John Crombez en Tine Soens (SP.A)

‘Wat is het waard dat kinderarbeid hier verboden is, als kinderen in een ander land onze spullen maken?’

John Crombez en Tine Soens (SP.A) zetelen voor SP.A in het Vlaams Parlement.

‘Laten we elke sector die zich schuldig maakt aan kinderarbeid aanzetten om zelf te reageren’, schrijven John Crombez en Tine Soens van SP.A. ‘Op die manier kunnen de bedragen die oneerbaar verdiend werden teruggestort worden in een fonds dat toekomt aan de kinderen van wiens arbeid geprofiteerd werd.’

We lazen dit weekend over een wantoestand die uit een donker verleden lijkt te komen: kinderarbeid. Kinderarbeid die zorgt voor goedkope kasseien. De kasseien – ‘Kandla grijs’ genaamd – waarmee wij onze opritten en tuinterrassen leggen. Voor de onwetende consument ging het om klein prijsverschil. Maar elders wordt er groot geld verdiend, op kap van kinderen. Indische kinderen die niet naar school gaan, maar in stof en broeierige hitte met hamer en beitel de zogenaamde ‘kinderkopjes’ maken voor een paar roepies per dag. Priester Daens is terug van weg geweest.

‘Wat is het waard dat kinderarbeid hier verboden is, als kinderen in een ander land onze spullen maken?’

Het is niet de eerste keer dat ons verhalen van kinderarbeid bereiken, en onze droom verstoren van goedkope producten waarmee niets mis is. Ook in de sector van de confectiekleding kwamen al gevallen van kinderarbeid aan het licht. Meestal volgen we dan hetzelfde ritueel. Eerst zijn we erg verontwaardigd en uiten we onze woede, dan komt er ander nieuws dat dringender lijkt en verdwijnt verontwaardiging naar de achtergrond. Uiteindelijk blijven de zaken zoals ze waren. Tot aan het volgende schandaal, dan begint het ritueel van vooraf aan.

‘We moeten een manier van optreden vinden die al degenen die voordeel halen uit kinderarbeid ter verantwoording dwingt.’

Deze handelswijze moeten we veranderen. We moeten een nieuw soort reactie ontwikkelen voor gevallen van kinderarbeid of andere sociale misstanden. We hebben nood aan een manier van doen die meer is dan een hol ritueel van verontwaardiging. We moeten een manier van optreden vinden die al degenen die voordeel halen uit kinderarbeid ter verantwoording dwingt. Een respons die een verschil maakt in het leven van de uitgebuite kinderen.

Het eerste wat wij als Vlaamse en Belgische overheid onmiddellijk moeten doen, is zoveel mogelijk druk zetten op het land waar de kinderarbeid plaats vindt. Druk om bindende regels te maken die de misstanden verbieden en onmogelijk maken. Dat betekent concreet dat wij vanaf vandaag de Indische regering onder druk moeten zetten via de EU, de VN, de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en via onze eigen diplomatieke diensten. Zodat de Indische overheid zich verplicht voelt om de sector die onze kinderkopjes produceert streng te reguleren en controleren. Zodat kinderarbeid uit die sector verdwijnt.

Permanente controle in sectoren die gevoelig zijn voor misstanden

We moeten ook direct aandringen op diepgaande onderzoeken in de sector waar kinderarbeid plaatsvindt, door neutrale internationale en nationale organisaties die de misstanden scherp bloot kunnen leggen. Dat soort onderzoeken zou niet alleen mogen gebeuren naar aanleiding van een incident, maar voortdurend. Elke sector die gevoelig is voor sociale misstanden moet permanent gecontroleerd worden door bijvoorbeeld de IAO en de NGO’s.

Maar dat zijn de klassieke reacties. En dat is niet genoeg.

Onze nieuwe aanpak moet zich ook rechtstreeks richten tot de sector en de bedrijven die geld verdienen aan de kinderarbeid. Wij moeten luid en duidelijk eisen dat die onethische manier om winst te maken onmiddellijk wordt stopgezet. Die fouten uit het verleden moeten worden gecompenseerd en rechtgezet. Door te investeren in de toekomst van degenen die uitgebuit werden.

‘Die winst die op de kap van kinderlevens werd gemaakt moet mee door de sector teruggestort worden.’

Laat mij dat laatste concreet maken: er is ruw geschat 10 tot 15 euro per m² verdiend aan die kinderen. Een paar honderd euro per opritje dus. Die winst die op de kap van kinderlevens werd gemaakt moet mee door de sector teruggestort worden, in een fonds dat de naam draagt van de soort kasseien die gemaakt werd met kinderarbeid: het kandlafonds. Dat fonds heeft als enige doel te investeren in het onderwijs en de zorg voor de kinderen die het slachtoffer waren van kinderarbeid. Het heeft veel directere gevolgen dan symbolische acties die medeleven uitdrukken. Het is veel directer dan alleen te werken langs regeringen en internationale controleorganen.

Laat ons er in Vlaanderen een precedent van maken om altijd ook op die manier te reageren. Laten we elke sector die zich schuldig maakt aan kinderarbeid aanzetten om zelf te reageren, om de bedragen die oneerbaar verdiend werden terug te storten in een fonds dat toekomt aan de kinderen van wiens arbeid geprofiteerd werd. Laat ons de welvaart terugschenken aan de kinderen die hem gemaakt hebben. En laten ons dat doen tot kinderarbeid de wereld uit is.

Want wat is het waard dat bij ons kinderarbeid verboden is, als onze spullen uiteindelijk toch gemaakt worden door kinderhanden uit een ander land?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content