijsd. Wanneer ik aan de zoveelste pooier uitleg dat ik geen interesse heb, vraagt die me of ik vijf dollar wil geven om melk voor zijn dochtertje te kopen. In heb de indruk dat dit eerder een smoes is, maar de jongeman laat me weten dat hij me mee wil nemen naar zijn huis om zijn dochtertje te tonen. Ik ga hier niet op in. De volgende dag zie ik dezelfde jongeman. Deze keer biedt hij me de diensten van zijn eigen vrouw aan. Vol walging stap ik een apotheek binnen en koop ik een grote doos melkpoeder.

Later zie ik een prostituee het hotel uitstappen. Ik probeer met haar een gesprek aan te gaan om te weten te komen hoe deze jonge vrouwen in de prostitutie belanden. Arianna gaat akkoord om met mij een koffie te gaan drinken. Ze is duidelijk niet op haar gemak. ‘Sinds Raul Castro president werd, treedt de overheid nog harder op.’ Op prostitutie staan in Cuba zware straffen. Zowel de cliënt, pooier als prostituee riskeren vijf jaar celstraf.

‘Ik ken cardiologen en chirurgen die zich prostitueren om hun familie te onderhouden.’

Arianna is een jonge twintiger. Ze studeerde pedagogie en werkte twee jaar lang als leerkracht. Ze verdiende toen zo’n 30 à 40 dollar per maand. Ze is vrijgezel, maar onderhoudt haar ouders. Ze heeft haar job opgezegd en werkt nu al een jaar als prostituee. Elke dag loopt ze het risico om gearresteerd te worden. Daarnaast gaan vele mannen, vooral Cubanen volgens Arianna, hardhandig met haar om. Ze droomt ervan op een dag verliefd te worden op een toerist zodat ze Cuba kan verlaten. Arianna rondt het gesprek af met de volgende woorden: ‘Guantánamo ligt in Cuba. Iedereen weet hoe de gevangenen daar behandeld worden, maar weinigen weten dat vrouwen in Havana ook in een gevangenis leven. Ik ken cardiologen en chirurgen die zich prostitueren om hun familie te onderhouden. Zelfs een arts verdient maximum zo’n 80 dollar per maand. Ik voel me een gevangene in m’n eigen land. Ik kijk uit naar de dag dat ik hier kan vertrekken.’

In de laatste maanden van Cuba onder Raul én Fidel Castro had ik verwacht en gehoopt nog enkele romantische spatten van de revolutie te kunnen capteren, maar ik vond niets anders terug dan verhalen van mensen die standhouden onder een dictatuur. In geen enkel land ter wereld heb ik mensen zo zien hunkeren naar geld. Cuba is in verval. Een kapitalistische injectie en meer vrijheid kan een wereld van verschil maken. Vele Cubanen zijn ondernemend en hoog opgeleid. Het enige wat ze nu nog nodig hebben, is ademruimte.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content