Betere bestraffing van buitenlandse bestuurders

Het zal voor EU-landen gemakkelijker worden buitenlandse bestuurders op te sporen en te bestraffen.

De Europese ministers van Transport hebben vrijdag een akkoord bereikt om het via toegang tot elkaars databanken gemakkelijker te maken buitenlandse verkeersovertreders te bestraffen.

Volgens Europese statistieken maken buitenlanders vijf procent uit van de totale verkeersstroom, maar zijn ze verantwoordelijk voor vijftien procent van de snelheidsovertredingen. Door een gebrek aan gegevensuitwisseling blijven veel van die overtredingen echter onbestraft.

Tijdens een vergadering van de Europese ministers van Transport onder leiding van staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe (CD&V) werd afgesproken dat de lidstaten elkaar via een elektronisch netwerk toegang zullen verschaffen tot de databanken waarin ze hun autoregistratiegegevens bewaren.

Lijst van acht inbreuken

Eens de buitenlandse overtreder is geïdentificeerd, zal het land waar de verkeersinbreuk heeft plaatsgevonden hem of haar een brief sturen met daarin de details van de overtreding en de opgelegde boete. Landen zullen dus een gegevensbestand moeten hebben van de voertuigen die bij hen geregistreerd staan.

Het systeem geldt niet voor alle verkeersovertredingen, maar voor een lijst van acht inbreuken zoals te snel rijden, niet stoppen voor een rood licht, geen veiligheidsgordel dragen en rijden onder invloed van alcohol.

Daarnaast staan ook rijden onder invloed van drugs, het niet dragen van een helm, onterecht gebruik maken van een rijstrook voor hulpdiensten en niet-handenvrij bellen op de lijst. Het systeem zal wel niet onmiddellijk operationeel zijn omdat het Europees Parlement nog groen licht moet geven en er afspraken moeten worden gemaakt over de boetes.