Bahrein organiseert parlementsverkiezingen zonder politieke inzet

In de kleine Golfstaat Bahrein trekken de kiezers zondag naar de stemlokalen om een nieuw parlement samen te stellen. De inzet van de verkiezingen is niet bepaald hoog, want de oppositie mag niet deelnemen en roept op tot een boycot van de stembusgang.

Officieel zijn er 293 politici die strijden om een zitje in het Lagerhuis. Maar de twee grootste oppositiepartijen, het sjiitische al-Wefaq en het seculiere Waad, zijn buiten de wet gesteld. De leden van die partijen kunnen zich door die beslissing niet langer kandidaat stellen voor een zitje in het Lagerhuis. Al-Wefaq roept daarom op tot een boycot van de verkiezingen: ze vragen de kiezers om massaal thuis te blijven.

Het opkomstcijfer lijkt dus een grotere indicatie voor de populariteit van het bewind te vormen dan de verkiezingsuitslag. Maar zelfs met een deelname van de oppositie zouden de verkiezingen in Bahrein wellicht maar weinig veranderingen kunnen teweegbrengen. De macht van de veertig verkozenen in het Lagerhuis is beperkt tot een toezichthoudende rol en tot het onderzoeken van de wetsvoorstellen die door de koning en de regering worden ingediend.

De beslissingen in het Lagerhuis kunnen bovendien worden tegengehouden door de leden van het Hogerhuis, die worden aangeduid door koning Hamad bin Isa al-Khalifa. De overheid van de eilandstaat Bahrein leeft al enige tijd op gespannen voet met een groot deel van de bevolking. Het land wordt door soennieten geregeerd. Algemeen wordt aangenomen dat de sjiieten in de meerderheid zijn, maar dat wordt door de regering tegengesproken.

De meest opvallende oprisping van ontevredenheid bij de bevolking dateert van tijdens de Arabische Lente van 2011. Maar de sjiitische opstand werd toen op bloedige wijze onderdrukt. De daaropvolgende parlementsverkiezingen, in 2014, werden al geboycot door de oppositie, die de stemming als een ‘farce’ bestempelde. Sindsdien lijkt de onderdrukking van politieke tegenstanders alleen maar te zijn toegenomen.

Zo dateert de beslissing om het sjiitische al-Wefaq te verbieden van 2016. Officieel werd de partij toen buiten de wet gesteld wegens het ‘steunen van terrorisme’ en aanzetten tot geweld. Sheikh Ali Salman, de leider van al-Wefaq werd begin deze maand ook tot levenslang veroordeeld wegens ‘spionage’ voor Qatar. Mensenrechtenorganisaties hebben zijn veroordeling een ‘karikatuur’ genoemd. Naast Ali Salman zijn overigens nog honderden andere oppositieleden gevangengenomen.

Als gevolg van al die ontwikkelingen, stelt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch zich ernstige vragen bij de kiesstrijd in Bahrein. De verkiezingen vinden plaats ‘in een repressief politiek klimaat, dat niet niet bevorderlijk is voor de organisatie van vrije verkiezingen’, zo klinkt. HRW roept de Westerse bondgenoten van Bahrein ook op om de wapenleveringen aan het land stop te zetten.

Daarbij wordt in de eerste plaats gekeken naar de VS, dat een nauwe bondgenoot is van Bahrein. Zo bevindt het hoofdkwartier van de Amerikaanse vijfde vloot zich in een marinebasis in de kleine Golfstaat. Samen met de parlementsverkiezingen vinden zondag in Bahrein ook lokale verkiezingen plaats. In totaal zijn er iets meer dan 360.000 stemgerechtigde kiezers.