Bij de Koerdische strijders in Mosul: ‘Weer een IS-strijder minder’

© Sebastian Backhaus
Joanie De Rijke
Joanie De Rijke Medewerkster Knack

Het net rond de door de IS bezette stad Mosul sluit zich langzaam. De peshmerga zijn tot op de grens van het Koerdisch grondgebied genaderd, op 9 kilometer van de stad. De hoop leeft, maar de angst evenzeer. ‘We vechten momenteel eensgezind tegen IS, maar die eenheid zal straks pijlsnel verdwijnen. En dan staan we weer voor nieuwe problemen.’

‘We hebben de IS uit ons gebied verjaagd. Mission accomplished‘, zegt Sihad Barzani tevreden. Hij is commandant van een pehsmerga-eenheid, 12.000 man sterk, en broer van de Koerdische president Massoud Barzani. Aan het einde van een lange dag strijden zit hij uit te blazen voor zijn caravan, met zicht op de glooiende velden van een geïmproviseerde peshmergabasis ten noorden van Mosul. ‘We hebben het gebied bevrijd tot 9 kilometer van Mosul. Daar stopt het grondgebied van de Koerden. Vanaf daar is het aan het Iraakse leger. Zij moeten de strijd verderzetten. ‘

Na maandenlange onderhandelingen tussen Bagdad en de Koerdische Autonome Regio is de grens vastgelegd tussen Iraaks en Koerdisch grondgebied om etnische conflicten tussen de Arabische bevolking van Mosul en de Koerdische strijdkrachten te vermijden. De Koerden hebben een snelle opmars richting Mosul gemaakt. Het laatste deel zal een stuk moeilijker worden. Hoe dichter bij de stad, hoe heviger het verzet van Islamitische Staat.

Disco in de dingo

Commandant Barzani (foto onder), met zijn brede postuur en verweerde kop een charismatische verschijning, is trots op de prestatie van de Koerden. Om 4 uur vanochtend begonnen ze aan de zevende dag van de slag om Mosul. Doel: de omgeving en dorpjes rond de stad Bashiqa te bevrijden, op zo’n 20 kilometer van Mosul.

Sihad Barzani, commandant van een peshmergeenheid
Sihad Barzani, commandant van een peshmergeenheid© Sebastian Backhaus

‘Dat is dus gelukt,’ zegt Barzani, ‘behalve Bashiqa zelf. Daar is de Islamitische Staat nog aanwezig. Er zijn ook nog andere plaatsen waar de peshmerga vechten, maar in het gebied waarover ik het bevel heb, is de klus geklaard.’

De veteraan heeft de hele dag doorgebracht in een dingo, een pantservoertuig van Duitse makelij. ‘Ik reed twaalf uur lang rond. Mortieren, raketten en kogels knalden constant met veel kabaal constant tegen de gepantserde wanden. IS verzette zich met man en macht. Het was precies disco in de dingo’, grijnst hij, de ene kop thee na de andere drinkend. ‘Ze stuurden acht bomauto’s, maar die hebben we allemaal uitgeschakeld. In Bashiqa hoorden we over de radio hoe de IS-strijders tegen elkaar klaagden. Ze hebben geen water meer, geen elektriciteit, geen eten. We hebben hun commandant trouwens gedood, een zekere Abu Farouk.’

Rode vlaggetjes en mijnen

Morgen kunnen we zelf in een gepantserde wagen naar de laatste Koerdische frontlijn gaan, op 9 kilometer van Mosoel, stelt Barzani voor. Een dingo is te klein om extra mensen mee te nemen dus staat er ’s morgens een Amerikaanse Mrap te wachten. Samen met vier peshmerga rijden we van Barzani’s basis door een verlaten stoffige vlakte richting Mosul. Langs de zandweg staan rode vlaggetjes, daarachter is het bezaaid met mijnen.

Bij het dorpje Dischraib houden we halt. Een groep Koerdische strijders staat op een aarden omwalling en kijkt over de velden. Honderd meter verder bouwen ze verder aan nog een aarden muur: de laatste positie van de Koerden.

‘Daar ligt Mosul’, wijst een van hen richting de velden voor ons. ‘Zo dichtbij. Het is jammer dat we niet tot aan de poorten van de stad kunnen gaan. Maar het is de beslissing van Bagdad: de herovering van de stad zal door het Iraakse leger en de politie gebeuren. Benieuwd of ze dat aankunnen.’

Een peshmergastrijder in Mosul
Een peshmergastrijder in Mosul© Sebastian Backhaus

Een paar honderd meter voor ons zien we het Iraakse leger in een klein dorpje af en aan rijden. Een gevechtsvliegtuig raast plots boven onze hoofden. Dan zien we een bom vallen. Een explosie volgt en een grote grijze rookpluim stijgt op. ‘Bomauto’, zegt commandant Khalil Ibrahim droog. Hij heeft de leiding over deze post aan de grens. ‘Weer een IS-strijder minder.’

Ook hij is trots: ‘Onze mannen hebben hun leven gegeven voor deze strijd. Dit is niet alleen belangrijk voor de Koerden, maar voor de hele wereld.’

Gisteren zat IS nog op de plek waar we nu staan, zegt Ibrahim. ‘Nu zijn ze naar het aangrenzende dorp Topsaua gevlucht. We zouden wel achter hen aan willen gaan, maar het dorp ligt net op de grens. We mogen niet verder.’

Sihad Barzani laat het niet aan zijn hart komen. ‘Wat er op Iraaks grondgebied gebeurt, is onze zaak niet. Wij strijden voor de bescherming van onze eigen regio, meer niet. Maar ik maak me zorgen over wat er nà de bevrijding van Mosul zal komen. De oude etnische spanningen tussen Koerden en Arabieren zullen weer de kop opsteken, om van de religieuze strijd in dit land nog maar te zwijgen. We vechten momenteel eensgezind tegen IS, maar ik maak me weinig illusies: die eenheid zal straks pijlsnel verdwijnen. En dan staan we weer voor nieuwe problemen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content