Op de klimaattop in Parijs is de week van technische onderhandelingen zaterdag afgerond met een ontwerpakkoord. Dat wordt vanaf maandag voorgelegd aan de vakministers, die een week van politieke onderhandelingen zullen aanvatten. “Het ziet er niet slecht uit, maar we hangen nu af van de politieke wil”, is te horen bij de Belgische delegatie.
De onderhandelaars gingen vorige week van start met een basistekst van 54 pagina’s. Die werd nu gereduceerd tot een document van 48 bladzijden, maar er werd nog geen enkele fundamentele knoop doorgehakt. Zo is nog niet bepaald welk streefdoel voor temperatuurstijging in de tekst wordt opgenomen. Mogelijk wordt dat 2 graden, maar de optie van 1,5 graden, zoals bijvoorbeeld enkele Zuid-Amerikaanse landen vragen, is nog open. Ook de financiering voor uitstootreductie in ontwikkelingslanden, die in de richting van 100 miljard euro per jaar zou moeten gaan, dient nog te worden uitgeklaard door de milieuministers.
“Dit is toch een belangrijke stap, want we hebben de tekst behoorlijk kunnen inkorten”, zegt Peter Wittoeck, hoofd van de Belgische delegatie. “Een groot deel van de huidige 48 bladzijden zijn technische verklaringen. Het basisakkoord telt nu 21 pagina’s.”
De Belgen merken veel meer eensgezindheid dan zes jaar geleden, op de top in Kopenhagen, ook al waren er wat procedurele problemen in de loop van de eerste week. “Maar de procedure is nooit echt gebruikt om de zaak te vertragen, dat is heel positief”, is te horen.
Intussen duiken ook hoopgevende berichten op over een passage rond ‘loss and damage’ in het eindakkoord. Kleine eilandstaten argumenteerden al op vorige klimaatconferenties dat zij financiële steun moeten krijgen om de schadelijke gevolgen van de opwarming van de aarde te dragen. Verschillende staatshoofden van eilandstaten kregen de voorbije dagen naar eigen zeggen hoopgevende signalen dat er een regeling zal worden uitgewerkt. (Belga/WK)
