Een tiental landen uit het Caribisch gebied eist een schadevergoeding van Nederland, Frankrijk en Groot-Brittannië voor de ‘voortslepende erfenis van de Atlantische slavenhandel.’
De leiders van verschillende landen uit het Caribisch gebied zijn in Miami samengekomen om een gemeenschappelijke eis op te stellen. Ze willen een compensatie van Nederland, Frankrijk en Groot-Brittannië voor de schade die ze hebben opgelopen tijdens de slavenhandel.
Om hun eis kracht bij te zetten heeft de Caribische gemeenschap (Caricom) de hulp ingeroepen van een Brits advocatenkantoor, Leigh Day, dat gespecialiseerd is in mensenrechten. De wijdverspreide armoede en de trage economische ontwikkeling heeft haar wortels in de slavernij, klinkt het. Daarvoor willen de landen worden vergoed.
Ambitieus strijdplan
Daarnaast moet de regeling een verontschuldiging inhouden, zegt Ralph Gonsalves, de eerste minister van het eiland Saint-Vince aan de Britse krant The Guardian. “Maar dat is niet voldoende, we verwachten een passende schadevergoeding.”
Aan wat voor bedragen Caricom denkt, is nog niet bekend.
Al decennialang proberen individuele landen een schadevergoeding te pakken te krijgen. Het strijdplan dat de landen nu verbindt, moet ambitieuzer en omvangrijker zijn dan de individuele pogingen.
‘Diepe spijt en berouw’
De drie landen boden reeds op verschillende momenten hun excuses aan “voor het leed, dat hun land tijdens de slavernij veroorzaakte.” Voormalig premier van het Verenigd Koningrijk Tony Blair, deed dat in 2007, tweehonderd jaar nadat Groot-Brittannië de slavernij had afgeschaft.
De vorige Franse president Nicolas Sarkozy, erkende in 2010, na de verwoestende aardbeving in Haïti, de wonden van de kolonisatie. En de Nederlandse vicepremier Lodewijk Asscher betuigde begin deze maand tijdens een herdenking van de afschaffing van de slavernij in de Nederlandse koloniën “diepe spijt en berouw” in naam van de Nederlandse regering. (AVE)
