De Syrische stad Aleppo, die belaagd wordt door de troepen van president Assad, riskeert ondanks het staakt-het-vuren hetzelfde lot te ondergaan als de Bosnische stad Srebrenica in 1995.
Dat viel te horen tijdens een conferentie van ngo’s in de Amerikaanse hoofdstad Washington.
De leidinggevenden van de humanitaire organisaties Oxfam, Mercy Corps en Syrian American Medical Society (SAMS) kwamen samen, onder meer omdat ze vinden dat de Verenigde Staten niet genoeg doen voor de Syrische vluchtelingen en een meer actieve rol moeten opnemen.
“Aleppo wordt het volgende Srebrenica”, waarschuwde dokter Zaher Sahloul van SAMS, verwijzend naar de massamoord op meer dan 8.000 Bosniërs in juli 1995 door de Bosnische Serviërs.
‘5 luchtaanvallen’
De arts benadrukte dat “de enige weg van Turkije naar Aleppo volledig werd afgesneden door de Syrisch-Koerdische groep die banden heeft met de regering in Damascus. Hij zei te vrezen “dat de 300.000 resterende mensen in Aleppo zullen lijden, net zoals anderen in Syrië lijden”.
De ngo’s erkennen dat de aanvallen op burgers sinds de inwerkingtreding van het staakt-het-vuren op 27 februari aanzienlijk zijn verminderd, maar het Syrische leger blijft humanitaire hulpkonvooien blokkeren.
“Gisteren waren er vijf luchtaanvallen bij het binnengaan van Aleppo”, zo meldde Neal Keny-Guyer, de directeur van Mercy Corps die hulpverleners ter plaatse heeft. Het staakt-het-vuren is niet perfect, zo zei Keny-Guyer nog, maar het is een belangrijke vooruitgang en er moet “alles aan gedaan worden om het te doen werken”.
(Belga/RR)
