Veva Daniels

‘We verarmen, vergiftigen, vervuilen en stressen ons collectief ziek in de files’

Veva Daniels Verkeerskundige en gemeenteraadslid voor Groen in Haacht.

Volgens Veva Daniels, woordvoerder van Agentschap Wegen & Verkeer, zullen we op een andere manier met de wagen moeten leren omgaan. ‘Als we de files echt willen oplossen moeten we gezamenlijk op zoek naar alternatieven voor het autogebruik.’

November 2018 kunnen we omdopen tot dé filemaand van 2018. Dag na dag werden de radiobulletins overspoeld met meldingen van files. Je hebt enerzijds de structurele (dagelijkse) files, maar bij een klein incident of regenweer kleurden de filekaarten al snel ook elders (donker)rood.

We verarmen, vergiftigen, vervuilen en stressen ons collectief ziek in de files.

We staan met z’n allen langer stil, niet alleen in tijd maar ook in lengte. De files duren langer en zijn ook echt langer. Waar vroeger Limburg nog gespaard bleef, zien we nu zelfs daar structurele files ontstaan. Het wegennet is oververzadigd en zodra er één incident of ongeval is, dan loopt het verkeer helemaal vast.

Hoe fijn de filefuiven van Studio Brussel ook zijn, de files zorgen voor economische, ecologische en menselijke ellende. VOKA becijferde dat de structurele files ons zo’n 2 miljoen euro per werkdag kosten. In Brussel hebben werkgevers moeite om geschikt personeel te vinden omwille van het fileleed. De gemiddelde chauffeur in Brussel verliest tachtig uur per jaar in files. Naast deze economische schade, lijdt ook het milieu onder files. Ze produceren massaal fijn stof en verspillen brandstof. Tot slot veroorzaken files ook nog eens stress en houden we minder tijd over voor onszelf en ons gezin. We verarmen, vergiftigen, vervuilen en stressen ons collectief ziek in de files.

De oorzaak van de aanhoudende groei van de files is eenvoudig: er zijn steeds meer wagens, zowel per inwoner als in absolute cijfers, en er zijn ook meer verplaatsingen met de wagen. Op 1 augustus 2018 telde België 5.853.782 personenwagens. Dat zijn er 800.000 meer dan in 2014, toen er 2,21 inwoners per auto waren terwijl er nu 1,94 inwoners per auto zijn. Daarbij komt dat we verhoudingsgewijs niet eens zoveel auto’s hebben ten opzichte van andere landen, we gebruiken ze wel meer.

De oplossingen zijn minder eenvoudig. Ons wegennet kan al die wagens niet meer slikken. In de jaren zestig werd de basis gelegd voor het wegennet zoals we dat vandaag kennen, maar in 1960 waren er slechts 926.000 motorvoertuigen ingeschreven. Er worden quasi geen nieuwe wegen meer aangelegd in Vlaanderen en dat zal ook niet meer gebeuren. In 2017 werd één van de laatste nieuwe snelwegen geopend: de A11 die Brugge met Zeebrugge verbindt. Veel meer zit er niet in. Hooguit kan hier en daar nog een snelweg geoptimaliseerd worden om de doorstroming te verbeteren.

Vlaanderen is dichtbevolkt. De ruimte is op en het budget is ook niet oneindig. De Vlaamse overheid beschikt over een budget van ongeveer 500 miljoen euro voor de exploitatie en het onderhoud van het Vlaamse wegennet. Dat geld moet verstandig geïnvesteerd worden. Enerzijds in het wegwerken van gevaarlijke punten en het veiliger maken van onze wegen voor alle weggebruikers en anderzijds in het beheer en onderhoud van het bestaande wegennet.

Wat we wel kunnen doen, is ons gedrag aanpassen. Dat is niet fijn, maar het is nodig. We moeten voor elke verplaatsing de vraag stellen of daarvoor een autorit noodzakelijk is. Zo verdwijnen niet-noodzakelijke autoritten en blijft er ruimte vrij voor zij die geen alternatief hebben. 65% van de verplaatsingen wordt met de wagen gedaan en die regel moet de uitzondering worden. Eén derde van de verplaatsingen is woon-werkverkeer. De gemiddelde woon-werkafstand is ongeveer 18 kilometer. Hier ligt een enorm potentieel voor de, al dan niet elektrische, fiets als alternatief. Dat gebeurt trouwens al, maar niet genoeg: in 2017 werden 17% meer elektrische fietsen verkocht. De Vlaming begint deze meer en meer te gebruiken als alternatief voor de wagen voor afstanden tot 15 kilometer. De meest frequent voorkomend groep van verplaatsingsafstanden is die van 2,6 tot 5 km, afstanden die vooral gedaan worden met recreatieve en huishoudelijke motieven. Ook hier is de fiets aan een opmars bezig, maar we zijn er nog niet.

We moeten voor elke verplaatsing de vraag stellen of daarvoor een autorit noodzakelijk is.

Als we de files echt willen oplossen moeten we gezamenlijk op zoek naar alternatieven voor het autogebruik. Dit betekent niet dat we de wagen allemaal aan de kant moeten laten staan, we moeten er verantwoordelijk en verstandig mee omgaan. Zodanig dat wie dan wel de wagen nodig heeft, ook nog kan hopen ooit op zijn bestemming te geraken. Dat is dus in het belang van wie met de wagen rijdt. En we moeten vooral op voorhand goed nadenken wat het beste vervoermiddel is voor de verplaatsing die we willen doen.

Ga je werken of gaat je zoon naar de voetbal: kijk of je kan carpoolen. Ga je naar het Sportpaleis: gebruik de park and ride. Pleit bij je werkgever voor thuiswerken en doe het dan ook één tot meerdere dagen per week. Overheden en werkgevers: faciliteer thuiswerken als het enigszins kan. Ben je jong en gezond: neem de fiets. Doe geen nutteloze verplaatsingen met halflege auto’s.

We hebben geleerd, in de afgelopen decennia, om op een verstandige manier om te gaan met alcohol, zeker in het verkeer. Vroeger dronk bompa een Campari, vijf glazen wijn en een Irish Coffee en dan reed hij naar huis. Tot begin jaren 2000 mocht je in elk restaurant roken. Dat is nu allemaal ondenkbaar. Met de wagen zullen we ook op een andere manier moeten leren omgaan, willen we nog vooruit kunnen gaan. Zowel in het leven, als in het verkeer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content