Meer dan 400 grote Amerikaanse drones zijn sinds 2001 neergestort. Dat werpt ernstige vragen op over de veiligheid van onbemande vliegtuigen.
Dat schrijft de Washington Post, die daarvoor meer dan 50.000 pagina’s over ongevallen onderzocht. Het gaat om grote drones: militaire modellen zoalas de Reaper en de Predator die groot genoeg zijn om wapens mee te dragen en vele uren aan een stuk in de lucht te blijven.
Het verlies van de drones was te wijten aan technische defecten, menselijke fouten, slechte weersomstandigheden en andere redenen, schrijft de krant. Bij die ongevallen met de onbemande vliegtuigen vielen geen slachtoffers.
Vaak was dat echter een kwestie van geluk. Eén keer crashte een drone vlak naast de speelplaats van een school in Pennsylvania. Een andere drone kwam in botsing met een C-130 transporttoestel in volle vlucht.
Twijfels over veiligheid
De VS, die al jaren drones inzetten in de strijd tegen terrorisme, hebben de vliegtuigen steeds als veilig afgedaan voor vluchten boven bewoonde gebieden. Volgens de Washington Post konden dodelijke slachtoffers bij de ongevallen echter slechts nipt vermeden worden.
Een en ander zorgt voor ernstige vraagtekens bij de veiligheid van drones. Ook in de burgerluchtvaart wordt er druk nagedacht over onbemande vliegtuigen. Mogelijke toepassingen gaan van drones die steden in de gaten houden vanuit de lucht voor de politie tot vrachtvliegtuigen die vanop afstand bestuurd worden. (Belga/TV)
