De inspecteurs van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) hebben meer dan 1.000 ton chemische stoffen en wapens verzegeld.
“De hele voorraad chemische stoffen en wapens is verzegeld met onbreekbare zegels”, zo liet OPCW-woordvoerder Christian Chartier weten. “Het gaat om 1.000 ton chemische stoffen en 290 ton chemische wapens. De voorraad blijft voorlopig bewaard op de sites. We zitten nog niet in de fase van de verhuis”.
Op 5 november komt de uitvoerende raad van de OPCW samen om te beslissen over een stappenplan voor vernietiging van de wapens.
Installaties vernietigd
Daarnaast zijn de installaties die het Syrische regime had aangegeven voor de productie van chemische wapens vernietigd. De installaties zijn onbruikbaar gemaakt, een dag voor de deadline die aan Syrië was gesteld.
Inspecteurs van de organisatie werden naar Syrië gestuurd na beschuldigingen van het westen dat het regime van Bashar al-Assad op 21 augustus gifgas had ingezet tegen de burgerbevolking in een buitenwijk van de hoofdstad Damascus. Na de Amerikaanse dreiging met een militair ingrijpen kwamen Rusland en de Verenigde Staten tot een akkoord over een ontmanteling van het arsenaal chemische wapens van Syrië.
De OPCW, dat begin oktober nog de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, moet toezien op de vernietiging van de chemische wapens. Syrië heeft tot midden 2014 om die te vernietigen. De missie van de OPCW wordt beschouwd als extreem ambitieus en gevaarlijk: voor het eerst in de geschiedenis van de organisatie met zetel in het Nederlandse Den Haag wordt een missie uitgevoerd in een land in volle burgeroorlog.
Syriërs blijven vluchten
Ondertussen blijven grote groepen Syriërs het land ontvluchten. Aan de grens met buurlanden werden onlangs nog honderden vluchtelingen tegengehouden en teruggestuurd, meldt Amnesty International in een rapport dat is gepubliceerd.
Amnesty International eist meer hulp van de internationale gemeenschap aan de buurlanden zodat de grenzen voor de Syriërs open blijven. De grote Syrische vluchtelingenstroom verhoogt de druk op de landen in die regio. Die druk proberen ze te verlichten door de vluchtelingen tegen te houden aan de grenzen en terug te sturen naar het oorlogsgebied.
“Dit is onaanvaardbaar”, zegt Philip Luther, hoofd van de afdeling Midden-Oosten en Noord-Afrika van Amnesty International. “Vluchtelingen hebben recht op internationale bescherming. Hen terugsturen is een ernstige mensenrechtenschending.”
Jordanië
Amnesty International vindt dat de internationale gemeenschap deze buurlanden moet bijstaan. Vooral de situatie in Jordanië verontrust Amnesty International. In het vluchtelingenkamp Zaatri zitten 120.000 Syrische vluchtelingen. De toegang tot water en andere basisvoorzieningen is beperkt, de criminaliteit is er hoog en slechts de helft van het aantal schoolplichtige kinderen heeft toegang tot onderwijs, luidt de organisatie de alarmbel. (Belga/AVE/TE)
