Canada vecht eigen strijd uit via Schots referendum

Aanhangers van het onafhankelijk Québec in 1995. Hun vlag deelt de kleuren met die van Schotland © Reuters
Rudi Rotthier

Niet alleen beroept 15 procent van de Canadezen zich op Schotse voorouders, het Schots referendum houdt de Canadezen ook een ietwat scheve spiegel voor: Engelstaligen zien de verschillen, Franstaligen de gelijkenissen met de situatie in het eigen land. En allebei denken ze dat een ja-stem in Schotland de Canadese situatie kan beïnvloeden.

Canada, of beter de Franstalige provincie Québec, heeft zelf twee referendums achter de rug. Het recentste, in oktober 1995, werd slechts met minimaal verschil in het nadeel van een scheiding beslecht. Sindsdien wordt er nog permanent gepraat over een volgend referendum, dat er echter niet meer is gekomen. Vorig jaar hebben de independisten een verkiezingsnederlaag geleden, en momenteel zou minder dan dertig procent van de bewoners nog geloven dat die onafhankelijkheid er ooit van komt.

Wat niet belet dat velen nog met vuur en vrolijkheid, naast frustratie, terugdenken aan de tijd van net voor het recentste referendum, toen alles mogelijk leek. Dat werd zelfs letterlijk zo gezegd.

Toverdrank

Indertijd sprak de leider van de ja-campagne, Lucien Bouchard, over onafhankelijkheid van Québec als “een toverdrank”. Eens Québec die toverdrank had verteerd, zou alles anders, beter worden.

Ook zonder de toverdrank is de situatie beter geworden, in die zin dat Québec zijn economische achterstand tegenover de rest van Canada heeft weggewerkt.

Canada is tot op grote hoogte irrelevant geworden in Québec, of toch in de gedachten van de Franstalige inwoners van die provincie. Het nationale nieuws haalt nauwelijks de Franstalige kranten en tv-journaals, en zeker niet de voorpagina’s.

Schotland daarentegen is alomtegenwoordig in de Canadese pers, zowel in Québec als elders. Pagina na pagina, correspondent na correspondent, persoon van Schotse afkomst na persoon van Schotse herkomst passeert de revue. En hoewel er nuances aan te brengen zijn in het beeld, is het doorgaans zo dat de Franstaligen eerder pro onafhankelijkheid zijn, en de Engelstaligen -soms met uitzondering van de Canadese Schotten – vrij massaal tegen – wat dan tegelijk hun voorkeur voor eigen land weergeeft.

Schotse besmetting

Verschillende commentatoren voorspellen een invloed van wat in Schotland gebeurt op de Canadese politiek, dat er een Schotse besmetting kan plaatsvinden. Een neen-stem zou de desillusie te veel kunnen worden voor het seperatisme in Québec, terwijl de ja-stem de wat uitgebluste onafhankelijkheidsbeweging frisse moed kan geven.

Blijft de interessante discussie of Québec en Schotland vergelijkbaar zijn. De Engelstalige Canadezen vinden gemiddeld van niet, de Franstalige commentatoren uit Québec eerder wel.

Wat er vergelijkbaar is?

De Schotten zijn armer dan de andere Britten. Dat gold destijds ook voor Québec, maar geldt dus niet langer (mede door de toegenomen autonomie, beweren Franstaligen in Québec).

Zowel in 1995 in Québec als in 2014 in Schotland wordt het argument van de angst uitgespeeld, een argument dat wordt gepareerd met het argument van de ongekende schatten. Waar Québec het over een toverdrank had, over grondstoffen en over elektriciteit, kunnen de Schotten verwijzen naar de olie-inkomsten. De Britse regering beweert allang dat die olie zo goed als uitgeput is, en dat ze te schaars wordt om een economie mee overeind te houden, terwijl de nationalisten beweren dat de olie-inkomsten al te lang zijn weggehaald, geplunderd, om projecten in Londen te helpen financieren. En wat de angst betreft: kan een klein land alleen overleven? Wat met de munt? Wat met de gezondheidszorg? Wat met de infrastructuur?

Die vragen weerklinken nu en weerklonken toen.

Wat er verschilt?

In Québec ging het om taal en cultuur eerder dan over welvaart. De Franstaligen voelen zich in het nauw gedreven door de Angelsaksische oceaan die hen omringt, die via tv-programma’s en via muziek en via politiek het in verhouding onooglijke Franstalige landsdeel belaagt. Het was in 1995 een taalstrijd meer dan wat anders, de strijd om het gevoel te krijgen dat het Frans evenwaardig kon zijn. In Schotland is de cultuur juist levendiger dan ooit, en deelt men de taal met het andere kamp (wel weer een gelijkenis tussen Québec en Schotland: ze hebben een tongval die zich moeilijk laat ontcijferen)

De historische opbouw verschilt. Schotland trad zelf, weliswaar onder betwiste omstandigheden, toe tot het Verenigd Koninkrijk. Québec werd eerst bij het Brits imperium gehecht als pasmunt in een internationaal verdrag, en werd vervolgens deel van Canada. Canada was nooit een vrijwillige optie voor de Franstaligen.

In Schotland gaat het om een eenmalig referendum. In Québec hangt de dreiging van/belofte aan een referendum altijd in de politieke lucht.

Partner Content