Emmanuel Van Lierde

Brief paus Franciscus: ‘In een wereld waarin het kwaad welig tiert, zijn er nooit genoeg heiligen’

Emmanuel Van Lierde Hoofdredacteur Tertio

Emmanuel Van Lierde, hoofdredacteur van Vlaams katholiek opinieweekblad Tertio, over de nieuwe exhortatie of brief van de paus: ‘De kerk heeft geen nood aan bureaucraten en functionarissen, maar aan gepassioneerde, enthousiaste missionarissen.’

Heilig worden. Koestert u die ambitie? Of kent u mensen in uw omgeving bij wie dat op hun bucketlist prijkt? Wellicht zijn er maar weinig West-Europese tijdgenoten te vinden die bewust heiligheid nastreven. En toch is naar Bijbelse maatstaven iedereen juist daartoe geroepen. ‘Wees heilig, want Ik, de Heer uw God, ben heilig’ (Leviticus 11, 44; 19, 2; 20, 26 en 1 Petrus 1, 16). Het is dan ook een hoofdopdracht van de kerk om mensen te helpen richting heiligheid.

Brief paus Franciscus: ‘In een wereld waarin het kwaad welig tiert, zijn er nooit genoeg heiligen’

Tegen de stroom in

Met zijn maandag gepubliceerde apostolische exhortatie – een pauselijke aanmaning – herinnert ook Franciscus er ons aan dat we evengoed in onze huidige wereld geroepen zijn tot heiligheid. Na zijn klemtonen op periferie, armoede en barmhartigheid mag nu met stelligheid het aanzetten tot een heilig leven aan zijn lijstje prioriteiten worden toegevoegd.

Herhaaldelijk bracht hij dat thema al ter sprake, vooral in zijn homilieën. ‘Heilig zijn is geen privilege van enkelingen. Door het doopsel ontvingen we allen de erfenis heilig te worden’, stelde de paus al in 2013. Volgens hem kun je heiligheid niet kopen en niet wegschenken. Het is veeleer de weg van de navolging van Christus gaan, in relatie met Jezus leven. Je moet naar Hem kijken. ‘Hij leert ons heilig te worden.’ Vandaag betekent dat ook: tegen de stroom ingaan.

Geen middelmatig leven

Ook met dit onderwerp plaatst Franciscus zich binnen de traditie van het Tweede Vaticaans Concilie. Het vijfde hoofdstuk van de dogmatische constitutie Lumen Gentium was integraal gewijd aan ‘de universele roeping tot heiligheid’, voor alle gelovigen ‘een uitnodiging én een verplichting’. Al maakte deze paus het Concilie niet zelf mee, hij keert er voortdurend naar terug.

Zijn toon is bovendien opmerkelijk persoonlijk. Hij spreekt zijn lezers aan met ‘jij’. Wees niet tevreden met een middelmatig bestaan, ook jij bent geroepen vrijmoedig en dapper Christus na te volgen. En die ‘jij’, dat zijn vooral de leken, de gedoopten, alle christengelovigen die in de wereld leven, een job en gezin hebben. Heiligheid vereist geen speciale geloften, kwalificaties of diploma’s. De weg van het evangelie, van de Bergrede, de Zaligsprekingen – Jezus’ portrettering van wie heilig is, zowat de identiteitskaart van een christen – en Matteüs 25, is een optie voor iedereen.

Heiligheid vereist geen speciale geloften, kwalificaties of diploma’s.

Het komt erop aan de anderen in nood te zien door de ogen van Christus: als onze broeders en zusters. Daarbij hamert de paus erop dat de menselijke waardigheid verdedigd moet worden van de conceptie tot de dood. Alle leven is even heilig – van het ongeboren kind, over de armen en de vluchtelingen, tot de zieken, de ouderen en de stervenden.

Vreugde

De nadruk op de vreugde blijkt eveneens een constante bij Franciscus. Na zijn eerdere exhortaties Evangelii Gaudium (De vreugde van het evangelie, 2013) en Amoris Laetitia (De vreugde van de liefde, 2016) gaf hij zijn jongste brief de titel Gaudete et Exsultate (Verheugt u en juicht) mee, een imperatief die aan het einde van de Zaligsprekingen klinkt (Matteüs 5, 12). Geloven en heiligheid zijn geen zwaarmoedige aangelegenheden, al ontkom je niet aan het kruis. Heiligheid maakt je niet minder menselijk of bovenmenselijk, niet wereldvreemd of beter dan anderen. Het bevrijdt je wel van elke vorm van slavernij en maakt dat je een positieve, hoopvolle ingesteldheid bewaart. Heiligen zijn goedgehumeurd en vreugdevol, vindt de paus. Individualisme en de consumptiecultuur schenken geen echte vreugde, wel het samen met anderen op weg gaan in broederlijkheid – ‘niemand wordt alleen gered’, we behoren tot de gemeenschap van heiligen.

Geen hardvochtigheid

Zijn critici – zij die vinden dat hij verwarring zaait door geen pasklare ja- of neen-antwoorden of zwart-wit-standpunten te formuleren – geeft Franciscus subtiel lik op stuk in deze exhortatie. Hij hekelt opnieuw laxisme (relativisme) en rigorisme. De kerkelijke leer is geen gesloten, monolithisch systeem waarin geen ruimte zou zijn voor nuance of diversiteit. Meerdere interpretaties van de doctrine zijn mogelijk. De kerk is volgens de paus geen museumstuk en evenmin een club van uitverkorenen. Hij waarschuwt tegen een obsessie met de wet en tegen een overdreven precisie in de liturgie of in de leer. Een koude en hardvochtige logica strookt niet met Jezus’ aanpak. En handelen uit angst, trots of om indruk te maken op anderen, leidt evenmin tot heiligheid.

Zichzelf redden

In het tweede hoofdstuk van de exhortatie bekritiseert de paus ’twee subtiele vijanden van de heiligheid’: de steeds weer opduikende ketterijen van gnosticisme – waarbij inwijding in speciale kennis tot redding zou leiden – en pelagianisme – waarbij eigen werken en inspanning ons zouden verlossen. Op 22 februari publiceerde de Congregatie voor de Geloofsleer daarover al het document Placuit Deo . Wat daarin theologisch onderbouwd werd over onze verlossing, herneemt de paus nu in eenvoudigere bewoordingen. We kunnen onszelf niet redden. Alleen de genade redt ons en maakt ons tot heiligen.

Praktisch haalbaar

Franciscus schreef geen hoogdravende tekst. Hij wou aantonen dat heiligheid ook in onze tijd een praktisch haalbare zaak is. Stap voor stap, geduldig, zachtmoedig maar volhardend, met oog voor details en door kleine gebaren maken eenvoudige gelovigen – de heiligen ‘van naast de deur’, bij de buren – in het dagelijkse leven de navolging van Christus waar. Ze doen ‘gewone dingen op een buitengewone manier’. Of ze vermijden schadelijke zaken zoals roddel, want dat zaait verdachtmaking en wantrouwen waardoor relaties vernietigd worden. Sociale media maken het nu makkelijker om valse informatie te verspreiden, maar de paus herinnert aan het achtste gebod: leg geen vals getuigenis af.

Christelijke jihad

Franciscus wou aantonen dat heiligheid ook in onze tijd een praktisch haalbare zaak is.

In het vijfde en laatste hoofdstuk van de exhortatie wijst Franciscus op de voortdurende strijd, de waakzaamheid en de onderscheiding – een christelijke jihad als het ware – die de gelovigen aan de dag moeten leggen om te weerstaan aan de verleidingen van de duivel. Heiligheid is een reeks overwinningen op het kwade en de wapens van de gelovige tegen de zelfzuchtige of boze neigingen zijn het gebed en het lezen van de Schrift, de eucharistie en de biecht, het dagelijkse gewetensonderzoek en daden van naastenliefde. ‘Spirituele’ oefeningen staan immers niet los van concrete barmhartigheid en zelfopoffering. Inkeer en inzet, actie en contemplatie, verzet en overgave gaan altijd samen.

Tegengif

In een wereld waarin het kwaad welig tiert, kunnen er als tegengif nooit genoeg heiligen zijn. Hun getuigenis in woord en daad is doorslaggevend om de wereld te veranderen, om rechtvaardigheid en vrede te brengen. De kerk heeft geen nood aan bureaucraten en functionarissen, maar aan gepassioneerde, enthousiaste missionarissen die ons verrassen en de status quo doorbreken zoals ook God dat doet. Hij staat niet stil en verrast ons altijd weer.

Dit opiniestuk verschijnt woensdag 11 april ook in Tertio.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content