Amnesty: ‘Nog altijd oorlogsmisdaden in noordwesten van Syrië’

4 mei: Een Syrisch gezien tijdens een iftar-maaltijd in hun vernietigde huis. © Belga

In het noordwesten van Syrië vinden nog steeds oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid plaats. Dat meldt Amnesty International in een nieuw rapport. De mensenrechtenorganisatie dringt er bij de VN-Veiligheidsraad op aan de cruciale aanvoer van hulpgoederen naar burgers in het noordwesten van Syrië niet op te geven.

In het rapport, ‘Nowhere is safe for us: Unlawful attacks and mass displacement in north-west Syria‘, beschrijft Amnesty International 18 cases, waarvan de meeste dateren van januari en februari 2020. Het gaat om aanvallen van Syrische en/of Russische regeringstroepen op medische voorzieningen en scholen in Idlib, het westen van Aleppo en het noordwesten van Hama.

Tegen 5 maart, de afkondiging van een staakt-het-vuren, sloegen in Idlib bijna 1 miljoen mensen op de vlucht. ‘Velen onder hen waren al herhaaldelijk gevlucht en ontheemd. Deze mensen moesten de voorbije maanden in bijzonder precaire omstandigheden zien te overleven’, luidt het. ‘Zelfs volgens de normen van de vreselijke, negen jaar oude crisis in Syrië, zijn de ontheemding en de humanitaire noodtoestand veroorzaakt door de recentste aanvallen op Idlib ongezien. De VN-Veiligheidsraad mag de levensnoodzakelijke grensoverschrijdende, humanitaire hulp niet stopzetten nu duizenden mensenlevens op het spel staan’, zegt Heba Morayef, Amnesty’s directeur voor de regio Midden-Oosten en Noord-Afrika.

De vraag van Amnesty komt er omdat de VN-resolutie die toelaat om grensoverschrijdende humanitaire hulp te voorzien in Idlib, over enkele weken verstrijkt. Volgens het Idlib Health Directorate hebben Syrische of Russische aanvallen in Idlib en Aleppo tien medische instellingen beschadigd of vernield tussen december 2019 en februari 2020. Daarbij vielen negen doden onder het medisch en ander personeel. Tientallen andere medische instellingen moesten hun deuren sluiten.

Amnesty documenteerde aanvallen die resulteerden in de sluiting van vijf ziekenhuizen in regio’s die onder controle stonden van gewapende oppositiegroepen. Voor het rapport interviewde Amnesty 74 mensen, onder wie intern ontheemden, leerkrachten, artsen en humanitaire hulpverleners. ‘Verhalen van getuigen werden afgetoetst aan videobeelden en foto’s, maar ook door de analyse van satellietbeelden, meldingen van plaatselijke vliegtuigspotters en onderschepte Russische en Syrische militaire cockpitcommunicatie.’

Partner Content