Azerbeidzjan laat 15 krijgsgevangenen vrij in ruil voor landmijnenkaart

Een bewoner van Nagorno-Karabach laat zijn koeien grazen nabij een rakethuls

Een week voor de vervroegde parlementsverkiezingen in Armenië heeft Azerbeidzjan vijftien krijgsgevangenen overgedragen. Zij werden aan de grens vrijgelaten, maakte het Azerbeidzjaanse ministerie van Buitenlandse Zaken bekend.

In ruil daarvoor heeft Armenië een kaart overhandigd van mijnen die zijn gelegd op een plaats die vroeger door Armeense soldaten werd bezet, aldus het ministerie.

In een mededeling laat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken weten dat hij tevreden is. ‘Wij blijven aandringen op de terugkeer van alle gevangenen en zijn bereid de landen van de regio bij te staan in hun inspanningen om de samenwerking voort te zetten en hun onderlinge geschillen op te lossen’, zegt hij.

Armenië heeft Azerbeidzjan er herhaaldelijk van beschuldigd niet alle krijgsgevangenen vrij te laten. Dat was nochtans een van de voorwaarden voor het tot stand komen van de wapenstilstand. Azerbeidzjan verklaarde dat het zijn verplichtingen is nagekomen. De soldaten die Armenië na het einde van de vijandelijkheden naar ‘gebieden van Azerbeidzjan’ heeft gezonden, vallen volgens Bakoe echter niet onder de overeenkomst.

6000 doden

De gevechten in Nagorno-Karabach startten op 27 september en duurden tot 9 november. Volgens de huidige informatie vielen er meer dan 6000 doden. Dat aantal kan nog oplopen, aangezien nog steeds lichamen worden geborgen.

Nagorno-Karabach is een bergachtig gebied met een overwegend Armeense bevolking dat zich in de jaren 90 afscheidde van Azerbeidzjan na een oorlog die 30.000 levens eiste en honderdduizenden mensen dakloos maakte. De onafhankelijkheid van de enclave in Azerbeidzjan, economisch en militair gesteund door Armenië, is niet erkend door de internationale gemeenschap.

Partner Content