Wat kunt u doen bij vermoedelijk partnergeweld? ‘Vertel over je eigen relatieproblemen’

© Getty Images

Partnergeweld is de olifant in de kamer: er is altijd wel iemand die het ziet of weet, maar toch wordt er vooral gezwegen. Hoe detecteert u het? En wat kunt u eraan doen?

Hulp zoeken of naar de politie stappen omdat je wordt mishandeld door je partner vergt veel van een mens. Gemiddeld doen slachtoffers pas aangifte na 35 voorvallen. Bovendien zijn dat de uitzonderingen, want meer dan acht op de tien slachtoffers dienen nooit een klacht in. Experts menen dat vrienden en verwanten – en de samenleving in haar geheel – een grotere rol moeten spelen. Maar hoe kom je erachter dat iemand in een abusieve relatie zit?

‘Veel mensen associëren huiselijk geweld louter met fysieke agressie’, zegt Wim Van de Voorde, Vlaams coördinator van de hulplijn 1712. ‘Nochtans kan het geweld evengoed lichamelijk, emotioneel, psychisch of seksueel zijn. Het is ook belangrijk om onderscheid te maken tussen intiem terrorisme en situationeel koppelgeweld. In het eerste geval gaat het om eenzijdige mishandeling, structureel ingezet om de partner te domineren. Bij situationeel koppelgeweld zijn de beide partijen niet in staat tot een constructieve dialoog – in stressituaties komt het tot een escalatie. 70 procent van alle partnergeweld hoort in de laatste categorie thuis, en de detectie ervan is moeilijk. Het komt erop aan de signalen van escalatie op te vangen. Bij de hulplijn merken we dat mensen vaak metaforen gebruiken. Ze hebben het over “de pedalen verliezen”, “over de schreef of over de rooie gaan”, “stoppen die doorslaan”. Het slachtoffer van een intieme terrorist herkennen is eenvoudiger. Als iemand snel schrikt, zichtbaar bang is, oogcontact vermijdt of de hele tijd wegkijkt, kan dat een indicatie zijn.’

‘Vaak klopt er fysiek iets niet’, constateert Koen Dedoncker, stafmedewerker van vzw Zijn, een preventiebeweging die sinds 2004 in heel Vlaanderen actief is. ‘Het gaat niet alleen om zichtbare lichamelijk letsels, er zijn ook klachten over hoofd- of buikpijn, psychosomatische aandoeningen die wijzen op een algehele malaise. Bepaalde uit- latingen vallen op: “Het gaat niet goed, ik weet niet hoe het verder moet.” Of – en dat is vooral zo bij intiem terrorisme – iemand is niet meer bereikbaar, trekt zich steeds meer terug.’

Wie een intieme terrorist verlaat, heeft een veiligheidsplan nodig. Het gros van de partnermoorden gebeurt bij het vertrek of in de zes maanden die daarop volgen.

Triene-Mie Le Compte, auteur en ervaringsdeskundige

‘Een ander teken’, zo vertelt Triene-Mie Le Compte, ervaringsdeskundige en coauteur van Als liefde overleven wordt – de vele gezichten van partnergeweld (2020), ‘is een partner die er altijd is, die constant belt, wiens invloed ook in zijn afwezigheid voelbaar is. Slachtoffers hebben ook de neiging op het laatste moment afspraken af te bellen – zo verging het mij vaak. Dan was het thuis helemaal uit de hand gelopen en was ik niet in staat om fluitend de buitenwereld tegemoet te treden.’

‘Het valt ook op dat slachtoffers de neiging hebben om hun partner overdreven op te hemelen’, zegt Le Compte, ‘en al zijn tekortkomingen te vergoelijken. Sommigen ondergaan een radicale uiterlijke verandering: vrouwen die altijd hun haren kort knipten, hebben ineens een halflang kapsel of een volstrekt andere kledingstijl. Dat laatste hoeft op zich geen indicatie te zijn, maar een combinatie van factoren wijst wél in die richting.’

Praten, praten, praten

‘Bij een vermoeden van partner- geweld moet het probleem worden aangekaart, maar dan op een onrechtstreekse, niet-bedreigende manier’, zegt Dedoncker. ‘Door over je eigen relatieproblemen te vertellen, geef je de ander de kans om ermee naar buiten te komen. Je uit je bezorgdheid, geeft aan dat je er bent voor de ander.’

Volgens Van de Voorde is dat niet altijd simpel. ‘De meeste mensen hebben de neiging om te oordelen of te veroordelen, raad te geven of hun eigen mening te ventileren. Door dingen te zeggen als “mij zou dat niet overkomen, ik zou er allang vandoor zijn” kom je niet erg ver. Vertrekken, ook uit een abusieve relatie, vergt veel moed.’

‘De meeste slachtoffers handelen niet snel’, beaamt Le Compte. ‘Na crisismomenten komen wittebroodsweken, die vervolgens afglijden naar nieuwe onrust. Voor de bezorgde omstander lijkt het een oefening in surplacen de feiten spreken voor zich en beterschap is een illusie. Dat is ontzettend frustrerend, dus is geduld het hoogste goed. Bovendien weet ik één ding zeker: zodra iemand erover is begonnen, is de eerste horde ge- nomen. Hij of zij heeft het dan aan zichzelf toegegeven, en dat besef kun je niet ongedaan maken. Het zaadje is geplant, vroeg of laat zijn de consequenties onafwendbaar. Veel slachtoffers houden die boot af. Ze hebben al zo lang en zo veel geïnvesteerd in hun relatie, dat de futiliteit daarvan inzien verwoestend werkt. Vergelijk het met een gokker in het casino – hij verspeelde al een miljoen en moet blijven inzetten om dat fortuin terug te winnen.’

Cruciaal is dat het slachtoffer zelf de stap zet. Maar geldt dat nog altijd als er kinderen bij betrokken zijn? Onderzoek wijst uit dat getuige zijn van partnergeweld óók een vorm van kindermishandeling is, dat er in driekwart van de gevallen kinderen thuis zijn en dat acht op de tien zonen en dochters de mishandeling wel degelijk opmerken.

‘Het welzijn van de kinderen is het sterkste argument om een slachtoffer tot actie aan te sporen’, zegt Dedoncker. ‘Volwassenen hebben het recht om hun leven te vergooien – het zijn autonoom handelende wezens. Die keuze hebben kinderen niet, want als tien- jarige kun niet zomaar vertrekken of elders opvang zoeken. Alle kinderen zijn in de eerste plaats de zonen en dochters van de samen- leving. Wij hebben de verpletterende verantwoordelijkheid om hen te beschermen. Als vertrouwelingen om die reden druk uitoefenen om een einde te maken aan de gewelddadige relatie, dan is dat gerechtvaardigd.’

‘De vraag is alleen wat het uithaalt als het slachtoffer zelf niet handelt’, zegt Van de Voorde. ‘Stel dat je als omstander naar de politie stapt. Zal het slachtoffer daarmee geholpen worden? Dat is niet zeker. Agenten hebben concrete feiten of een klacht nodig. Ik raad mensen vooral aan om tijdig door te verwijzen naar professionals zoals 1712, het Centrum voor Leerlingenbegeleiding, de Centra voor Algemeen Welzijnswerk, de Vertrouwenscentra Kindermishandeling, psychologen, relatietherapeuten. Zij beschikken over de tools om de betrokkenen te helpen en maatregelen te nemen die de kinderen beschermen.’

Conversaties over partnergeweld zijn niet zelden ongemakkelijk. Wat als al te zeer aandringen leidt tot verbreking van het contact? Le Compte: ‘Dat komt vaak voor. Daarom is het zo belangrijk om het niet op te geven, om te blijven proberen. Bovendien kan de omgeving praktische hulp bieden. Wie een intieme terrorist verlaat, heeft een veiligheidsplan nodig. Het gros van de partnermoorden gebeurt net bij het vertrek of in de zes maanden die daarop volgen.’

Hoezo veiligheidsplan? Le Compte: ‘Behalve als je in levensgevaar bent, is het niet verstandig om er impulsief vandoor te gaan. Slachtoffers doen er goed aan een gespecialiseerde (pro-Deo-)advocaat in de arm te nemen, en hun vertrekplannen geheim te houden tot ze zichzelf en de kinderen in veiligheid hebben gebracht. Ze verwittigen ook het best de school, zodat de dader de kinderen niet onverwacht ophaalt. Het komt erop aan zo veel mogelijk levenslijnen te creëren, dus veel naasten op de hoogte te brengen. De stilte van het slachtoffer is de kracht van de dader. Vertrouwelingen kunnen belangrijke documenten bewaren: identiteitskaarten, rijbewijs, kleren, geld of bankkaarten. Ze kunnen kinderopvang of tijdelijke logies aanbieden, op basis van heldere afspraken. Daarmee maken ze echt het verschil. Het allerergste is het besef dat je er alleen voor staat.’

Maak mee het verschil en deel het campagnebeeld op Facebook met #genoeg

Partner Content