Brendan O'Neill

‘Aleppo is geen podium om iets over jezelf te zeggen’

Brendan O'Neill Hoofdredacteur van de geopinieerde nieuwssite Spiked, medewerker van de nieuwsbrief Tegengeluid.nl.

Heel wat westerse politici en commentatoren zoeken niet naar echte verklaringen of oplossingen voor het drama in Aleppo, vindt Brendan O’Neill. Ze maken er een moralistisch verhaaltje van, dat vooral moet laten zien hoe moreel juist zijzelf zijn.

Stelt u zich eens voor dat u kijkt naar wat er in Aleppo gebeurt en uw gedachten gaan uit naar uzelf. Stelt u zich voor dat u leest over het geweld en de ontzetting in deze stad en u vraagt zich af wat dit zegt over ú. Stelt u zich voor dat u Aleppo niet zozeer ziet als een door oorlog verscheurde stad die volledig in puin wordt gelegd door een dodelijk combinatie van Westerse en regionale bemoeizucht, gevolgd door een wrede luchtaanval van Rusland en Assad, maar als een lakmoesproef van uw eigen fatsoen, een achtergrond waartegen u uw eigen morele overtuiging kunt etaleren.

‘Aleppo is geen podium om iets over jezelf te zeggen’

Het is ongelooflijk, maar dit gebeurt. En niet zo’n beetje ook. Want hoe reageren veel politici en media in het Westen? Niet zozeer met het zoeken naar verklaringen over waarom dit allemaal gebeurt, en al helemaal niet om uit te zoeken welke rol de eigen regeringen hierin hebben gespeeld. Nee, de reactie is geweest om Aleppo te beschouwen als een podium zodat ze iets over zichzelf kunnen zeggen.

Het etaleren van deugdzaamheid

Dit etaleren van je deugdzaamheid is natuurlijk al langer aan de gang. Velen in het Westen, vooral in progressieve kringen, hebben hun morele zelfpromotie in de virtuele wereld nu verplaatst naar de rauwe, bloederige affaire van oorlog in de echte wereld. Zij hopen in Aleppo niet een verklaring te vinden, of een oplossing, maar een mooie omlijsting van hun eigen ethiek.

Een columnist in The Guardian vraagt zich af wat we zien “als we wegkijken van de foto’s uit Aleppo en onszelf zien in de spiegel“. Eh, een narcist misschien? Iemand die zo ijdel is dat hij meent dat de oorlog van andere mensen om hém draait, thuis in zijn eigen spiegel? Aleppo “staat model voor iets anders”, zegt een commentator van The Atlantic. Model? Voor wat dan? Voor ons, natuurlijk, voor ons gedrag en de noodzaak om het beter te doen, om onze “onverschilligheid” en “lamlendigheid” af te schudden, zodat we te hulp schieten. Aleppo is calling

Aleppo draait bij velen blijkbaar om het herstellen van de prestige van het Westen, of op z’n minst om de zoektocht enige betekenis te vinden. Wat er in Aleppo gebeurt, “is beschamend voor ons allemaal“, zegt Boris Johnson. Het is een “symbool van Amerikaanse zwakte“, stelt een columnist van The Washington Post. Aleppo roept ons op om “ideeën die we sinds de Tweede Wereldoorlog koesteren” nieuw leven in te blazen, zegt een andere columnist in The Boston Globe. Aleppo “houdt ons een spiegel voor”, zegt een commentator in The Telegraph. Wat is dat toch, met die spiegels?

Geen politiek, maar therapeutische zelfhulp

Al vijf jaar lang wordt Syrië in het Westen door sommigen niet zozeer behandeld als een krankzinnig gecompliceerd conflict, maar als een vraagteken dat boven óns hoofd hangt. Discussies gaan over onze morele verantwoordelijkheid, over het afstoffen van Westerse idealen of de vraag wat voor samenleving wij eigenlijk willen zijn. Aleppo is namelijk altijd een symbool, een model, een spiegel, ziet u?

Dit is geen politiek meer, maar therapeutische zelfhulp. Ooit staken politici in het Westen de grenzen over om delen in de wereld zodanig te “herstellen” dat ze hun belang dienden. Daarbij veroorzaakten ze veel conflict en leed. Tegenwoordig doen politici hetzelfde, maar dan in een wanhopige zoektocht naar een belang, naar een gevoel dat ze nog steeds relevant en goed zijn, zelfs wanneer het meer conflict en leed veroorzaakt.

Zoals de voormalige speechschrijver van Tony Blair het stelt: ja, Westerse interventie in Syrië “zal leiden tot chaos”, maar kom, “er ís al chaos”. De chaos die wíj veroorzaken, redeneert hij, zal tenminste onze “afkeer” jegens de misdaden van Assad duidelijk maken – “een afkeer die te diepgaand is om af te schrijven als puberaal.” Want, zegt hij, “het is belangrijk om onze morele aandrang enig gewicht te geven”.

Dit is wat Syrië is geworden: een kans om te laten hoe goed we zijn. Een podium om het aan de hele wereld te laten zien – en vooral aan onszelf. Maar is het niet de definitie van “puberaal” gedrag, dat je denkt dat de wereld om jóu draait?

Debat is hoogst verdacht

De consequenties van al dit narcisme zijn niet mis. Er is sprake van een herdefiniëring van oorlog. Oorlog wordt een zwart-wit-verhaal over ethiek: in dit geval met de slechte Russen en Assad aan de ene kant en ik, ik, ik en nog een paar andere beschaafde mensen aan de andere kant. Deze reflex betekent de onmiddellijke vernietiging van alle complexiteit en diepgaand begrip.

Kijk maar eens hoe iedereen die twijfelt aan het simplistische verhaal in de Westerse media de kans loopt om te worden afgeschilderd als een vriendje van Poetin. Intellectueel debat is namelijk hoogst verdacht in het theater van moralisme.

Het eindresultaat is onvermijdelijk slechte informatie. ‘Nepnieuws’, om het maar modern te zeggen. Uitvinden wat er nu werkelijk gebeurt in Aleppo, en vooral ook waaróm het gebeurt, is extreem moeilijk als een puberaal script van goed versus kwaad wordt overgenomen dor zowat de hele Westerse media en wanneer iedere criticus wordt genegeerd of verstoten.

‘Er zijn ingewikkelde vragen die we moeten mogen stellen zonder meteen in een hok te worden gestopt bij de slechteriken.’

Maar er zijn ingewikkelde vragen die we moeten mogen stellen zonder meteen in een hok te worden gestopt bij de slechteriken. Zoals: hoe “goed” zijn de rebellen? Velen van hen zijn immers islamisten die dromen van een samenleving die nog wreder en onvrijer zal zijn dan die van Assad. En: heeft het Westen eigenlijk wel de morele autoriteit om Rusland te veroordelen nadat het zelf de onlusten in Irak en Afghanistan heeft ontketend? En is het terecht om het conflict in Aleppo te omschijven als een “genocide”, of moeten we het zien als een eenvoudige, zij het afschuwelijke oorlog om macht te verwerven? Er zijn vele tinten grijs in Aleppo en het zou geen misdaad moeten zijn om die vragen te stellen.

Het Westen heeft al te véél gedaan

Erger nog, de poging om de verschrikkelijke gebeurtenissen in Aleppo te veranderen in een moralistisch verhaaltje waarin het Westen wordt gesmeekt om íets te doen – méér te doen – zodat sommigen van ons zichzelf tenminste weer in de spiegel onder ogen kunnen komen, verhult het feit dat het Westen in Syrië eigenlijk al tevéél heeft gedaan en dat het resultaat niet al te best was. Zo’n moralistisch verhaal schildert het Westen af als een luierende omstander, die moet worden opgeroepen om in te grijpen.

Eerst hebben Westerse autoriteiten de campagne tegen Assad niet legitiem bevonden, waarop zijn tegenstanders werden aangemoedigd. Daarna was het nogal willekeurig in de steun aan de groepen die het tegen Assad opnamen, waarbij de steun soms zo ver ging dat het militaire training en wapens leverde. Het Westen is vast komen te zitten, wat de situatie zeker geen goed heeft gedaan. Er is zo bezien al vijf jaar Westerse bemoeienis met de Syrische politiek, ruim vóórdat de Russen kwamen die de oorlog aanhitsten en verder verdiepen en een stad als Aleppo naar de afgrond duwen.

Dit is namelijk het fundamentele probleem als je jezelf waant in de schittering van je eigen politieke deugdzaamheid: je wordt blind voor de werkelijkheid en uiteindelijk ook voor de menselijkheid.

Met dank aan Tegengeluid, de nieuwsbrief voor dwarsdenkers. Dit artikel verscheen eerder op de website van Spiked. Vertaling: Marco Visscher.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content