Sus van Elzen

‘Chinezen wordt al van kleins af bijgebracht om niet transparant te zijn’

Sus van Elzen Sus van Elzen is journalist en auteur

Journalist Sus Van Elzen is op doorreis in China. Voor Knack.be houdt hij een blog bij waarin hij voorbij het nieuws van de dag kijkt. Vandaag stelt hij scherp op het werk van fotograaf en installatie-kunstenaar Gao Bo.

Gao Bo lacht altijd. Des te meer valt het op als hij niet lacht. Hij is fotograaf en ‘uit de fotografie ontsnappend’ installatie-kunstenaar, of hoe je het wil noemen. Geboren in 1964 in de provincie Sichuan, op tijd om als kleine jongen nog een pak Culturele Revolutie (1966-1976) bewust te hebben meegemaakt. In 1989 was hij in Peking tijdens het Tiananmen-drama. Daarna zal hij naar Parijs gegaan zijn, vanwaar hij onder meer het Frans van Frankrijk terug naar huis meebracht.

Zoiets vraag je niet aan een Chinees,‘ lachte hij, jaren geleden, op een vraag die minder discreet was uitgevallen. Er zijn drie dingen waarover je een Chinees niet moet aanspreken, legde hij toen uit. Dat waren de Culturele Revolutie, het gebeuren op Tiananmen in juni 1989, en de regeringspolitiek meer in het algemeen. ‘Chinezen zijn niet transparant. Onthou dat: Chinezen wordt van kleins af bijgebracht niet transparant te zijn’, zei hij.

We maakten een afspraak voor het volgende jaar. Zo begon onze trage, jaarlijkse, conversatie die nu zeven jaar duurt.

‘Chinezen wordt al van kleins af bijgebracht om niet transparant te zijn’

Tussen 1985 en 1995 bereisde Gao Bo Tibet. Dat grenst aan Sichuan, waar ook veel Tibetanen wonen. De uiteindelijke oogst van zijn reizen zou bestaan uit 148 toch al onvergetelijke zwart-wit foto’s. Daar kon hij tevreden mee geweest zijn, maar dat was hij niet. Hij vindt dat je werk de tijd moet geven om te evolueren. Als je die tijd hebt. Hij werkt traag. In 2009 ging hij terug naar Tibet, samen met Tibetanen zijn foto’s bewerken. Schrift vooral. Men zal Gao Bo geen onvertogen woord over de politieke situatie in Tibet of over Chinese bezetting horen zeggen. Het enige criterium voor kunst, en dus voor foto’s, zegt hij, is esthetiek. Toch zijn de meeste Tibetanen op die foto’s boeddhistische monniken, veel ervan zijn genomen in tempels.

Een bewerkte Tibet-foto.
Een bewerkte Tibet-foto. “Sketch portrait Tibet 1996”.© Gao Bo / Boart

Nu komt Gao Bo met zijn werk naar Europa. Er komt een grote tentoonstelling in Parijs in februari, “Les Offrandes. Een tweede tentoonstelling wordt voorbereid in Tourcoing, later. Het grote fotoboek met de 148 Tibetaanse foto’s is verschenen. Een soort catalogus in vier delen, Gao Bo Vol. 1-4, hoort bij “Les Offrandes. De maquette ervan bracht hij mee naar de cafetaria van CAFA, de academie voor schone kunsten in Peking, waar we onze conversatie verderzetten.

De tentoonstelling is het resultaat van zestien jaar werk. Intussen is hij — elders — een jaar aan het schrijven geweest. ‘Ik weet niet of dat zo direct in China kan uitgegeven worden’, zegt hij. Hij probeerde, dat had Gao Bo me enkele jaren eerder al verteld, een antwoord te schrijven op de vragen die hij zich nu zou stellen als tienjarig jongetje. Wat met die Culturele Revolutie. Met die executies?

‘Je bent minder gevoelig geworden voor zo’n dingen’, zegt hij. ‘Je ben groot nu en je zegt, we zullen later wel zien. Je hebt geen zin meer om de dingen te forceren. De grootste revolutie vindt plaats in jezelf, als je voor die vragen komt te staan. En ja, er is een revolutie nodig, maar waar? En waarom? Je verwacht geen onmiddellijke resultaten meer; je bent niet wanhopig. Daar zijn wel duizend redenen voor.’

Solidariteit in China

Toen hij enkele jaren geleden uiteindelijk toch vertelde over Tiananmen in die junidagen van 1989, waar hij inderdaad bij was en foto’s maakte, vroeg ik hem of hij toen niet verschrikkelijk boos geworden was. Maar nee, zei hij toen, het was een fantastisch, vreugdevol gevoel geweest: voor de allereerste keer had hij gezien dat solidariteit in China mogelijk was. Dat was een geweldige ontdekking.

Gao Bo bij de onthulling van zijn Tibet-boek: iets teruggeven aan de Tibetanen.
Gao Bo bij de onthulling van zijn Tibet-boek: iets teruggeven aan de Tibetanen. © Gao Bo / Boart

Het werk, afgezien van de Tibetaanse foto’s, bestaat uit installaties waar beschilderde panelen, vaak in tinten van grijs, in combinatie met foto’s en uiteenlopende voorwerpen, constateren hoe de wereld naar de verdommenis gaat. Hoe oude cultuur verdwijnt, wouden sterven, diersoorten verdwijnen, en hoe dat allemaal zichtbaar is in, bijvoorbeeld, Tibet.

‘In mijn werk zit de politiek slechts als een algemeen thema. Het is nooit aan de actualiteit gebonden. De overheid begrijpt de boodschap wel, maar voelt er zich niet door gestoord. Kunst komt in veel soorten. Je hebt kunst als slogans, dat is ook goed, maar dat is mijn geval niet. Bij mij is kunst ook niet iets om te begrijpen.’

Zo kan Gao Bo Samuel Beckett in een roeibootje op een vijver zetten, en wij mogen raden naar de betekenis ervan.

In een eedere ontmoeting had hij zich afgevraagd wat presidentXi Jingping nu van plan is. Wil die iets nieuws proberen? ‘We zullen wel zien, met de heersende politieke en sociale moeilijkheden zal dat niet evident zijn. Maar voor ons, die de jaren zestig hebben meegemaakt… Voor mij zijn dit de mooiste jaren van mijn leven. Dat moet je wel beseffen. We zijn helemaal omkaderd, maar voor het eerst kunnen we zelf, op ons eentje, een keuze maken. En daarna kunnen we de tijd nemen om die keuze te ontwikkelen. De middelen daarvoor zijn beschikbaar, wat kan een kunstenaar meer wensen? Ik heb geen functies; ik ben geen lid van de partij, ik heb geen rijke familie… Het is belangrijk tevreden te kunnen zijn.Zo staat het in de Tao te king., het boek van Lao zi.’

'Je hebt de tijd, en je hebt de middelen, wat zou je nog meer willen?'
‘Je hebt de tijd, en je hebt de middelen, wat zou je nog meer willen?’© Maria Fialho

Een kunstenaar moet volgens hem een waarde opbouwen in zijn leven. De samenleving zal dat niet voor hem doen. Essentieel is dat de kunstenaar zich niet laat meeslepen in een -goede of slechte- beweging, of door een museum. Wij leven nu, na dertig jaar, in een spektakelmaatschappij, we moeten overeen komen met onze vijanden, in de middenklasse. Eerlijk moet de kunstenaar tegenover zijn werk zijn.

Censuur

De censuur komt af en toe wel kijken, dan vraagt die iets te veranderen. Een onheus Mao-portret uit een reeks halen. Dan doet hij dat, en in plaats van Mao prijkt daar dan een wazige, als uitgewiste figuur tussen de portretten. ‘Het doet niet af aan het werk, de sporen zijn zichtbaar, en wie goed kijkt merkt wel dat daar iets niet klopt.’

Hij maakte ook een reeks foto’s van ter dood veroordeelden. Dat werk is niet af. ‘Dan wil ik meer weten over die mensen. Misschien vind ik niets, of slechts sporen, van hen, van hun familie? Je weet het niet. Dat is mijn manier van werken, alles verandert met de tijd, zoals wanneer je een, ui pelt. Je moet de tijd de tijd geven. Als je de tijd hebt.’ Hij lacht.

‘Je bent natuurlijk nooit tevreden over je tijd, of over je werk. Dàt helpt de zaak vooruit’, zegt hij.

‘Er zijn grote kunstenaars zoals Kafka, die schreven in vredestijd. Maar hij was niet tevreden. Of Mahler; of Shostakovich. Mensen in de kunst hebben verschillende stemmen, luide, zachte. Ik heb eerder een zacht stemmetje. ik steek mijn energie liever in het echte werk. Dat is geen project: ik functioneer zo, op mijn gevoel. Waar dat toe leidt… Je moet altijd naar het einde kijken. Goya, op het einde van zijn loopbaan, was de grootste schilder van allemaal. Die begon met portretten maken voor de bourgeoisie en de kerk. Hoeveel slechte schilderijen ik niet van Goya gezien heb!’

Maar op het einde, de grootste.

Sus van Elzen

De tentoonstelling GAO BO: Les Offrandes, loopt van 8 februari tot 9 april 2017 in het Maison Européenne de la Photographie in Parijs.

De boeken Gao Bo Vol.1-4 en Tibet 1985-1995 Photographs by Gao Bo

zijn uitgegeven door Artron, Contrasto en La Maison Européenne de la Photographie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content