Bloedige volksopstand Nicaragua: ‘Hier komt nog een burgeroorlog van’

Familieleden en vrienden begraven student Gerald Vasquez, die omkwam bij een aanval door politie en paramilitairen op de bezette UNAN-universiteit in Managua, 16 juli 2018 © AFP
Arthur Debruyne
Arthur Debruyne Medewerker Knack.be

Het presidentenpaar Daniel Ortega en Rosario Murillo is vastberaden om de volksopstand in het kleine land ‘koste wat het kost’ neer te slaan. Toch raakt het Nicaraguaanse regime geleidelijk meer geïsoleerd.

Voor Esmeralda González (20) is het bijna dagelijkse routine: ‘Wanneer ze aanvallen, dan verschansen we meteen de kinderen onder het bed. Iedereen op de grond: dekking zoeken.’ De politie en knokploegen van gemaskerde paramilitairen hebben van de Nicaraguaanse president Daniel Ortega het bevel gekregen ‘koste wat het kost’ een einde te maken aan de opstand in Masaya, een stad iets zuiden van hoofdstad Managua.

Masaya is het epicentrum van de bloedige volksopstand in het Midden-Amerikaanse land (zes miljoen inwoners), die in drie maanden tijd volgens ngo’s meer dan 350 doden en ruim 2.100 gewonden eiste, voornamelijk ongewapende burgers. Het conflict voelt hier als een burgeroorlog, alleen veronderstelt dat min of meer gelijke middelen voor beide kampen.

Opstandelingen in de wijk Monimbó verschansen zich achter barricades van losgewrikte straatstenen. Ze verdedigen zich met huisgemaakte mortieren en karabijnen. De regimetroepen beuken erop in met automatische aanvalswapens van hoog kaliber en granaatwerpers. Achteraf delen ze groepsfoto’s op sociale media. Twee broers van Esmeralda González zijn net gewond geraakt. De jonge mannen werden verzorgd in een geïmproviseerd veldhospitaaltje. ‘Gaan we naar een groter ziekenhuis in de buurt dan worden we meteen opgepakt’, weten ze.

Gemaskerde en gewapende paramilitaire knokploegen worden bij de volksopstand in Nicaragua ingeschakeld om de barricades van betogers 'schoon te geven', Masaya, 18 juli 2018
Gemaskerde en gewapende paramilitaire knokploegen worden bij de volksopstand in Nicaragua ingeschakeld om de barricades van betogers ‘schoon te geven’, Masaya, 18 juli 2018 © AFP

Ortega, oud-aanvoerder van de marxistische guerrilla die in 1979 de dictatoriale Somoza-dynastie verjoeg, gedraagt zich nu zelf als een despoot, zegt de oppositie. Bij protesten tegen een voorgestelde pensioenhervorming werden half april in de eerste vijf dagen circa dertig betogers doodgeschoten door de politie.

Had Ortega het protest niet zo hard neergesslagen, dan zou het niet zou geëscaleerd zijn, zeggen veel burgers. Nu moet hij weg – en snel. De politieke oppositie, mensenrechtenorganisaties, de Katholieke Kerk, het bedrijfsleven en studenten – verenigd in de zogenaamde Civiele Alliantie – eisen vervroegde verkiezingen in maart 2019. De Europese Unie roept hier ook toe op. Maar Ortega en zijn echtgenote en vicepresident Rosario Murillo willen aanblijven tot 2021 en kiezen voor nietsontziende repressie.

De regering in Nicaragua heeft recent de politie en paramilitairen bevolen elke barricade in het land 'koste wat het kost' op te ruimen
De regering in Nicaragua heeft recent de politie en paramilitairen bevolen elke barricade in het land ‘koste wat het kost’ op te ruimen © REUTERS

Knokploegen gaan van deur tot deur

‘Wat vandaag gebeurt is een genocide op een weerloze bevolking door loyalistische politie en fanatieke milities’, zegt dokter Alvaro Leiva, hoofd van de Nicaraguaanse mensenrechtenorganisatie ANPDH. ‘Ortega heeft zich ontpopt tot een onbeschaamde dictator die het grondwettelijke betogingsrecht met voeten treedt. Vreedzame betogers worden illegaal ontvoerd, verdwijnen of worden soms ter plekke geëxecuteerd. De repressie heeft een hoogtepunt bereikt.’

Vooral studenten en jongeren hebben het moeten ontgelden. Afgelopen weekeinde werd de bezetting van UNAN-universiteit in Managua beëindigd na een bijzonder intense belegering door politie en paramilitairen. Het hele land zag video’s van studenten die afscheid namen van familieleden terwijl de kogels hen om het hoofd vlogen. Bemiddeling door de Kerk kon een bloedbad voorkomen. Toch lieten twee studenten het leven, onder wie de 20-jarige Gerald Vasquez, een derdejaarsstudent bouwkunde. Deze week werd hij begraven. ‘We voelden het aankomen’, zegt vader Yeder. ‘De onderdrukking is als een orkaan die alles op zijn pad vernietigt.’

Speciale politie-eenheden zetten oorlogswapens en granaatwerpers in tegen betogers
Speciale politie-eenheden zetten oorlogswapens en granaatwerpers in tegen betogers © REUTERS

Barricades opgeruimd

Ortega bestuurde Nicaragua eerder in de elf jaar na de sandinistische revolutie (1979) als leider van het FSLN, tot hij in 1990 weggestemd werd. In 2006 werd hij toch weer herkozen en sindsdien houdt hij naarstig aan de macht vast. Tot twee weken geleden kende het land nog honderd kleine en grotere verzetshaarden en waren ook grote snelwegen bezet. Begin juli beval de president de ordediensten ‘schoonmaakoperaties’ te houden: geen barricade staat nog overeind.

Daarbij zijn deze maand zestig mensen omgekomen. Op maandag stemde de sandinistische meerderheid in het parlement bovendien in met een terrorismewet, die straffen tot twintig jaar behelst voor betogers en zelfs sympathisanten. Talloze activisten zijn doodsbang, zeggen ze, want verzetsleden gaan naar El Chipote, een beruchte gevangenis in Managua waar onder de Somoza’s politieke gevangen gefolterd werden.

María Ramos (40) wacht er nu al twee weken op nieuws over haar zoon Jerson (19). ‘De politie en gemaskerde paramilitairen zetten ’s nachts de straat af en namen een tiental jongens mee, zonder aanhoudingsbevel of uitleg’, vertelt ze er. Ze komt uit het departement Carazo, en kan een dagelijkse busreis naar Managua niet betalen. Daarom kampeert ze buiten de gevangenis met een vijftigtal lotgenoten.

De Nicaraguaanse president Daniel Ortega viert met zijn echtgenote en vicepresident Rosario Murillo in hoofdstad Managua de 39ste verjaardag van de sandinistische revolutie, 19 juli 2018
De Nicaraguaanse president Daniel Ortega viert met zijn echtgenote en vicepresident Rosario Murillo in hoofdstad Managua de 39ste verjaardag van de sandinistische revolutie, 19 juli 2018 © REUTERS

Ook de uitgesproken studentenleider Lesther Alemán (20) weet dat hij gezocht wordt door de politie. Al meer dan twee maanden zit hij op onderduikadressen: de nachtelijke invallen bij dissidenten zijn dezer dagen haast niet bij te houden. ‘Ik ben in ballingschap in eigen land’, zegt Alemán aan de telefoon. ‘Onze smartphones worden gehackt en bankrekeningen geblokkeerd. Het is nu illegaal om student te zijn. Buitenmatige onderdrukking is het.’

Het land is ondertussen bijzonder gepolariseerd geraakt. Elke Nicaraguaan met een smartphone is getuige van alle confrontaties, arrestaties, verdwijningen. De woede zit diep. Een handvol staats- zenders, gerund door kinderen van Ortega, hangt daartegenover een beeld op van een vredelievende, christelijke president die belaagd wordt door rechtse putschisten.

Die worden gesteund door het ‘imperialisme’ – een verwijzing naar de Verenigde Staten. Via social media worden geruchten verspreid dat de CIA het verzet steunt. Net als tijdens de Koude Oorlog, toen de VS de rechtse contra’s steunden in hun burgeroorlog tegen de sandinisten.

Isolement in regio

‘Toch is zelfs het sandinistische front intern verdeeld’, zegt Carlos Chamorro, hoofdredacteur van oppositiekrant Confidencial en zoon van de rechtse oud-president Violeta Chamorro. ‘Het oorspronkelijke sandinisme is immers democratisch. Oude revolutionaire medestanders van Ortega vertrouwen me toe dat ze het niet meer aan kunnen zien. Ook veel jongeren die op de barricades sprongen, stemden eerder voor Ortega. Wat overblijft zijn de orteguistas, fanatici die een persoonlijkheidscultus rond Ortega aanhangen.’

Het leger houdt zich tot dusver afzijdig. De opperbevelhebber is aangesteld door Ortega en zou geen militaire coup voorstaan. Integendeel: de politie wordt regelmatig gefotografeerd met wapens die enkel door de strijdmacht gebruikt worden.

Betogers rouwen om de dood van student Jonathan Morales, Managua, 12 juli 2018
Betogers rouwen om de dood van student Jonathan Morales, Managua, 12 juli 2018 © REUTERS

Kort na ons bezoek aan Monimbó komt het bericht dat een troepenmacht van duizend à vijftienhonderd sterk de laatste verzetshaard schoonveegt in een gewelddadige operatie die drie jongens het leven kost. ‘Viva el comandante Daniel Ortega‘, zullen paramilitairen, schietend in de lucht, scanderen op video’s die later circuleren. Esmeralda Gonzalez vertelt aan de telefoon dat zij, haar twee broers en talloze andere opstandelingen inderhaast gevlucht zijn.

‘Paramilitairen – zelfs niet de politie – gingen in de wijk van deur tot deur, met honden, op zoek naar bewijsmateriaal van betrokkenheid bij het protest. Ze hadden lijsten mee.’ Dat is een welbekende praktijk: lokale FSLN-partijvertegenwoordigers verklikken buren. In buurland Costa Rica pieken de asielaanvragen: van gemiddeld 120 per maand tot 5.000 tot dusver in juli, melden plaatselijke autoriteiten. Velen daarvan komen uit Masaya. ‘We zijn nergens veilig meer’, besluit Gonzalez.

Toch raakt de president steeds verder geïsoleerd. Op woensdag veroordeelden 21 landen van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) de misbruiken van het Nicaraguaanse regime. De stemming werd van dichtbij gevolgd door vele doorsnee Nicaraguanen. De oppositie vierde: door mogelijk economisch isolement verliest Ortega draagvlak, al lijkt hij allesbehalve bereid zelf op te stappen.

‘Nicaraguanen zijn strijdbaar’, zegt dokter Alvaro Leiva. ‘Het volk gaat zich niet zomaar gewonnen geven: er is teveel bloed gevloeid, ik zie geen weg terug. Hier komt nog een trieste burgeroorlog van, we bereiden ons op het ergste voor.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content