Frederik Dhondt

‘Brengen deze verkiezingen de Vijfde Republiek in nauwe schoentjes?’

Frederik Dhondt Hoofddocent rechtsgeschiedenis aan de VUB

Docent publiekrechtsgeschiedenis Frederik Dhondt (VUB-UAntwerpen-UGent) blikt vooruit naar de hoogst onvoorspelbare Franse presidentsverkiezingen, en de mogelijke gevolgen voor de werking van de instellingen.

Het behoeft weinig uitleg dat deze presidentsverkiezingen de meest onvoorspelbare in decennia zijn. De eeuwige tweedeling tussen rechts en links valt in de peilingen bijna niet meer te lezen. Niet alleen het Front National, maar ook de schijnbare centrumkandidaat Emmanuel Macron vertroebelen het beeld. Dit is niet zonder gevolgen voor de werking van de instellingen, en de uitoefening van de macht achteraf.

Instellingen: de sleutel van het verhaal

De Grondwet van de Vijfde Republiek koos voor de primauteit van de uitvoerende macht. President en regering zijn veel sterker dan het parlement. In de praktijk bevindt het overwicht zich binnen de uitvoerende macht bij de president alleen. Hij benoemt en ontslaat de eerste minister, kan de Assemblée Nationale naar huis sturen en heeft de grootste legitimiteit door zijn rechtstreekse verkiezing door alle Fransen. Via de regering kan de president zelfs teksten laten aannemen zonder stemming.

De werking van de Franse instellingen is dus zeker géén compromis tussen de verschillende grondwetten die het land kende van de Franse Revolutie tot vandaag. Integendeel. Charles De Gaulle legde een volgens critici autoritair regime vast. Dit in de eerste plaats om het “régime des partis” van een systeem met evenredige vertegenwoordiging en coalitieregeringen te vermijden, zoals dat er geweest was na Wereldoorlog II (1944-1958). Frankrijk is het “vaderland van de Revolutie” (1789, 1830, 1848, 1871), maar heeft een jonge Grondwet, iets wat vaak wordt vergeten.

De gaullistische partij en haar opvolgers definiëren zich eigenlijk als absolute tegenpool van een politieke partij. De organisatie van “rechts” is gericht op de presidentsverkiezingen, en op een zo breed mogelijke coalitie die de winnaar ondersteunt. Vandaar dat individuele dissidenties gemakkelijk leiden naar splitsingen (in 1981: Giscard/Chirac; 1995: Balladur/Chirac).

Op links leeft de traditie van de Vierde Republiek veel sterker verder. De overwinning van Mitterrand in 1981 was pas mogelijk door een coalitie van centrum-links tot radicaal-links. De inhoudelijke verdeeldheid is groter, omdat de inhoud ook meer centraal staat dan de “Culture du chef”.

Primaires: verdelen om niet te heersen?

Dit spel is verstoord door de opmars van extreemrechts. Beide blokken moeten verenigd blijven om kans te maken in het kiessysteem. In 2002 kwam links in verdeelde slagorde op, en stootte Jean-Marie Le Pen door naar de tweede ronde. Vandaar dat in 2011 de Parti Socialiste begon met “primaires ouvertes”. Naar het model van de Amerikaanse Democraten -en het succes van Obama in 2008- moest dit proces zowel alle strekkingen op links verenigen, als een breder publiek dan enkel de eigen militanten bereiken. De grote media-aandacht voor de voorverkiezingen hebben ervoor gezorgd dat ook rechts dit systeem heeft overgenomen voor 2017.

Het proces geeft vandaag het compleet omgekeerde resultaat. De impopulariteit van François Hollande leidde tot een afrekening met centrum-links in de PS-primaires. Premier Manuel Valls werd duidelijk verslagen. De winnaar, Benoit Hamon, kreeg tot nu toe enkel de steun van de ecologisten, maar niet die van radicaal-links. Op links is de sokkel van de winnende kandidaat dus te klein om een gooi naar de tweede ronde te kunnen doen. De strekking-Hollande/Valls flirt openlijk met Macron, en valt de PS-kandidaat aan in de media.

Op rechts constateren we een analoog fenomeen. Penelope-gate maakt François Fillon ongeloofwaardig buiten het basiselectoraat dat kwam opdagen bij de primaires. De belangrijkste reden waarom Fillon niet versaagt, is de bijna heilige zalving die 2,9 miljoen uitgebrachte stemmen hem gaven. Fillon won verpletterend van Alain Juppé. Het is al bij al verbazend dat de natuurlijke oppositie tegen de zittende president zo stagneert. Het verschil tussen Hollande (51,6%) en Sarkozy (48,4%) was klein in 2012.

Fillon, elitekandidaat van alle gefrustreerden?

De radicale keuze voor een populistische positionering bij Fillon verraadt tegelijk ook de diepe crisis van de Franse samenleving. Fillon presenteerde zich als alternatief voor Nicolas Sarkozy. Al van bij de interne voorzittersverkiezingen in 2012 beloofde Fillon schoon schip te maken met de gebreken die Sarkozy werden verweten: excessieve bling bling, opportunistisch ideologisch shoppen en arbitraire machtsuitoefening. Vijf jaar later bespeelt hij als kandidaat op veel vlakken hetzelfde register als zijn tegenstrever, maar nog een paar gradaties erger.

De basis van François Fillon blijkt overwegend opgebouwd uit het ethisch-conservatieve verzet tegen de wet-Taubira, die het huwelijk openstelde voor koppels van hetzelfde geslacht. Deze hervorming veroorzaakte in vele Europese landen hoogstens een paar rimpels, maar bracht in Frankrijk honderdduizenden op de been. Sinds 2014 doorkruiste Fillon het land op zoek naar steun vanuit de basis voor een presidentieel avontuur. Uit zijn analyse blijkt dat dit de meest betrouwbare en mobiliseerbare groep is, waarop de overwinning in de primaires gebouwd is. Dit bleef in de peilingen zeer lang “onder de radar”, een extra argument dat Fillon vandaag sterkt in de volharding.

Economische argumenten komen amper aan bod in het publieke debat. Dit komt misschien straks terug in het kader van de tv-debatten met andere kandidaten. Maar men kan moeilijk anders dan vaststellen dat de focus van de campagne verschoven is. Bij de voorverkiezingen goochelden de LR-kandidaten met honderdduizenden te schrappen ambtenaren. Nu leidt hun kandidaat de machtspartij bij uitstek enkel door een ondoordringbare wolk van frustraties tot bij de kiezer.

Fillon, parlementslid sinds 1981 (meer dan dertig jaar!), positioneert zich als kandidaat “tegen het systeem”, en herhaalt sinds een paar weken het securitaire discours van zijn voorganger: lakse rechters en straffeloze (allochtone) minderjarigen moeten het ontgelden. Bij het begin van de campagne nam Fillon nog genuanceerde en rationele posities in, bijvoorbeeld rond immigratie. Hij bleef toen binnen het “republikeinse kader” dat zowel links als rechts delen.

Niemand had in Fillon een jaar geleden een populist gezien. Integendeel. Zijn gereserveerde en voorname stijl maakte hem “présidentiable”. Ook al waren zijn sympathieën voor een radicaal-liberale agenda gekend, de gematigdheid die de man uitstraalde, gaven de indruk van een voorzichtig en betrouwbaar bestuurder.

Vandaag lijken alle remmen los: Fillon bespeelt een irrationeel en bijna onbegrijpelijk register van tegenstrijdige frustraties. Een opeenhoping van lukraak gekozen vijandbeelden moet zijn imago als “homme providentiel” (Heiland) kracht bijzetten. De scheiding met het Front National is soms nog dunner dan onder Sarkozy. Zijn eigen aanhangers radicaliseren. Zo circuleert op het net propaganda tegen “Malika Le Pen” of “Farid Fillipot”, die de extreemrechtse kopstukken verwijt zich te tolerant op te stellen.

Fillon gaat zo radicaal mogelijk in tegen de rest. Het spektakel van de afgelopen dagen leidt uiteraard tot twijfels in het eigen kamp. Resoluut wijst de kandidaat dissidente mandatarissen af als vertegenwoordigers van “het systeem”. “On fera sans eux !” (we hebben ze niet nodig!) Fillon maakt van Les Républicains bijna een tweede rechts-populistische beweging, naast het Front National.

Geboorte van het centrum of renaissance van het “Hollandisme”?

De bovenstaande berekeningen van Fillon gaan ervan uit dat het centrum in Frankrijk in de eerste ronde te klein is, en in het tweede ronde toch voor hem stemt tegen extreemrechts. Emmanuel Macron maakt een omgekeerde gok. Door zich als “nieuw” voor te stellen, hoopt een van de belangrijkste verantwoordelijken voor het beleid van de afgelopen vijf jaar ontgoochelde kiezers aan te spreken.

Tot voor Fillon’s fratsen van deze week was Macron de meest buitenissige ontwikkeling van de campagne. In pure gaullistische traditie gooide hij zich als eenzaat (met de steun van geldschieters en een deel van het PS-establishment) in een avontuur. Zijn zeer eclectische programma, dat zowel op links als rechts ideetjes leent, werd nog maar onlangs voorgesteld. Macron positioneert zich als de Franse Hillary Clinton: ethisch links, economisch centrum-rechts. Een persoonlijk traject langs Sciences Po, de ENA of de investeringsbank Rotschild (waar ook eerder Georges Pompidou werkte), banden met Jacques Attali of de miljardair Matthieu Pigasse… maken hem niet meteen tot een revolutionair symbool.

Eigenlijk is hij de jongere plaatsvervanger van François Hollande. De President verkoos om zijn eigen partij op te blazen door de agenda van de ondernemerswereld over te nemen: belastingkortingen zonder tegenprestatie, afschaffing van de voorrang van CAO’s binnen de bedrijfstak… Tienduizenden linkse Fransen marcheerden tegen het beleid van de PS, tientallen parlementsleden gingen in “Fronde”. Macron is het vleesgeworden symbool van deze linkse verdeeldheid.

Dit verklaart ook de relatieve geslotenheid van de rangen op rechts: veel insiders twijfelen aan de waarde van de peilingen, en denken dat Macron in werkelijkheid tegen de gemobiliseerde frustraties van de Le Pen-kiezers geen kans maakt.

Via Benoit Hamon terug naar de Vierde Republiek?

Benoit Hamon is de ideologische erfgenaam van de PS-traditie: zelfs al staat het beleid met beide voeten in de realiteit, de ogen moeten gericht zijn op een betere horizon, waarin de economische krachtsverhoudingen worden gekeerd ten gunste van de gewone burger. Hij kreeg de steun van Thomas Piketty, die eerder Podemos en Syriza van advies diende, maar ook van Martine Aubry, de partijleider die door Hollande werd verslagen in 2011. Zonder steun -lees: terugtrekking- van Mélenchon, en gezien de openstaande deur in het centrum, kan hij bijna niet voorbij Macron geraken. Voorstellen als het basisinkomen verzinken in de mediastorm rond Fillon en de groeiende tweestrijd Macron-Le Pen. Hamon moet zich opmaken voor onderhandelingen na de parlementsverkiezingen. En daarmee zijn we terug in de Vierde Republiek.

De moeilijkste puzzel: de Assemblée bij een overwinning van Macron

Sinds Mitterrand geldt het dogma bij links dat centrum-links alleen nooit kan winnen zonder de steun van radicaal-links. Deze verkiezingen wordt deze oude wetmatigheid in vraag gesteld. Als Macron op eigen kracht de tweede ronde haalt, worden de wetgevende verkiezingen een puzzel. Met welke meerderheid zal hij regeren ? Zijn beweging “en Marche” heeft al kandidaten naar voor geschoven, en heeft de ambitie om ook een parlementaire meerderheid te veroveren. Het gaat in veel gevallen om zittende PS-parlementsleden uit de “rechtervleugel” van de partij, die rekenen op hun lokale populariteit.

Ofwel maakt Macron een pact met de resterende PS’ers (en de ecologisten) rond Benoit Hamon. In dat geval landt het beleid precies waar het onder Hollande zat: structureel een liberale economische politiek, met herverdeling van de binnengehaalde vruchten. Dit betekent dat Macron regeert als een Franse Tony Blair, met steun van de Franse Jeremy Corbyn. Links stelt zich dan onverschillig op tegenover de machtsverhoudingen tussen werkgever en werknemer, en corrigeert pas achteraf. De kans bestaat dat Hamon dit afwijst, en kiest voor de oppositie aan de zijde van Mélenchon.

Het andere alternatief is dat Macron rechts bondgenoten zoekt. De steun van eeuwige centrumkandidaat François Bayrou is in dat verband belangrijk. Dit kan leiden tot de vorming van een partij zoals de Amerikaanse Democraten. De facto schuift het hele schaakbord dan op naar het centrum. De beweging naar rechts van LR onder Fillon maakt dit niet onwaarschijnlijk: er kan worden overgelopen naar het centrum. Het risico bestaat evenwel dat er toch geen meerderheid is. Verliest Fillon de verkiezingen, dan belandt het leiderschap weer bij iemand anders. Les Républicains staan bovendien lokaal erg sterk: ze wonnen de laatste jaren vlot de verkiezingen voor gemeenteraad, departement en regio.

Grondwetsherziening?

Bij een impasse zou er ook voor kunnen gekozen worden om de Grondwet te herzien, en een sterker parlementair regime, met coalities, in te voeren. In tegenstelling tot het Belgische systeem kan dit in Frankrijk vrij eenvoudig. 3/5 van Assemblée Nationale en Sénat verenigd in Congres, of een meerderheid bij referendum, volstaan. Het kiessysteem bracht tot nu toe altijd een duidelijke meerderheid naar voor. Vandaar dat traditionele oproepen tot een “Zesde Republiek” altijd meewarig onthaald zijn. De bundeling van presidents- en parlementsverkiezingen sinds 2002 vereist dat de meerderheid in beide gevallen dezelfde is. Een overwinning van Macron kan de kaarten fundamenteel herverdelen, en een onwerkbaar resultaat opleveren binnen het huidige institutionele kader.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content