‘Wat gemorrel in de marge zal onze overbelaste kinderverzorgers niet redden’

”Samen nadenken’ met de sector over hoe we méér kinderverzorgers kunnen werven, is onvoldoende’, reageren journalist Thomas Detombe en pedagoog Jürgen Peeters op het opiniestuk de CD&V-ministers in de Vlaamse regering bij de Week van de Kinderopvang. ‘De noden zijn acuut hoog. Zowel onze kinderen als de kinderbegeleiders zijn daar vandaag het slachtoffer van.’

In De week van de Kinderopvang predikt Minister van welzijn Wouter Beke terecht dankbaarheid en waardering voor alle inspanningen die kinderverzorgers dagelijks leveren. Hij kondigt ook historische investeringen aan: 120 miljoen extra in de komende regeerperiode.

Klinkt goed, maar is het voldoende om met de enorme noden op het terrein om te gaan? Absoluut niet. De weinig ambitieuze manier waarop Beke de 1 begeleider per 8 kinderen-ratio benadert, is wat dat betreft veelzeggend. ‘Samen nadenken’ met de sector over hoe we méér kinderverzorgers kunnen werven, is onvoldoende. De noden zijn acuut hoog. Zowel onze kinderen als de kinderbegeleiders zijn daar vandaag het slachtoffer van.

Gebrek aan politieke moed

Met dat gemiddelde van 1 begeleider per 8 kinderen scoren we het slechtste van heel Europa. Zelfs relatief arme landen zoals Griekenland of Hongarije scoren met een 1 op 4-ratio veel beter dan ons. Onderbemande kinderdagverblijven zijn dus geen kwestie van geldgebrek. Ze getuigen van een ontstellend gebrek aan politieke moed en het onvermogen om op iets langere termijn te denken. Ze weerspiegelen een totaal gebrek aan kennis over wat jonge kinderen in die cruciale fase van hun leven nodig hebben.

Wat gemorrel in de marge zal onze overbelaste kinderverzorgers niet redden.

In 2014 probeerde men het personeelstekort aan te pakken door de toegelaten ratio te verhogen tot 1 op 9 voor een crèche met meerdere begeleiders, 1 op 8 voor een onthaalouder. Een totaal onverantwoorde beslissing. Het brengt opvoeders in een positie waarin ze alleen nog tijd hebben voor hoogstnoodzakelijke zorgtaken zoals pampers verversen of voeding geven. Zo loopt het grondig fout. Want kinderen hebben meer nodig dan functioneel bandwerk.

Ruimte voor relatievorming

De kern van ons mens-zijn, start vanuit relatievorming. Zonder een warme, veilige relatie kan je kinderen niet opvoeden. In de context van een kinderdagverblijf werk je aan die veilige relatie door snel in te spelen op de behoeftes van baby’s en peuters. Wat betekent het als jonge kinderen huilen? Waar hebben ze nood aan? Misschien wil een peuter rechtop zitten of de andere kinderen op de speelmat vergezellen. Misschien heeft hij omgekeerd nood aan een rustige speelplek of lichamelijke nabijheid. Misschien speelt er nog een ander ongemak waaraan de peuter moeilijk woorden of uiting kan geven.

Achterhalen wat een kind precies nodig heeft vergt een continue toewijding en voldoende tijd. Een onderbemande, onderbetaalde en ondergewaardeerde sector zoals de kinderopvang mist die cruciale grondstoffen van groei en ontwikkeling.

Kind als af te handelen taakje

Steeds meer kinderverzorgers raken overbelast door de vele zorgtaken en komen daardoor in een soort van overlevingsmodus terecht. Zo krimpt je mentale ruimte om op een afgestemde, betrokken manier met je doelgroep bezig te zijn. De vraag luidt dan niet langer: hoe begeleid ik de 8 kinderen onder mijn hoede op een liefdevolle manier door de dag? Maar wel: hoe krijg ik hun gedrag onder controle? Er is geen tijd meer voor echte relatievorming, elk kind wordt een af te handelen taakje.

Die noodgedwongen instrumentele omgang met onze allerkleinsten is op meerdere vlakken problematisch. Het leidt tot chronische stress en op termijn gedragsproblemen bij kinderen. Ze slagen er niet meer in om zich op een veilige manier te hechten waardoor ze alleen nog via externe prikkels zoals klassieke belonings- en strafsystemen te sturen zijn. Eigenlijk doe je aan puppytraining. Kinderen met grenzen leren omgaan wordt dan ‘africhten’. Interessant voor een hond misschien, maar bijzonder nefast als je jonge mensen wil voorbereiden op een complexe wereld waarin een vaardige omvang met eigen emoties en gevoelens cruciaal is.

Opvoeding als absolute beleidsprioriteit

Je ziet de gevolgen nu al in kleuter- en lagere scholen. Steeds meer kinderen worstelen met gedragsproblemen. Steeds meer leerkrachten zitten met de handen in het haar en schakelen vanuit die machteloosheid over naar, jawel, vormen van puppytraining. Maar opvoeding is veel meer dan gedragsmanipulatie uit tijdsgebrek. Opvoeden betekent de mogelijkheid hebben om echt te verbinden met kinderen. Beleidsmakers kunnen die mogelijkheden opkrikken door van kinderopvang, betrokken ouderschap en onderwijs absolute prioriteiten te maken. Wat gemorrel in de marge of een dagelijks dankwoord aan alle overbelaste kinderverzorgers, zullen noch onze kinderen, noch de mensen die voor hen proberen te zorgen, redden.

Thomas Detombe is jonge vader en journalist. Hij schrijft over mentaal welzijn en opvoeding.

Jürgen Peeters is vader, pedagoog en auteur van Kinderen zijn geen puppy’s. Hij is mede-bezieler van afgestemd opvoeden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content