Chinese president Xi Jinping wil hoge inkomens aanpassen

Xi Jinping op 1 juli 2021. © Getty Images

De Chinese president Xi Jinping zet in zijn toespraken steeds meer in op de communistische mantra ‘gemeenschappelijke welvaart’. Dit jaar gebruikte hij de zinsnede al 65 keer tijdens speeches en vergaderingen, tegenover 30 keer in heel 2020. Tijdens Xi’s eerste acht jaar aan de macht, kwam de term maar sporadisch aan bod.

Het was Mao Zedong die op de proppen kwam met ‘gemeenschappelijke welvaart’ als term om het streven naar een egalitaire samenleving van de Communistische Partij te weerspiegelen. De term deemsterde weg onder partijleider Deng Xiaoping, die de nadruk verlegde naar de ontwikkeling van een Chinese economie waarin ‘sommige mensen eerst rijk worden’, waarna algemene welvaart zou volgen.

Momenteel verdient de rijkste 20 procent van de Chinezen tien keer meer dan de armste 20 procent, een kloof die sinds 2015 bestaat. China rekent een derde van zijn bevolking, ofwel zowat 400 miljoen mensen, tot de middenklasse met een jaarlijks huishoudinkomen van 100.000 tot 500.000 yuan (13.150 tot 65.750 euro).

Meer dan 600 miljoen Chinezen moeten het nog met een maandinkomen van amper 1.000 yuan (130 euro) stellen.

Vorige week liet de regering al weten een punt achter de welvaartskloof te willen zetten. Het hoogste comité voor economische en financiële zaken beloofde dinsdag onder meer om ‘hoge inkomens op een redelijke wijze aan te passen’ en filantropie aan te moedigen. De leden beloofden een beleid van ‘belastingen, sociale zekerheid en herverdeling’ te voeren en illegale en ‘onredelijke’ inkomens aan te pakken.

De Communistische Partij gaat wel voor een aanpak met ‘geleidelijke vooruitgang’.

Vorig jaar beloofde Xi om tegen 2035 een ‘substantiëlere vooruitgang wat betreft gemeenschappelijke welvaart’ te boeken.

Partner Content