Berberse Belg Fauzaya Talhaoui over onrust in de Rif: ‘Een revolutie kunnen we missen als kiespijn’

© Diego Franssens

Met de arrestatie van Berberleider Nasser Zafzafi heeft het oproer in de Marokkaanse Rif een kookpunt bereikt. De Belgische diaspora leeft intens mee. SP.A-politica, Berber en Mohamed VI-bewonderaarster Fauzaya Talhaoui toont zowel begrip als bezorgdheid. ‘Alle Marokkanen zijn als de dood voor Syrische toestanden.’

Nasser Zafzafi uit de Noord-Marokkaanse havenstad Al Hoceima is een fenomeen. Een jaar geleden kende niemand hem. 38 jaar, werkloos geworden nadat zijn gsm-shop op de fles was gegaan, inwonend bij zijn ouders vanwege geen geld om een huis te kopen, laat staan een gezin te stichten. Het is de situatie van tienduizenden jonge mannen en vrouwen in de Rif, de hoofdzakelijk door Berbers bewoonde bergstreek tussen Tanger en Melilla. Intussen houdt het lot van de gearresteerde gsm-verkoper heel Marokko in de ban, inbegrepen de Marokkaanse diaspora in Europa, waarvan een groot deel uit de Rif afkomstig is.

De charismatische, welbespraakte en vlot twitterende Zafzafi heeft zich opgeworpen als de leider van Hirak, een protestbeweging die opstak nadat op 28 oktober een jonge visverkoper op een afschuwelijke manier om het leven was gekomen. Mohsine Fikri, intussen een martelaar van de Riffijnse zaak, werd verpletterd toen hij zijn lading in beslag genomen zwaardvis uit de laadbak van een vuilniswagen probeerde te redden. De gsm-beelden gingen viraal en veroorzaakten een explosie van volkswoede, in een streek met diepgewortelde frustraties over achterstelling en een rijke traditie van verzet. Koning Mohamed VI sprak zijn medeleven uit, de regering poogde de gemoederen met ronkende verklaringen en dure beloften te bedaren. Het mocht niet baten, het protest dijde integendeel uit tot ver buiten de Rif. Ook in steden als Rabat, Casablanca, Tanger en Agadir werden de eisen opgepikt, door Berbers maar evengoed door Arabieren. Corruptie, werkloosheid, falend onderwijs en ondermaatse gezondheidszorg: het zijn dezelfde kwalen die zes jaar geleden in buurland Tunesië de start van de Arabische Lente inluidden.

Onder jongeren is het een populaire slogan: nous sommes tous Zafzafi

Sinds anderhalve week zit Nasser Zafzafi net als twintig medestanders in de cel. Hij werd gearresteerd omdat hij tijdens het vrijdaggebed een imam het zwijgen had opgelegd en vervolgens zelf een vlammende speech afstak. De timing van de escalatie, de start van de ramadan, is niet zonder belang. In verschillende Europese steden werden vorige week sit-ins georganiseerd om tegen Zafzafi’s arrestatie te protesteren. Eerder al werd in Brussel en Antwerpen betoogd uit solidariteit met de Riffijnse opstand. Fauzaya Talhaoui, gewezen Kamerlid en nu Antwerps gemeenteraadslid voor de SP.A, was er niet bij. Toen we haar naam lieten vallen bij een koepel van Berberverenigingen werden we prompt gewaarschuwd. Talhaoui, dat is een stem van het Marokkaanse regime. Kort door de bocht, zo blijkt. Talhaoui is vooral een genuanceerd en betrokken waarnemer.

Fauzaya Talhaoui: ‘Ik ben in de Spaanse enclave Melilla geboren, maar mijn beide ouders komen uit de Rif. Stel je voor, een van mijn grootvaders heeft in de jaren twintig van de vorige eeuw met de legendarische verzetsleider Abdelkrim El Khattabi tegen de Spanjaarden en de Fransen gevochten. Een vuile oorlog, op een gegeven moment hebben de Spanjaarden zelfs mosterdgas tegen burgers ingezet. Vijf jaar lang is de Rif toen een onafhankelijke republiek geweest, iets waar alle Riffijnen tot vandaag buitengewoon trots op zijn. Kijk naar de betogingen in Al Hoceima: overal foto’s van Abdelkrim en vlaggen van de republiek. Onder de vorige koning Hassan II waren die symbolen ten strengste verboden.’

Wordt er opnieuw om onafhankelijkheid geroepen?

Fauzaya Talhaoui: Zafzafi ontkent dat er een separatistische agenda speelt. Vraag is waarom ze dan met die Republikeinse vlag staan te zwaaien. Het is maar een symbool, maar wel een symbool dat voor veel nervositeit en speculaties zorgt. Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat Algerije de beweging financiert. Daar hecht ik weinig geloof aan, dat gerucht past gewoon in het historische wantrouwen tussen beide landen. Wel is het zo dat veel Algerijnen zich in de problemen in de Rif verkneukelen. Beter voor eigen deur vegen, denk ik dan, want de situatie van de 13 miljoen Kabyliërs (Algerijnse Berbers, nvdr) is ook niet zo rooskleurig.

Volgens een ander gerucht wordt de opstand gesteund vanuit Catalonië. Dat is minder vergezocht dan het lijkt. In Spanje, onder meer in Barcelona, leven grote gemeenschappen van Riffijnen. Catalaanse nationalisten hebben bovendien veel sympathie voor de Riffijnse zaak, de gemeenteraad van Barcelona heeft zelfs een motie goedgekeurd als protest tegen Zafzafi’s arrestatie.

Berberse Belg Fauzaya Talhaoui over onrust in de Rif: 'Een revolutie kunnen we missen als kiespijn'

Waarom zit de frustratie in de Rif zo diep?

Talhaoui: Kijk naar de geschiedenis. Hassan II, de vader van de huidige koning, heeft bijna 40 jaar geregeerd. Marokkanen spreken van de loden jaren, een lange periode van repressie en discriminatie. Onmiddellijk na de Marokkaanse onafhankelijkheid in 1956 brak in de Rif een opstand uit. Hassan, toen nog opperbevelhebber van het leger, heeft die met ijzeren hand onderdrukt. Zelfs de luchtmacht werd ingezet om berberdorpen te bombarderen. Als koning koesterde Hassan daarna een levenslange haat tegen de Riffijnen. Repressie was algemeen in Marokko, maar Riffijnen waren oververtegenwoordigd onder de slachtoffers die werden vermoord, gemarteld, opgesloten of verbannen. Even erg was de economische verwaarlozing, er werd nauwelijks in de regio geïnvesteerd. Hassan II beschouwde de Rif letterlijk als une terre inutile. Hij had overal in Marokko paleizen, behalve in de Rif, waar hij als koning nooit een voet heeft gezet.

Waarom denk je dat Riffijnen vooraan stonden toen Marokko in de jaren zestig met verschillende Europese landen akkoorden sloot voor de levering van gastarbeiders? De ellende was zo groot dat mensen geen andere toekomst zagen dan emigreren. Dat alles ging gepaard met een totale minachting voor onze cultuur en taal, het Tamazight. Voor een goed begrip: culturele discriminatie trof niet alleen de Riffijnen. Marokko is een lappendeken, behalve de Rif zijn er nog twee grote Berbergebieden: de Hoge Atlas en de regio Souss. Iedere regio kent een ander dialect, verwant maar toch zo verschillend dat ze Arabisch of Frans nodig hebben om elkaar te verstaan. Die complexiteit wordt hier vaak onderschat. Zo valt door verstedelijking, interne arbeidsmigratie en gemengde huwelijken al lang geen scherpe scheidslijn tussen Arabieren en Berbers meer te trekken.

De betogers eisen minder corruptie, meer banen, beter onderwijs, deugdelijke ziekenhuizen, een toekomstperspectief voor de jongeren. Is er dan niks veranderd sinds de dood van Hassan II in 1999?

Talhaoui: Toch wel, en zeker in de Rif. Onmiddellijk na zijn aantreden heeft Mohamed VI een breuk met het verleden gemaakt, goed beseffend dat de Rif een potentieel kruitvat was. Een van zijn eerste maatregelen was het ontslaan van Driss Basri, de gehate minister van Binnenlandse Zaken die de repressie tijdens de loden jaren belichaamde. De nieuwe koning heeft van Tamazight een officiële taal gemaakt. Berberkinderen volgen nu les in hun eigen taal, er is zelfs een officieel instituut om het Berbers te promoten. Even belangrijk: er werd de voorbije jaren geïnvesteerd in de Rif, onder meer in toerisme, haveninfrastructuur en hernieuwbare energie.

Zien Zafzafi en zijn medestanders dan alleen maar spoken?

Talhaoui: Dat hoor je mij niet zeggen, ik heb veel begrip voor Hirak. Er wordt wel geïnvesteerd, maar veel te weinig en veel te traag. Intussen werd elders veel geld in betwistbare projecten gepompt. Was de aanleg van een tgv tussen Casablanca en Tanger echt een prioriteit? Dezelfde vraag kun je stellen bij de recordtoren die een Chinees-Marokkaans consortium in Rabat wil bouwen. Dat valt allemaal moeilijk uit te leggen in de Rif, waar de werkloosheid piekt en men nog altijd zit te wachten op nieuwe wegen, goede ziekenhuizen en een eigen universiteit. Al durf ik niet te beweren dat de Riffijnen slechter af zijn dan pakweg de Berbers in de Hoge Atlas. In feite worden de grieven van Hirak in het hele land gedeeld, vandaar de spontane steunmanifestaties in Rabat, Casablanca, Tanger en andere grootsteden. Tegelijkertijd zie je belangrijke regionale verschillen. Het is geen toeval dat de agitatie veel groter is in Al Hoceima dan in het nabijgelegen Nador, de grootste stad van de Rif. Nador heeft zich de voorbije jaren wel ontwikkeld, veel meer alleszins dan Al Hoceima dat geïsoleerd ligt tussen de bergen en de zee.

Onmiddellijk na zijn aantreden heeft Mohamed VI een breuk met het verleden gemaakt, goed beseffend dat de Rif een potentieel kruitvat was

Corruptie is het woord dat het vaakst op protestbordjes wordt geklad. Is het zo erg gesteld in de Rif?

Talhaoui: In de Rif, net zoals in de rest van Marokko. Sla er de rapporten van Transparency International maar op na. De corruptie is diepgeworteld, in alle geledingen van de samenleving. De regering is er zich van bewust, er werden de voorbije jaren wetten aangenomen, controlemechanismen ontwikkeld en voorbeelden gesteld. Het vergt helaas veel tijd om de situatie bij te sturen, vooral omdat corruptie in de mentaliteit is gekropen. In de diaspora wordt daar enorm over gekankerd. Maar als Belgische of Nederlandse Marokkanen straks de boot naar Tanger nemen, staan ze zelf met euro’s te wapperen om een paar plaatsen voor te kruipen.

De opstand is al een half jaar bezig en blijft escaleren. Waarom vindt het regime geen antwoord?

Talhaoui: Er zijn verzachtende omstandigheden. Marokko heeft acht maanden zonder regering gezeten, na de verkiezingen van oktober die haast samenvielen met de dood van Mohsine Fikri en het begin van Hirak. De nieuwe regering – net als de vorige een coalitie van islamisten met socialisten en conservatieve, koningsgezinde partijen – probeert wel de gemoederen te bedaren. Onder zware druk overigens van de koning, die hier met zijn neus bovenop zit. In 2015 heeft hij zelf een investeringsplan van 470 miljoen euro voor Al Hoceima aangekondigd. Zowel de nationale als de regionale regering heeft nu beloofd dat versneld uit te voeren.

Al die beloften botsen op een muur van scepsis. Dat heeft uw partijgenoot en Brussels parlementslid Fouad Ahidar ter plaatse kunnen vaststellen. Volgens hem is de breuk tussen de bevolking en de autoriteiten totaal.

Talhaoui: Fouad kent de streek erg goed, hij gaat geregeld het graf van zijn vader bezoeken in een dorp vlakbij Al Hoceima. Ik ben er zelf vaak geweest, onder meer in het kader van een samenwerkingsproject tussen de Universiteit Antwerpen en de universiteit van Oujda, een grote stad op de grens met Algerije. Ik kan Fouad bijvallen: er is een enorm democratisch deficit. In heel Marokko overigens. Vergeet niet dat het land een prille democratie is die nog maar twee vrije verkiezingen heeft meegemaakt. Bijzonder aan de Rif is evenwel het gebrek aan vertegenwoordiging. Heel wat lokale politici zijn oude krokodillen uit de tijd van Hassan II. Ze wonen met hun familie in Rabat en vertonen zich zelden in hun kieskring. De Riffijnen herkennen zich helemaal niet in het huidige systeem.

De arrestatie van Zafzafi en twintig medestanders versterkt alleen maar het vermoeden dat de Marokkaanse democratie weinig meer is dan een laagje vernis op een autoritair, repressief systeem.

Talhaoui: Je mag Marokko niet met een Europese democratie vergelijken. Er zijn rode lijnen die niemand mag overschrijden, ook de pers niet trouwens. Het verstoren van de eredienst is zo’n rode lijn, net zoals het beledigen van de koning die in de Marokkaans-Malikitische variant van de islam als leider van de gelovigen wordt beschouwd. Door in een volle moskee een imam te schofferen, heeft Zafzafi die lijn bewust overschreden. Wat konden de autoriteiten anders doen dan Zafzafi, die ook de monarchie heeft bekritiseerd, op te pakken? Zijn optreden in de moskee was de druppel die de emmer deed overlopen.

Nasser Zafzafi: 'Door in een volle moskee een imam te schofferen, heeft hij bewust een rode lijn overschreden.'
Nasser Zafzafi: ‘Door in een volle moskee een imam te schofferen, heeft hij bewust een rode lijn overschreden.’© Reuters

Zafzafi werd zelf geprovoceerd door de imam die gelovigen opriep zich van Hirak af te keren. Zijn preek werd vanuit Rabat gedicteerd. Het ministerie van Religieuze Zaken heeft naar alle moskeeën instructies gestuurd om de protesten te bestrijden. Kennelijk worden die oekazes via de moskee ook in de diaspora verspreid. Doet dat niet denken aan Turkse toestanden?

Talhaoui: Het was wellicht niet slim van de imam om zo’n boodschap in Al Hoceima te verspreiden. Maar Turkse toestanden? Ik zou me toch hoeden voor scheefgetrokken vergelijkingen. In een land waar het staatshoofd tegelijkertijd als leider van de gelovigen fungeert, is religie per definitie een staatszaak. In deze gevaarlijke periode geldt dat meer dan ooit tevoren. Marokko is een van de grootste leveranciers van buitenlandse IS-strijders, er worden haast wekelijks terroristische cellen ontdekt of teruggekeerde IS-strijders onderschept. Logisch dus dat men de moskeeën controleert om te voorkomen dat er voor de IS wordt gerekruteerd. De arrestatie van Zafzafi staat daar niet helemaal los van. Niet dat hij van IS-sympathieën kan worden verdacht, maar er zijn wel aanwijzingen voor een verleden van religieuze radicalisering.

De Marokkaanse gevangenissen zijn berucht. Wordt Zafzafi door zijn arrestatie geen martelaar?

Talhaoui: Dat is hij nu al. Onder jongeren is het een populaire slogan: nous sommes tous Zafzafi. Ik denk niet dat hij slecht behandeld of gefolterd zal worden. De internationale gemeenschap, Amnesty International en Human Rights Watch voorop, kijkt scherp toe. Na zijn arrestatie werd hij onmiddellijk bijgestaan door 14 pro-Deoadvocaten. Het zou me niet verbazen als hij relatief snel wordt vrijgelaten, nadat ze hem eens goed hebben doorgelicht.

De Arabische Lente is in Marokko vreedzaam verlopen, vooral omdat de koning democratische hervormingen toestond die in 2011 tot een nieuwe grondwet hebben geleid. Kan het geweldloze protest in de Rif alsnog uitgroeien tot een nationale, gewelddadige revolutie?

Talhaoui: Marokkanen zijn als de dood voor toestanden zoals in Syrië of Irak. Ze zien de rampzalige gevolgen dagelijks op de televisie. Op de sociale media zie je dezelfde ongerustheid in de diaspora. Er is veel sympathie voor de eisen van Hirak, maar in één adem wordt opgeroepen tot nationale eenheid. Marokkanen uit de diaspora willen hun land niet in chaos zien afglijden. De zomer staat voor de deur, de plannen om ginder de familie te bezoeken liggen klaar. Dan kun je een gewelddadige escalatie missen als kiespijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content