‘Bijna alle remmen zijn weg in Moskou en Ankara’

Turkije en Rusland bevinden zich opnieuw tegenover elkaar, deze keer in de Kaukasus, het bergachtige gebied tussen de Zwarte Zee en de Kaspische Zee.

Het conflict tussen Azerbeidzjan en Armenië broeit al langer, maar vorige week kwam het tot een kleine tankoorlog aan de grens met tientallen slachtoffers tot gevolg. Rusland probeert traditioneel de machtsbalans tussen de twee kleine Kaukasische kemphanen te manipuleren, maar met een voorkeur voor Armenië. Turkije levert bijna onvoorwaardelijke steun aan Azerbeidzjan.

En dus werden Armeense T-72-tanks, gemaakt in Rusland, getroffen door Azerbeidzjaanse onbemande vliegtuigen geleverd door Ankara, werd een Armeens Sukhoi-gevechtsvliegtuig vermoedelijk neergehaald door een Turkse F-16 en vochten officieren opgeleid in Turkije tegen officieren gevormd in Rusland. Het heeft veel weg van een typische proxyoorlog. Voor Turkije spelen een aantal zaken mee. Armenië heeft met Turkije een eeuwenlange vertroebelde relatie, die zijn oorsprong vindt in de verdrukking van het Ottomaanse Rijk en later, aan het begin van de twintigste eeuw, de Armeense genocide. Vanuit Armeens perspectief waren de Turken de bezetter, vanuit Turks perspectief waren de Armenen de nagel aan de doodskist van het Ottomaanse Rijk.

Dat alles vertaalde zich in geopolitieke termen als ‘de vijand van mijn buur is mijn vriend’. De Turken haalden de banden met de Azeri’s aan en schaarden zich aan de zijde van Bakoe in diverse conflicten met Jerevan, zoals dat over het betwiste gebied Nagorno-Karabach. Het was wellicht niet eens de bedoeling van de Turken om de Kaukasus mee in brand te zetten, maar hun toenemende steun heeft bij de Azeri’s onvermijdelijk de strijdlust aangewakkerd – en dus ook bij de Armenen. De Turken opereren nu openlijk in een gebied dat ook de Russen als hun achtertuin beschouwen.

Bijna alle remmen zijn weg in Moskou en Ankara.

En dat komt boven op de talrijke andere conflicthaarden. Neem de Balkan. Ook die is van oudsher een plek waar Turkse en Russische belangen botsen. Ankara leverde militaire steun aan Kosovo en opende er recent een grote moskee. Idem met Albanië. Dat duidt allerminst op een nieuwe Ottomaanse opmars, want Kosovo legde bijvoorbeeld het dictaat van Ankara om de relaties met Israël niet te normaliseren naast zich neer. Maar tezelfdertijd blijft Rusland wel investeren in orthodoxe kerken en militaire samenwerking in Servië. De Russische steun voor de Grieken in hun geschil met de Turken over de Egeïsche Zee is ook een teken aan de wand.

Ook in de Middellandse Zee lopen de spanningen op. Rusland zet de Turken een neus door onderzeeboten via de Bosporus tussen de Zwarte Zee en de Middellandse Zee te laten varen. Aanvankelijk maakten de Russen gebruik van een achterpoortje in de Conventie van Montreux van 1936. Die bepaalde dat oorlogsschepen van andere landen enkel door de zeestraat mogen indien ze nieuw zijn of onderweg zijn voor herstelling. Rusland voert nu telkens aan dat de schepen onderweg zijn voor… herstelling.

De Turken opereren nu openlijk in een gebied dat ook de Russen als hun achtertuin beschouwen.

Dan is er Syrië. Rusland en Turkije zijn formeel overeengekomen aanvaringen te voorkomen en gezamenlijke patrouilles uit te voeren. Maar de situatie blijft dat de Turkse ambitie om invloed te verwerven over een deel van Noord-Syrië, met inbegrip van de stad Idlib, onverzoenbaar is met het Russische streven om het regime van Bashar al-Assad overeind te houden. Terwijl de Russen hun positie in Syrië verstevigen, blijven de Turken strijders opleiden en raketten rondom Idlib ontplooien die Syrische en Russische vliegtuigen het werk moeilijk maken.

Het conflict gaat verder in Noord-Afrika. Rusland levert aanzienlijke steun aan de Egyptische sterke man Abdul Fatah al-Sisi, terwijl de Turkse president Erdogan hem niet kan uitstaan. Ondanks onderhandelingen voor een staakt-het-vuren blijven Moskou en Ankara huurlingen en wapens naar de strijdende partijen in Libië sturen. Voorts is Turkije bezeten van de aspiratie om minder afhankelijk te worden van Russische energie.

De steeds talrijkere aanvaringen tussen Moskou en Ankara leiden ons een stuk terug naar het verleden, waarbij, zoals een negentiende-eeuwse Engelse diplomaat ooit schreef, ‘Rusland en Turkije dansen als krijgers rond de Zwarte Zee’. De animositeit werd enkele eeuwen eerder reeds treffend uitgedrukt door, jawel, Voltaire in een brief aan de tsarina: ‘Mevrouw, u geeft me opnieuw zin om enkele Turken om zeep te helpen.’ Bijna alle remmen zijn weg in Moskou en Ankara, nu het Westen het spel zo goed als vrij laat. En de confrontaties, die worden talrijker.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content