Andy Langenkamp

Botsing geopolitiek en markten op gevaarlijk kruispunt

Andy Langenkamp Senior politiek analist bij ECR Research

Als de markten – zoals velen vrezen – al ver in bubbelterritorium doorgedrongen zijn, kunnen geopolitieke naalden wel eens de genadeprik geven en bellen en ballonnen lek steken, zegt senior politiek analist Andy Langenkamp van ICC en ECR Research.

‘We komen samen op het kruispunt van oorlog en vrede, wanorde en integratie, angst en hoop,’ zei Obama tijdens zijn VN-toespraak. Deze urgentie wordt (nog) niet gevoeld op de beurzen: de kloof tussen geopolitiek en financiële markten lijkt almaar groter te worden. De wereld wordt geconfronteerd met de ene crisis na de andere, maar aandelenbeurzen wuiven zorgen weg en bevinden zich op historisch hoge niveaus.

De wankele geopolitieke situatie gekoppeld aan matige wereldwijde groei – de OECD verlaagde onlangs de groeiverwachtingen voor alle grote landen op India na – maakt dat een op z’n minst forse marktcorrectie niet zou verbazen. Als (geo)politiek vuur de kans krijgt veel zuurstof op te slokken, kan het pijnlijke brandblaren teweegbrengen op instabiel ogende markten.

Na de Koude Oorlog leek een tijd van relatieve rust aangebroken, waarbij Amerika opereerde als supermacht die de wereld in samenwerking met bondgenoten op koers hield (dit was natuurlijk relatief gezien o.a. de Balkan-oorlogen en de genocide in Rwanda). Francis Fukuyama sprak zelfs van “The end of history” in de zin dat liberale democratie aan een niet te stuiten opmars bezig was.

Nieuwe balans

Wie een mondiale blik om zich heenwerpt, plaats twijfels bij dat optimisme. De wereld is naarstig op zoek naar een nieuwe politieke en economische balans als gevolg van de zwaarste economische crisis sinds de Grote Depressie, de relatieve verzwakking van het Westen, de opkomst van landen als China, hernieuwde assertiviteit van (opkomende) grootmachten, de dreiging van terrorisme en de spanningen in en tussen de verschillende niveaus in de internationale betrekkingen.

Deze lagen kunnen we opdelen in:

– Mondiaal: de VN en het IMF treden bijvoorbeeld namens de internationale gemeenschap op in politieke, economische en humanitaire crises.

– Regionaal: we zien een toenemende opdeling van de wereld in regionale blokken – zoals de EU en NAFTA – die aan de ene kant voor meer coördinatie en stabiliteit zorgen en aan de andere kant mondiale initiatieven ondermijnen, zoals het uitblijven van een wereldomvattend handelsakkoord.

– Nationaal: de traditionele natiestaat was de laatste decennia bezig aan een terugtrekkende beweging. Globalisering vervaagde grenzen en de natiestaat werd overbodig volgens sommige visionairs. Globalisering heeft de rol van landen aangetast en veranderd, maar de onzekerheid die zij heeft veroorzaakt zorgt er samen met de economische crisis voor dat de natiestaat bezig is aan een heropleving. Denk aan nationalisme in Japan en India en de aanpak van de eurocrisis, waarbij regeringsleiders de Europese Commissie en het Europees Parlement aan de kant schoven en verdragen omzeilden via intergouvernementele overeenkomsten.

– Sub-nationaal: de tendens van mensen om zich meer naar binnen te keren, heeft ook binnen staten grote gevolgen. Doordat nationale overheden niet meer aan de wensen en eisen van kiezers kunnen voldoen, gaan mensen een stapje verder: ze richten zich meer op nationale regio’s.

– Individueel: Open grenzen maken het makkelijker voor individuen om contacten te leggen met gelijkgezinde mensen over de grenzen heen en internet en mobiele telefonie ondersteunen dit. De Arabische Revoluties – die overigens veelal vastgelopen zijn – kregen mede momentum door de mogelijkheden van Facebook en andere moderne media en communicatiemiddelen.

(Geo)politieke risico’s

Sommige spelers op het internationale schaakbord huppelen makkelijk heen en weer tussen de niveaus, zoals terroristische bewegingen en multinationals. Zij maken optimaal gebruik van de mogelijkheden en sluiproutes die dit fluïde internationale systeem biedt. ISIS heeft de grenzen tussen Irak en Syrië opgeheven en sluist geld, manschappen en wapens heen en weer. Grote ondernemingen pikken overal de krenten uit de pap en spelen nationale regeringen tegen elkaar uit. Staten hebben moeite om een passend antwoord te formuleren. Ondernemingen, terroristische bewegingen en individuen krijgen meer macht ten opzichte van regeringen die met man en macht via o.a. inlichtingendiensten proberen controle te houden. Obama schetste de situatie treffend: ‘the failure of our international system to keep pace with an interconnected world.’

En geen gebrek aan (geo)politieke risico’s die het internationale systeem en de wereldeconomie nog meer op de pijnbank kunnen leggen. De Amerikaanse minister van Defensie zei ‘The world is exploding all over.’ Hij mocht overdrijven, maar een aantal constateringen stemt zorgelijk:

– De regio van West-Afrika tot aan Pakistan is zeer instabiel en vormt de bakermat voor een nieuw front van terroristen.

– Rusland stelt zich agressief en expansief op (deels ook in de hand gewerkt door het Westen).

– Het is maar de vraag of ‘Asia-Pacific’ groot genoeg is voor vier grootmachten (de VS, China, India, Japan).

– Het politieke en economische systeem in het Westen loopt regelmatig vast, mede omdat de politiek zich vaak geen raad weet met de globalisering en de spanning tussen globalisering, democratie en soevereiniteit voor problemen blijft zorgen.

– De VS zijn zoekende naar hoe de rol van wereldleider te spelen in een snel veranderende wereld. Deze zoektocht gaat voort terwijl andere leiders nog niet zijn opgestaan en we nog lang niet in de buurt zijn van een goed functionerend, grond gerenoveerd internationaal systeem waarin plaatsgemaakt is voor nieuwe grootmachten als China en waarin bovengenoemde systeemniveaus zonder al teveel frictie samengaan.

Als de markten – zoals velen vrezen – al ver in bubbelterritorium doorgedrongen zijn, kunnen geopolitieke naalden wel eens de genadeprik geven en bellen en ballonnen lek steken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content