Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘2015 gaat onverwachts het existentiële moment worden voor de EU’

Indien er niets gebeurt, dan is het zeer de vraag of we nog voor de negende maal verkiezingen gaan houden voor het Europese Parlement in mei 2019, schrijft professor Herman Matthijs.

De laatste jaren is het geopolitieke landschap rondom de Europese Unie (EU) geen voorbeeld van stabiliteit. De oorlogen in Oekraïne, Syrië, Libië en de daarmee gepaard gaande massastroom van vluchtelingen wegen enorm op de toekomst van de Unie.

Oekraïne

Deze gewezen deelstaat van wijlen de Sovjet-Unie heeft er na zijn onafhankelijkheid op economisch vlak geen echt succes van gemaakt. De laatste jaren heeft het land de nodige interne politieke tegenstellingen beleefd om dan te zien dat Vladimir Poetin de Krim terug tot Russisch grondgebied verklaarde. Het Europese antwoord is er een van economische sancties. Maar of die Poetin veel pijn doen is maar de vraag. Het ziet er op zijn minst naar uit dat de EU zichzelf zwaar in de eigen voeten heeft geschoten met deze sancties. Want het feit dat vele Europese goederen en voedsel niet meer geëxporteerd mogen/kunnen worden naar Rusland, is een meer dan serieuze streep door de rekening van de EU-bedrijven en -landbouwers.

Bovendien heeft Europa geen enkel strategisch noch economisch belang bij Oekraïne. Men krijgt het tegenover Moskou en ook tegen de Europese bevolking nooit verkocht dat Oekraïne lid zou moeten worden van de EU en de NAVO. De realiteit gebiedt ons te stellen dat dit land het statuut heeft van bufferstaat. Daarom kan men alleen maar besluiten dat de EU zich in dit dossier volledig overspeeld heeft. Een militair optreden van het westen in deze zaak heeft geen enkel nut. Desalniettemin valt het wel op dat vele EU/NAVO-lidstaten hun defensiebudget verhogen uit vrees voor de toenemende Russische agressie. Het moet dan ook de bedoeling zijn van deze hogere militaire uitgaven om Moskou duidelijk te maken tot waar Poetin kan spelen. België is zowat het enige land waar er geen bijkomende middelen voor defensie zijn voorzien.

Syrië

Het land dat het meest met wapengekletter in het nieuws komt, is Syrië. Het idee van een militair optreden van het westen in Syrië lokt toch wel wat kritische bedenkingen uit. West-Europa kan toch niet verantwoordelijkheid gesteld worden voor deze burgeroorlog? Ten eerste is het land uiteengevallen in vier gebieden (Assad, Koerden, IS en de rest ) – tegen wie moeten we dan gaan vechten? Bovendien is de zaak-Syrië ook te relateren aan het uiterst zwakke bestuur in Irak. De al maanden durende luchtaanvallen hebben niet het verhoopte resultaat opgeleverd en dat is grotendeels te wijten aan de afwezigheid van grondtroepen.

2015 gaat onverwachts het existentiële moment worden voor de EU

Een aantal niet-Europese landen (Turkije, Iran, Rusland, e.a.) zijn wel verantwoordelijk voor de huidige triestige toestand in Syrië. Europa wordt vooral geconfronteerd met deze burgeroorlog omwille van de massamigratie naar West-Europa. Wat hier zeker opvalt inzake de desbetreffende opvang is het complete gebrek aan solidariteit tussen de leden van de Europese-Unie en ook met de rest van de wereld.

Libië

Dit Noord-Afrikaans land is ook een broeinest van anarchie geworden en een tweede poort voor de massamigratie naar West-Europa. Heeft Europa hier een verantwoordelijk op te nemen? Het antwoord is ja! De Europeanen hebben dictator Muammar Khadaffi wel verdreven, maar hebben vervolgens niets werkbaars in de plaats gebracht. Europa zou dan ook beter in Libië militair optreden om terug orde op zaken te stellen. Dat kan dan ook een einde stellen aan de massale migratie met de daaraan gekoppelde mensenhandel richting EU. Weliswaar zal een dergelijk militair optreden in Libië door de Europeanen alleen moeten georganiseerd worden. Deze operatie kan alleen maar plaats vinden als de Britten en de Fransen dat zien zitten omdat zij de enige landen zijn met een echt inzetbaar leger.

Europese Unie

Het jaar 2015 gaat onverwachts het existentiële moment worden voor de Europese Unie. Op de voorgaande internationale kwesties heeft de Unie nooit een adequaat antwoord kunnen geven. De massamigratie naar het rijkere West-Europa is budgettair en sociaal-economisch niet vol te houden voor ons en daardoor groeit ook de afkeer van de bevolking ten aanzien van de Europese instellingen. Nu het belangrijkste EU-land, de Bondsrepubliek Duitsland, het Schengen-akkoord opzegt, hebben vele landen een argument om ook hun grenzen terug zelf te gaan beschermen. Men zou al kunnen beginnen met Griekenland uit de Schengenzone te zetten, want op zijn minst heeft dit land zijn Schengentaken niet correct uitgevoerd. En de Helleense verkiezingen van aanstaande zondag zal het eurodossier snel terug op tafel liggen, een ander dossier dat de EU nooit structureel heeft opgelost.

De Europese Unie staat voor een historisch moment in zijn geschiedenis. De uitbreidingen zijn veel te snel gegaan en weinig doordacht gebeurd. Ofwel gaat men verder met een club van 28 leden, dat een los geheel zal worden met weinig oplossingen. Ander mogelijkheid is misschien om met een aantal kernlanden een doorstart te maken. Daarvoor moet zeker gedacht worden aan Duitsland, Frankrijk en de Benelux landen. Maar laat ons eerlijk zijn, de economische kloof tussen Duitsland en Frankrijk is bijzonder groot geworden.

Indien er niets gebeurt, dan is het zeer de vraag of we nog voor de negende maal verkiezingen gaan houden voor het Europese Parlement in mei 2019.

Partner Content