Wat met de ledencongressen? ‘CD&V zal hopen op welwillende aanwezigen’

Het CD&V-ledencongres op 1 oktober 2019. © Belga

Vanavond of vannacht verwacht de Wetstraat een Vivaldi-akkoord. De partijleden volgen best een cursus snellezen.

Bijna dag op dag één jaar geleden bereikten de Vlaamse onderhandelaars van N-VA, CD&V en Open VLD een regeerakkoord. Om finaal over te gaan naar de Vlaamse regering-Jambon, hadden de partijen nog het fiat nodig van de leden.

Maar her en der weerklonk gemor. Op 1 oktober werd pas tegen de middag het integrale regeerakkoord vrijgegeven. Diezelfde dag nog moesten de leden groen licht geven. ‘Ik keur geen tekst goed die ik niet gelezen heb’, klonk het fors bij Hans Maes, toenmalig voorzitter van Jong VLD.

Uiteindelijk was er geen vuiltje aan de lucht op de congressen. Maar de geschiedenis lijkt zich te herhalen. Willen de onderhandelaars op 1 oktober een Vivaldi-regering op het bordes, dan moeten de leden zich woensdag kunnen uitspreken. Volgens formateur Paul Magnette (PS) zou er ten laatste dinsdagnacht witte rook moeten verschijnen boven het Brusselse Egmontpaleis. Geïnteresseerde leden nemen best een cursus snellezen.

Toont die korte periode tussen akkoord en stemming aan dat de ledencongressen niet meer zijn dan applausmachines? Politoloog Bram Wauters (UGent) nuanceert. ‘Ja, ledencongressen zijn een formaliteit’, zegt hij. Bij zijn weten werd een regeerakkoord nog nooit afgeschoten door de leden. Bijna nooit. In 1999 verwierpen de Ecolo-leden het akkoord dat de ecologisten gesmeed hadden voor de Brusselse regering. Ze bleven uiteindelijk aan de zijlijn staan.

‘Maar dat wil niet zeggen dat de congressen niet belangrijk zijn’, aldus Wauters. Het congres zorgt ervoor dat de partij zichzelf indekt tegen interne kritiek. ‘Door het akkoord goed te keuren, verbindt de hele partij zich tot een engagement. Als achteraf een of andere topper kritiek heeft, dan kan men wijzen naar die goedkeuring.’

Niet iedereen kan zich vrijmaken op een weekdag om naar Brussel of Antwerpen te gaan.

Bram Wauters (UGent)
Hilde Crevits op het CD&V-ledencongres op 1 oktober 2019.
Hilde Crevits op het CD&V-ledencongres op 1 oktober 2019.© Belga

Koningin Elisabethzaal

In elk geval zullen de congressen niet zoals gewoonlijk verlopen. De meeste partijen plannen een gedeeltelijk virtueel congres. Toch is er nog één partij die een fysieke bijeenkomst plant: de CD&V. Niet toevallig die partij, zegt Wauters.

Eén reden is technisch van aard. ‘Ik weet dat we de digitale capaciteiten van oudere mensen niet mogen onderschatten, maar het feit is dat zij er iets minder mee vertrouwd zijn. De CD&V heeft nu eenmaal een relatief oud ledenbestand. Meer dan de helft is ouder dan 65 jaar.’

De andere en voornaamste reden is politiek van aard. De Vlaamse christendemocraten zitten niet helemaal comfortabel in de Vivaldi-club. Mathematisch is ze overbodig, ze heeft geen Franstalige zusterpartij én ze heeft lang tevergeefs gehamerd op een meerderheid in de Nederlandstalige taalgroep. Het rommelt vooral bij de burgemeesters, het kloppend hart van de CD&V. De partij zou te veel nee-stemmen vrezen bij een puur virtueel congres, zo klinkt het hier en daar. In de plaats daarvan zou ze mikken op een bijeenkomst in de Antwerpse Koningin Elisabethzaal.

Maar hoe kan de partijtop de fysieke stemming dan sturen? Volgens professor Wauters zijn er twee manieren. Enerzijds kan de partij grip uitoefenen op de aanwezige leden. ‘Niet iedereen kan zich vrijmaken op een weekdag om naar Brussel of Antwerpen te gaan. Daarvoor moet je al heel geëngageerd zijn. Vaak zijn het mensen die professioneel voor de partij actief zijn, zoals toekomstige kabinetsmedewerkers. De partij zal hopen op welwillende aanwezigen.’

Flow van de avond

Bovendien is het niet duidelijk of ‘virtuele aanwezigen’ elk debat moeten bijwonen vooraleer over te gaan tot te stemming. En die debatten kunnen soms het verschil maken, zo leert de geschiedenis. Wauters: ‘In 1992, bij de eerste regering-Dehaene, beleefde de toenmalige CVP een moeilijk congres. Er was veel interne kritiek. Toen heeft Jean-Luc Dehaene in een ultieme speech geprobeerd om het congres te overtuigen.’ De uitkomst? 60 procent van de aanwezigen stemde voor. Dat is nog steeds geen ruime meerderheid – meestal hangt die rond de 90 procent. Maar het was voldoende.

Volgens Wauters helpt het wanneer de partijtop zijn toekomst verbindt aan het regeerakkoord. ‘Ik kan me voorstellen dat de partijtenoren zullen waarschuwen voor de ineenstorting van de partij indien het regeerakkoord wordt afgekeurd. Je moet al stevig in je schoenen staan als lid om een akkoord af te schieten dat via speeches wordt gesteund door pakweg Joachim Coens, Hilde Crevits, Koen Geens of zelfs Yves Leterme. Met gloedvolle betoog ga je mee in de flow van de avond. Ik betwijfel of dat ook digitaal mogelijk is.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content