Peter Casteels

‘Wat zou er van u geworden zijn als u in een echte stad geboren was?’

Pretend It’s a City is perfecte televisie in afwachting van een vaccin.

Fran Lebowitz is een schrijfster, naar het schijnt. Als ik haar opzoek bij Amazon, zijn er nog maar drie titels van haar terug te vinden, waarvan eentje al tweedehands besteld moet worden voor meer dan 400 dollar. Het belangrijkste is, denk ik, dat ze er in ieder geval helemaal uitziet als een knorrige, oude schrijfster. In die hoedanigheid praat ze in Pretend It’s a City, een minireeks die regisseur Martin Scorsese over haar maakte voor Netflix, over haar leven in New York. Ze is een heerlijkheid om te bekijken nu we met z’n allen op een vaccin zitten te wachten. Lebowitz herinnert aan alle kleine ongemakken die ons leven beheersten vóór deze pandemie – vooral: andere mensen -, maar spreekt er met zoveel wit en warmte over dat we zelfs die ongemakken beginnen te missen. Scorsese, die haar het grootste deel van de tijd interviewt, lacht er ook nog zo vaak royaal doorheen dat het heel moeilijk is om niet voor haar te vallen. (Helemaal anders en even geweldig over New York: HBO’s How To with John Wilson op Streamz.)

Wat zou er van u geworden zijn als u in een echte stad geboren was?

Het enige dat me tegenviel, is een conclusie die onontkoombaar wordt tijdens het kijken naar Pretend It’s a City: Antwerpen, de stad waarin ik al het grootste deel van mijn leven woon, is helemaal geen stad, ook al heb ik jarenlang overtuigend gedaan alsof. Terwijl Lebowitz vertelt over wat een last het is om zich als voetganger door New York te bewegen, zoek ik in gedachten naar Antwerpse straten die ook door een wereldstad zouden kunnen lopen. Ik raak niet verder dan de De Keyserlei, de Meir en de Leien. De meest majestueuze gebouwen langs die Leien – het oude Justitiepaleis en de Nationale Bank – staan ook nog eens al jaren leeg.

Wat zou er van u geworden zijn als u in een echte stad geboren was?

Twee dagen later passeert op Twitter nieuws over een gebouw dat ik zelfs helemaal vergeten was, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Ik kan me niet meer herinneren wanneer het museum open was, en daar zal ook niet gauw verandering in komen. Wel is er nu een video waarin het museum vanbinnen weer te zien is: heringericht, opgeblonken, muziekje eronder en voorlopig helemaal leeg. Het is moeilijk om niet ontroerd te worden door de beelden, alsof een verloren gewaande vriend plots weer opduikt.

Ook over de kunsten praat Lebowitz graag een woordje mee. ‘We applaudisseren vandaag niet meer voor kunstwerken, we applaudisseren alleen nog maar voor het bedrag waarvoor ze worden verkocht’, gromt ze tegen Scorsese, die weer in de lach schiet. Het zal wel. Pas als het KMSKA weer opent, lijkt Antwerpen weer iets meer op een echte stad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content