Artsen Zonder Grenzen (AZG) is verontwaardigd over de in haar ogen ‘opzettelijke’ aanval van maandag op het ziekenhuis in Boga, in de noordoostelijke Congolese provincie Ituri. De organisatie maakt zich zorgen over de gevolgen op lange termijn voor de lokale gemeenschappen.
Bij de gevechten vielen zo’n 12 doden, onder wie 10 burgers. Het ziekenhuis van Boga werd volledig verwoest. Verscheidene gebouwen brandden af, waaronder de afdeling intensieve zorg, en de apotheek en medische reserves werden geplunderd.
Volgens AZG was het ziekenhuis de laatst overgebleven zorginstelling in de gezondheidszone. Meer dan 80.000 mensen hingen ervan af. ‘Honderden kinderen die lijden aan ondervoeding zullen geen toegang meer hebben tot het therapeutische voedingsprogramma ontwikkeld door Artsen Zonder Grenzen en duizenden mensen hebben geen toegang meer tot gezondheidszorg’, luidt het.
Neutrale ruimtes
AZG coördineerde de bouw van het ziekenhuis tussen 2017 en 2020, als antwoord op het nijpende gebrek aan gezondheidsdiensten in de gezondheidszone. De organisatie trok de voorbije maanden consequent aan de alarmbel over de toenemende onveiligheid, die ‘alleen maar zorgt voor nieuwe kinderen die lijden aan ondervoeding en meer gevallen van seksueel geweld, waardoor vrouwen niet op het land kunnen werken’.
AZG vraagt dat ziekenhuizen in conflictgebieden beschermde en neutrale ruimtes blijven.
‘Zolang de verschillende groepen die bij het conflict betrokken zijn de vitale noodzaak van het beschermen van de gezondheidszorg in Ituri niet begrijpen, zullen humanitaire hulpverleners en gezondheidswerkers onvermijdelijk worden geconfronteerd met een absurde en eindeloze cyclus van voortdurend opnieuw bouwen van faciliteiten die gedoemd zijn opnieuw te worden vernietigd’, zegt de ngo nog.
