David de Vaal

‘War on talent gaat helaas voorbij aan grote groep mensen in armoede’

David de Vaal Coördinator Netwerk Tegen Armoede

‘De arbeidsmarkt staat in brand. Mensen in armoede staan klaar om mee te blussen’, schrijft David De Vaal, Coördinator van Netwerk Tegen Armoede.

De ‘war on talent’ op de arbeidsmarkt is volop aan de gang. Gedelegeerd bestuurder Fons Leroy sprak in De markt op één zelfs over een arbeidsmarkt die in brand staat. De war on talent is er zeker, maar gaat helaas voorbij aan de grote groep mensen in armoede, die heel moeilijk toegang vindt tot de arbeidsmarkt, stelt het Netwerk tegen Armoede vast.

Het klopt dat er een grote stijging is van het aantal vacatures en de werkloosheidcijfers zijn ondertussen gedaald tot op het niveau van voor de financiële crisis. Ondanks die jobcreatie blijven heel wat mensen in de kou staan en moeten zij een beroep doen op een uitkering, doorgaans ver onder de armoedegrens. De meest recente armoedebarometer drukte ons nog maar eens met de neus op de feiten: in 2006 leefden 693.000 Vlamingen onder de armoedegrens, in 2015 waren dat er met 663.750 Vlamingen amper 30.000 minder (cf. Armoedebarometer 2017). Hoe kan zoiets en wat kunnen we eraan doen?

War on talent gaat helaas voorbij aan grote groep mensen in armoede.

In eerste instantie verdient het toenemend aantal vacatures en de dalende werkloosheid een stevige nuance. Die trend gaat gepaard met een stijgend aandeel uitzendarbeid, deeltijdse en tijdelijke jobs. Ook de snelle opmars van flexi-jobs en het nieuwe stelsel van onbelast bijklussen baart ons grote zorgen. De kloof tussen duurzame jobs met een waardig inkomen en flexibele, slecht betaalde jobs dreigt hiermee nog groter te worden met als gevolg een steeds groter wordende groep werkende armen (mensen die wel een job hebben, maar toch moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen). Hun aantal is fors gestegen. De voorbije 10 jaar kwamen er 40.000 bij.

Los van een activeringsbeleid moet er dus voldoende aandacht gaan naar de kwaliteit van jobs. We zijn ervan overtuigd dat een job een degelijk inkomen, een sociaal netwerk, een zinvolle dagbesteding kan bieden. We zien in de praktijk dat mensen in armoede terecht komen in jobs die tijdelijk, ongezond, zwaar en/of slecht betaald zijn. De instabiliteit en onzekerheid die hiermee gepaard gaan, verscherpen de armoede nog in plaats van een uitweg te bieden. De overgrote meerderheid van de mensen die op ‘non actief’ staan, wil trouwens niets liever dan terug aan de slag gaan, maar dan op maat en hun tempo. Werken betekent immers ook dat mensen zich nuttig voelen, dat ze ‘erbij horen’. Een job kan echter pas een hefboom zijn om uit de armoede te geraken, als het een kwaliteitsvolle en duurzame job is met garantie op een waardig inkomen.

VDAB-topman Fons Leroy wees afgelopen zaterdag terecht op het feit dat we ieder talent nodig hebben op onze arbeidsmarkt om aan de vraag te voldoen. Er is meer dan ooit nood aan een inhaalbeweging. Het is inderdaad onbegrijpelijk dat sommige groepen minder kansen krijgen. De werkzaamheidsgraad van kortgeschoolden, mensen met een beperking of migratieachtergrond en langdurig werklozen ligt een heel stuk lager dan die van hooggeschoolden.

Hoog tijd om werkgevers op dat punt te activeren. Wij zien nog veel vacatures waarin een rijbewijs B gevraagd wordt of erg hoge taalvereisten gesteld worden, terwijl dat helemaal niet nodig is om de job uit te oefenen. Werkgevers kijken anno 2018 nog al te eenzijdig naar diplomavereisten, terwijl elders verworven competenties en talenten veel te weinig aan bod komen. Terwijl werkgevers steeds meer hun beklag doen over vacatures die niet ingevuld raken, kunnen zij vacatures ook beter afstemmen op het beschikbare potentieel op de arbeidsmarkt. Daar zouden werkgevers én werknemers wel bij varen. Ook discriminatie blijft een hardnekkig probleem.

Investeren in mensen, ook in hun toegang tot de arbeidsmarkt, zal veel meer resultaat boeken dan straffen en sanctioneren.

Wij stellen vast dat het huidige arbeidsmarktbeleid geen antwoord biedt voor wie het verst verwijderd is van de arbeidsmarkt. Terwijl tewerkstellingsprogramma’s met volwaardige arbeidscontracten meer en meer worden afgebouwd, zet men in op stelsels zoals flexi-jobs en onbelast bijklussen. Daarmee creëert men een Mattheüseffect: men geeft vooral extra (bijverdienste) aan wie al werk heeft. Ondertussen wordt activering verstrengd en voelen mensen de druk toenemen, terwijl ze vruchteloos op zoek blijven gaan naar een job die hen vooruit kan helpen. Zij merken bitter weinig van de zogenaamde krapte op de arbeidsmarkt.

Investeren in mensen, ook in hun toegang tot de arbeidsmarkt, zal veel meer resultaat boeken dan straffen en sanctioneren. Denk daarbij niet alleen aan werk, maar ook aan welzijn. Kan werk mensen uit de armoede halen? Zeer zeker. Doet het dat per definitie? Helaas niet. Er zijn tal van drempels op de weg richting een kwaliteitsvolle job, van mobiliteitsproblemen, betaalbare kinderopvang, digitale kloof tot opleiding, … Een goed arbeidsmarktbeleid probeert rekening te houden met al die drempels door middel van een integrale benadering.

Eenzijdig inzetten op activering met de stok in de aanslag zal mensen niet aan het werk helpen. Dat is een spijtige zaak, voor wie werknemers zoekt én voor wie werk zoekt. Want Fons Leroy heeft gelijk. We hebben elk talent nodig om de brandende arbeidsmarkt te blussen. Geeft elk talent dan ook een eerlijke kans door te investeren in kwaliteitsvolle jobs, competenties van mensen maximaal te waarderen en drempels richting arbeidsmarkt weg te werken.

David de Vaal is Coördinator van Netwerk tegen Armoede.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content