China doet er alles aan om geen ‘verwijfd land’ te worden

© SARAH YU ZEEBROEK
Catherine Vuylsteke
Catherine Vuylsteke Journalist, auteur, filmmaker en sinoloog

In een poging geen ‘verwijfd land’ te worden gaat de Chinese overheid de strijd aan tegen jongens met make-up en andere invloeden ‘van de CIA’. Voor #MeToo is er weinig plaats.

Gek toch. Over China’s steile opkomst, economische kansen en politieke gevaren zijn bibliotheken volgeschreven. Maar over de mannelijkheid van bijna één wereldburger op de tien bestaat nauwelijks literatuur. ‘Genderstudies zijn relatief nieuw, en ook in China focusten ze aanvankelijk vooral op vrouwen’, legt Chinaspecialist Derek Hird, professor aan de universiteit van Lancaster uit. ‘Pas het jongste decennium kwam er ruime aandacht voor mannelijkheid. Alleen als ‘s lands leiders opmerkelijke beslissingen nemen, haalt dat de media.’

Hird verwijst daarmee naar de recente hetze tegen de ontzettend populaire xiao xian rou, ofte ‘klein vers vlees.’ Cleane jongens in strakke outfits, met glad haar, een romig gezicht, lipstick en tonnen make-up. Of zoals Peking het noemt: een ‘schadelijke mietjescultuur die verdelgd moet worden, zoals de vier pesten – ratten, bedwantsen, vliegen en muggen.’

Veel jongemannen dragen make-up, maar dat betekent niet dat ze homo- of biseksueel zijn. Ze willen net in de smaak vallen bij meisjes.

Geng Song, professor genderstudies, Hongkong

‘De term klein vers vlees is ontstaan bij Lu Han en Kris Wu’, vertelt professor Geng Song, een Pekinees die een kwarteeuw geleden naar Hongkong verkaste en sindsdien verschillende boeken schreef over Chinese mannelijkheid. ‘De leden van de K-pop-band EXO kwamen in 2014 terug uit Zuid-Korea en lanceerden succesvolle carrières in China, als zanger, acteur of model. Toen Lu Han in 2018 reclame maakte voor KFC, noemden zijn vrouwelijke fans hem xia xian rou.’ Sindsdien is Lu’s populariteit nog toegenomen en regent het reclamecontracten. Dat geeft aan hoe belangrijk de kapitaalkrachtige, jonge, vrouwelijke consument wel is in de Chinese markt. ‘Wat vooral opvalt,‘ schrijft de Israëlische onderzoeker Nimrod Baranovitch, ‘is dat mannen nu – voor de eerste keer in de Chinese geschiedenis – een goed zijn geworden, bedoeld voor vrouwelijke consumptie.’

Xiao xian rou-sterren worden vaak ingezet bij reclame voor verzorgingsproducten en make-up. Je ziet ze bij L’Occitane, Lancôme en L’Oréal. Song: ‘Dat hoeft niet te verbazen: de Chinese schoonheidsindustrie is het vijfde belangrijkste consumptiesegment, na vastgoed, auto’s, kledij en horeca. Veel stedelijke jongemannen uit de middenklasse dragen make-up, maar dat betekent geenszins dat ze homo- of biseksueel zijn. Wel integendeel, uit mijn onderzoek in Zuid-China blijkt dat ze bovenal in de smaak willen vallen bij meisjes.’

BLOEMENJONGENS

Eigenlijk is ‘klein vers vlees’ nieuw noch Chinees. De Australisch-Koreaanse onderzoekster Sun Jung had het in 2010 al over ‘Pan-Oost-Aziatische zachte mannelijkheid’, als een ‘versmelting van de traditionele confucianistische mannelijkheidsidealen, de Kkonminam (letterlijk: bloemenjongens) uit de K-pop, de Japanse Bishōnen (letterlijk: mooie jongens) uit het manga-subgenre Yaoi en de geglobaliseerde gang naar metroseksualiteit.’

Het fenomeen vindt zijn oorsprong in het Japan van de jaren zeventig, bij het mangagenre Boys’ Love of BL. Dat focust op de seksuele relaties tussen ongetrouwde, jonge, mooie, feminiene mannen. Vrouwelijke personages zijn schaars en onbelangrijk. Proberen ze toch een jongen te versieren, dan mislukken ze geheid. In de jaren tachtig veroveren de BL-manga’s Hongkong, Taiwan, Zuid-Korea en uiteindelijk ook China. Er kwamen anime, games, verfilmingen, onlineseries en concerten van steracteurs, waarvoor jonge fans astronomische bedragen neertellen.

Derek Hird, The Cosmopolitan Dream: Transnational Chinese Masculinities in a Global Age, Hong Kong University Press, 2018, 264 blz., 60 euro.
Derek Hird, The Cosmopolitan Dream: Transnational Chinese Masculinities in a Global Age, Hong Kong University Press, 2018, 264 blz., 60 euro. © National

Opmerkelijk is dat zowel de bedenkers als het doelpubliek vrouwen en meisjes zijn. Volgens Song is dat te verklaren vanuit het Japanse, Koreaanse en Chinese taboe dat hangt rond de seksuele verlangens van ongetrouwde vrouwen. ‘Door die te projecteren op een context die ver van de eigen leefwereld verwijderd is, kunnen die gevoelens wél gretig worden geëxploreerd.’

De Chinese BL werden wel aangepast aan de censuur en de dominante waarden. Uit commerciële overwegingen wordt de sfeer behouden, maar gaat het eerder om mannelijke vriendschap dan om homo-erotiek. Niet zelden gaan fans zelf met de beelden aan de slag en posten ze die vervolgens op sociale media. Die geseksualiseerde montages zijn doorgaans geen lang leven beschoren, de ‘watjescultuur’ ligt zwaar onder vuur.

ONTMANNING

Al jaren wordt gewag gemaakt van een ‘crisis van de Chinese mannelijkheid’, die op gezette tijden voor aanvallen en censuur zorgt. Het gebeurde onder meer in zomer van 2018. Wanneer Frankrijk de Wereldbeker voetbal wint, worden foto’s van een erg viriele Kylian Mbappé op sociale media geflankeerd door beelden van de jongensband TFBOYS. Allebei 19 jaar oud, zo luidt het onderschrift. ‘Forse jongemannen zijn een belofte voor een sterke natie, mietjes de voorbode van een verwijfd land.’

Song: ‘Daarmee werd ook ingespeeld op een wijdverspreide frustratie. China heeft zich slechts één keer, in 2002, gekwalificeerd voor de Wereldbeker, en de nationale ploeg scoorde niet. Om de vier jaar staat het internet bol van kritiek, spijt en sarcasme. Het falen van het Chinese voetbalteam wordt ervaren als een nationale schande. Sommige critici geven het onderwijssysteem de schuld, andere vinden dat sport te weinig aanzien heeft en willen ook meer mannelijke leraren.’

Nog in de zomer van 2018 zendt de Chinese televisie een programma uit waarin sterren aan leerlingen uit het lager en middelbaar onderwijs uitleggen waarom onderwijs belangrijk is. Scholen uit het hele land hebben hun leerlingen opgedragen te kijken. Maar ouders en leraren stellen met afschuw vast dat het jonge volkje wordt toegesproken door de leden van New F4, een ‘mietjesband’ die ook te zien is in de megapopulaire tv-serie Meteor Garden, die anno 2022 zelfs op Netflix staat.

Sun Jung, Korean Masculinities and Transcultural Consumption, Hong Kong University Press, 2018, 211 blz., 34 euro.
Sun Jung, Korean Masculinities and Transcultural Consumption, Hong Kong University Press, 2018, 211 blz., 34 euro. © National

Op het internet ontstaat een verhitte discussie, virulente krantencommentaren volgen. Het Volksdagblad hoopt dat het leger ‘voorbeelden kan vinden van de zonnige, robuuste mannelijkheid die het land behoeft’, het Dagblad van het Volksbevrijdingsleger roept jongemannen op zich voor de strijdmacht te melden, om zich van hun ‘verwijfdheid’ te ontdoen. Op sommige sites wordt gesuggereerd dat ‘de ontmanning van China’ een complot van het Westen is, en meer bepaald van de Amerikaanse geheime dienst CIA. De stichter van veel jongensbands is namelijk Johnny Kitagawa (1931-2009), een in de VS opgeleide Japanner die herhaaldelijk van pedofilie werd beschuldigd en heimelijk voor de CIA zou hebben gewerkt – een volstrekt onbewezen bewering.

Voortaan worden xiao xian rou van het scherm geweerd. Song: ‘Het past allemaal in een officiële tendens naar een meer conservatieve gendervisie, waarbij het patriarchaat wordt gepromoot door de staat. Dat uit zich onder meer in moralistische censuur van “overspeligheid”. Zo werd de populaire actrice Zheng Shuang begin vorig jaar in de ban gedaan omdat haar twee kinderen via draagmoederschap in de VS werden geboren, en ze zich volgens haar ex-vriend niet gedroeg als een liefdevolle moeder. De Nationale Radio- en TV-administratie zei in een verklaring dat ‘degenen die dergelijke wandaden begaan geen enkele kans meer zouden krijgen om hun gezicht nog op de televisie te vertonen.’

IEDEREEN PATRIOT

Song baseert zijn mannelijkheidsonderzoek al bijna twintig jaar op Chinese tv-feuilletons. ‘Het zijn de meest wijdverspreide cultuurproducten van deze tijd. De modale burger was er voor de coronacrisis een uur per dag zoet mee, en door de lange lockdown ging het sindsdien wellicht nog harder. De impact van die series is zo groot dat personages of situaties niet zelden voor nieuwe populaire woorden zorgen. Bovendien zitten de meer dan 300 tv-stations op het scherp tussen autoritarisme en commercie: de Chinese Communistische Partij (CCP) ziet televisie als een belangrijk propagandakanaal, maar tegelijk horen de stations zelfbedruipend zijn. Als ze genoeg reclame-inkomsten willen genereren, moeten ze naar de gunst van de kijker dingen.’

In zijn nieuwe boek Televising Chineseness zoomt de professor in op de vele tv-drama’s die gaan over de Japanse agressie tijdens de Tweede Wereldoorlog, en het mannelijke ideaal dat daarin gestalte krijgt. ‘Historische periodes behandelen ligt erg gevoelig. Wie het wil hebben over de Chinese Republiek (1912-1949), de Koreaanse oorlog (1950-1953), de maoïstische campagnes (1949-1976) of de Sino-Vietnamese oorlog (1979) mag rekenen op een lange goedkeuringsprocedure, wat maakt dat de meeste investeerders en producenten die thema’s vermijden. Voor een drama over de Japanse agressie valt opvallend snel veel geld te vinden. Hoe verklaar je de obsessie met een oorlog die meer dan zeventig jaar geleden eindigde? Volgens mij wil de overheid daarmee een nationale mannelijke identiteit creëren, die is gestoeld op zelfopoffering en toewijding. Altijd weer worden moed, wijsheid, broederschap en echtelijke trouw bejubeld, maar de hoogste loyauteit betreft de natie.’

“De schadelijke mietjescultuur moet verdelgd worden, zoals de vier pesten – ratten, bedwantsen, vliegen en muggen.’’

(Nota van de Chinese overheid)

Dat ideaal slaat – zelfs in een hypernationalistische vorm – aan, zo blijkt uit Wolf Warrior 2, een film uit 2017 over Chinese soldaten die hun landgenoten moeten ontzetten in een door burgeroorlog geteisterd Afrikaans land. De stoere superheld Leng Feng neemt het met een kruisboog op tegen Amerikaanse huurlingen. Wanneer hij hun baas doodt, zegt hij: ‘Jouw soort zal altijd minder waard zijn dan mensen als ik. Wie China aanvalt, betaalt de prijs.’ Uitgerekend die film is het allergrootste kassucces uit de Chinese filmgeschiedenis, goed voor maar liefst 854 miljoen dollar.

HETEROKANKER

Pamela Hunt, verbonden aan het China Center van de universiteit van Oxford, onderzoekt hedendaagse Chinese mannelijkheid aan de hand van romans en korte verhalen. In het pas verschenen boek Rebel Men analyseert ze het werk van Han Han, Feng Tang, Xu Zechen en Zhu Wen, vier zogenaamd rebelse mannelijke auteurs. De ene profileert zich als een hedendaagse Easy Rider en combineert schrijven en films maken met een racecarrière en erg lucratieve reclamecontracten. De andere profileert zich als libertijns en dweept met de seksuele kracht van Henry Miller en D.H. Lawrence. De twee laatste focussen op marginalen en drop-outs. ‘Rijke zakenlui, huisvaders, leraren en politieagenten – de conformistische mannen, zeg maar – komen heel weinig voor in het werk van die auteurs,‘ zegt Hunt, ‘en er wordt brandhout gemaakt van het idee van een aangeboren “ware” mannelijkheid. Je zou dus denken dat die auteurs zich verzetten tegen de dominante gendermodellen, maar dat gebeurt helemaal niet. Heteroseksualiteit en mannelijk privilege zijn essentiële onderdelen van het discours. Vrouwen hebben geen stem, en op homoseksuele mannen wordt neergekeken. Dat past ook in de tijdgeest: het patriarchale autoritarisme van president Xi Jinping is een steeds strakker keurslijf. De leider wordt gevierd als de perfecte echtgenoot en vader. Zijn Chinadroom gaat over een machistisch, nationalistisch, sterk en rijk land, wat zich dan vertaalt in hardhandig optreden tegen feministische activisten, uitspraken over conservatieve gezinswaarden en over de rol van vrouwen in het huishouden.’

Daar komt protest tegen van feministische actievoerders. Steeds meer mensen hebben het over zhinan’ai (letterlijk: heterokanker), of toxische mannelijkheid. Ook in China bestaat een #MeToo-beweging, maar succesvol is ze niet. Volgens Leta Hong Fincher, auteur van Betraying Big Brother, is seksueel geweld zo’n ernstig, diepgeworteld probleem dat een mediabedrijf dat het fenomeen zou onderzoeken (zoals The New York Times dat deed naar filmmogol Harvey Weinstein) de deuren zou mogen sluiten.

Geng Song, Televising Chineseness, University of Michigan Press, 2022, 252 blz., 30 euro.
Geng Song, Televising Chineseness, University of Michigan Press, 2022, 252 blz., 30 euro. © National

Miljoenen Chinese vrouwen willen het seksueel geweld aanklagen, maar de obstakels zijn gigantisch. Kijk naar het verhaal van Zhou Xiaoxuan, bijgenaamd Xianzi. In 2018 beschuldigt ze de spraakmakende tv-presentator Zhu Jun ervan dat hij haar tijdens een stage in 2014 backstage met geweld probeerde te kussen en te betasten. De zaak veroorzaakt een storm op sociale media en leidt tot een lawine van aanrandingsklachten. Xianzi had meteen na de feiten al stappen ondernomen, maar de politie seponeerde toen haar aanklacht. Gesteund door de wereldwijde #MeToobeweging hoopt de jonge vrouw op een veroordeling. Maar in eerste aanleg wordt de zaak in 2021 geseponeerd, en in augustus 2022 gebeurt hetzelfde in beroep. Volgens de rechtbank is er ‘onvoldoende bewijs’ van seksuele intimidatie. ‘Ik ben teleurgesteld, maar het viel ook enigszins te verwachten’, vertelt ze in de Britse krant The Guardian.

RODE KAMER

Het mietje, de supermacho en de conservatieve rebel, het lijken merkwaardige fenomenen. Een deel van de verklaring ligt in de fundamentele verschillen tussen de historische Chinese en westerse genderconcepten. Europese mannelijkheid steunt op de negatie van vrouwelijkheid. In China maken ze niet zo’n tweedeling. Dat hoeft ook niet, want vrouwen zijn neiren (letterlijk: binnenmensen), onzichtbaar, afwezig. Je ziet het ook in het Chinese schrift: het karakter voor ta – ‘zij’ in plaats van ‘hij’ – is pas dik een eeuw geleden uitgevonden.

Chinese mannelijkheid gaat dus over relaties met andere mannen, en met de staat. Eeuwenlang is het een onderhandeling tussen de confucianistische begrippen van wen en wu: kennis en literair talent versus militaire kracht en strategisch inzicht. Song: ‘Sinds de Noordelijke Songdynastie (960-1127) kwam de nadruk op wen te liggen: de verfijnde geleerde als ideaal. Vanaf die tijd was slagen voor de staatsexamens – wat een grondige kennis van de klassieke teksten vereiste – nu eenmaal de enige ladder voor maatschappelijke emancipatie.’ Dat verklaart ook waarom Jia Baoyu, het beroemdste Chinese romanpersonage aller tijden, uit De droom van de rode kamer (eind achttiende eeuw) bijzonder vrouwelijk wordt beschreven. Hij heeft ‘een gezicht als de volle herfstmaan, met een teint als van lentebloemen bij dageraad, (…) wenkbrauwen als pennenstreken, een kaarsrechte neus en ogen als kraakhelder water’.

Volgens Song ligt de breuklijn tussen dat klassieke concept en latere vormen van mannelijkheid aan het einde van de negentiende eeuw, bij de pogingen van de moderniseringsbeweging om China te behoeden voor verdere westerse imperialistische manoeuvres. ‘Die hervormers gaven er de wen-identiteit de schuld van dat China “de zieke man van Azië” was geworden. Voortaan zou het voorbeeld van de Japanse militaire training worden gevolgd en naar het Westen worden gekeken.’

Pamela Hunt, Rebel Men: Masculinity and Attitude in Postsocialist Chinese Literature, Hong Kong University Press, 2022, 164 blz., 64 euro.
Pamela Hunt, Rebel Men: Masculinity and Attitude in Postsocialist Chinese Literature, Hong Kong University Press, 2022, 164 blz., 64 euro. © National
ROCKSTER

Met het Maotijdperk (1949-1976) wordt het beeld versmald: dé man is een aseksuele, onbaatzuchtige revolutionair die zijn leven veil heeft voor het socialisme. Dat verandert na de dood van de Grote Roerganger. In de jaren tachtig wordt de Chinese Communistische Partij gezien als de castrator van mannelijke intellectuelen: zij heeft hen gereduceerd tot volgzame instrumenten van de autoritaire partijstaat. Man-zijn wordt voortaan gelinkt aan politiek verzet, met de rockster Cui Jian als belangrijkste icoon. De ruige, viriele outcast belichaamt de afwijzing van oude idealen zoals zelfbeheersing en gehoorzaamheid.

Terwijl het contact met de buitenwereld in de jaren negentig groeit, duikt een nieuwe mannelijkheidscrisis op, samen met een bezorgdheid over de viriliteit van China als natie in een globaliserende wereld. Chinese mannen worden nu in romans afgeschilderd als zwak, impotent, immatuur en zelfzuchtig, terwijl figuren als Rambo en Takakura Ken als ideaal worden voorgesteld. De reactie daarop is een terugkeer naar de potentie van de rurale volkscultuur, die niet door het Westen noch door de confucianistische idealen is aangetast. Jiang Wen, de mannelijke hoofdrolspeler in Zhang Yimous kassakraker Het rode korenveld, is de incarnatie van die mannelijkheid.

‘Sinds de dood van Deng Xiaoping (1904-1997) gaat het alle kanten tegelijk op’, zegt Song. ‘Je hebt de kosmopolitische, succesvolle zakenman, die Engels spreekt en alles weet over wijn en koffie. Hij duikt telkens weer op in de vele assepoesterverhalen. Maar naast hem zie je ook de zachtaardige, verantwoordelijke vader, de macho, de hypernationalist en de “vrouwelijke” man. Kortom, een pluralisme dat niet meer ongedaan valt te maken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content