Als Frankrijk het hoofd koel houdt en blijft hervormen, kan het opnieuw overeind krabbelen

Emmanuel Macron. © Reuters

‘Frankrijks grootste tekort is enthousiasme’, merkt Jonathan Holslag, professor internationale betrekkingen aan de VUB. ‘Laat dat nu net zijn wat Macron opnieuw weet op te wekken.’

‘On a besoin d’être un peu étourdi pour que le monde bouge.’ Het was de Franse kardinaal-staatsman Richelieu die het zich ooit liet ontvallen: zelfs met de meest uitgekiende strategie krijg je de dingen niet in beweging, als je niet beschikt over een gezonde dosis onbesuisdheid. De huidige Franse president Emmanuel Macron lijkt dat advies tot zijn credo te hebben verheven. Bij zijn bezoek aan Londen verraste hij de Britten door het beroemde middeleeuwse Tapijt van Bayeux uit te lenen voor een tentoonstelling. Een week eerder reisde hij naar Peking en deed er zijn ambtsgenoot een volbloedpaard cadeau. Het mag dan uiterlijk vertoon zijn, maar dat blijft een wezenlijk deel van de politiek en het mist zijn effect op de Franse elite alvast niet. Ook de meest sceptische Franse diplomaat of ambtenaar die ik de voorbije maanden heb ontmoet, gaf toe dat er een nieuwe wind waait. Als Frankrijk het hoofd koel houdt en blijft hervormen, kan het opnieuw overeind krabbelen en als evenwaardige partner in de Frans-Duitse as de koers van Europa bepalen.

Als Frankrijk het hoofd koel houdt en blijft hervormen, kan het opnieuw overeind krabbelen

Het succes van Macron blijft niet beperkt tot stijl. Hij wist al enkele hervormingen in de arbeidsmarkt door te drijven en een omstreden belastinghervorming af te dwingen. Minstens even belangrijk is dat Frankrijk nog steeds het potentieel heeft om een van de pijlers van de Europese machtsorde te blijven. Sinds het uitbreken van de crisis van de eurozone had vooral Duitsland zich op het voorplan gewerkt als de onbetwiste economische leider, maar dat leiderschap maskeerde één belangrijke kwetsbaarheid: ’s lands enorme afhankelijkheid van export. Duitsland blijft in dat opzicht ‘het China van Europa’. Acht procent van de Duitse productie hangt af van de buitenlandse vraag. Dat is enorm en enkel houdbaar dankzij de relatief goedkope euro. Frankrijk is in vergelijking met Duitsland veel evenwichtiger. Het tekort op de lopende rekening is nu kleiner dan één procent van het bbp.

De Franse maakindustrie is drie keer kleiner dan de Duitse, maar ze wordt meer gedragen door de binnenlandse markt. Het is indrukwekkend hoe de Franse industrie, ondanks de druk van Duitsland, stand heeft gehouden. De productie is lichtjes gegroeid en er werd ook meer geïnvesteerd in de modernisering van de fabrieken. Frankrijk heeft internationaal competitieve dienstverleners, in de bouw bijvoorbeeld en in energie. Franse multinationals halen jaarlijks netto 25 miljard aan investeringsinkomsten uit het buitenland op. De belangrijkste troef blijft de toeristische sector. Boekt Duitsland een jaarlijks tekort van 34 miljard in toerisme, dan boekt la Douce France een surplus. Frankrijk verdient meer aan zijn savoir vivre en zon dan Duitsland aan Mercedes en BMW.

De Franse productiviteit wordt aangejaagd door talrijke doorgaans minder bekende technologische kampioenen, onder meer in biotechnologie, luchtvaart en informatietechnologie. Hun activiteiten worden veel meer door durfkapitaal gesteund dan het geval is in Duitsland. Keerzijde is het Franse onderwijs, dat kampt met een gebrek aan investeringen. Op de arbeidsmarkt ligt de activiteitsgraad in Frankrijk een stukje lager dan in Duitsland: 56 tegenover 60 procent. Daartegenover staat dat de Franse armoedecijfers lager liggen dan in Duitsland: 18 tegenover 20 procent. Frankrijk telt meer werklozen, Duitsland veel werkende armen. Laat het duidelijk zijn: de Fransen zijn niet tevreden. Dertig procent klaagt over de financiële toestand in het gezin tegenover achttien procent in Duitsland.

Frankrijk heeft nog steeds het potentieel om een van de pijlers van de Europese machtsorde te blijven

Op politiek vlak kan Frankrijk buigen op een ijzersterke strategische cultuur. De Franse elite weet waar de nationale belangen liggen en dat is ook zo op het gebied van veiligheid. In tegenstelling tot Berlijn en Londen heeft Parijs het handje van Washington niet nodig. Frankrijk heeft 17.000 soldaten buiten de grenzen ontplooid en is de belangrijkste Europese militaire speler. Parijs wordt niet geremd door het Duitse pacifisme, maar kampt ook niet met de nostalgische imperiale hoogmoed die de Britten de neus op doet halen voor pragmatische samenwerking in Europa.

Eigenlijk is dat vooral goed nieuws. Zeker nu de Britten met één been in de uitgang staan, is een gezond machtsevenwicht cruciaal voor de voorspoed en de vrede in Europa. De Fransen beschikken over vele groeimogelijkheden. Ze moeten er vooral zélf opnieuw in geloven. Het grootste tekort van het land is enthousiasme. En laat dat nu net zijn wat Macron opnieuw weet op te wekken. Niets garandeert zijn succes, maar hij laat een deel van de bevolking minstens zien dat apathie geen natuurlijke gemoedstoestand hoeft te zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content