Rik Van Cauwelaert

Wanneer onbekwaamheid regeert (Rik Van Cauwelaert)

Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Bruno Tobback besefte wellicht niet hoe ridicuul zijn tussenkomst was. Zeven jaar lang deed de regering niets. Nu wordt de bevolking een krakkemikkige pensioenhervorming door de strot geduwd.

‘De regering moet duidelijk aan de mensen uitleggen dat die pensioenhervormingen nodig zijn als we ons welvaartsmodel willen behouden.’ Met een gespeelde bezorgdheid kwam SP.A-voorzitter Bruno Tobback deze boodschap afleveren in het duidingsprogramma Terzake. De voorzitter besefte wellicht niet eens hoe ridicuul zijn tussenkomst wel was.

Tobback zelf heeft als minister van Pensioenen onder Verhofstadt nooit blijk gegeven van enige ongerustheid. Nochtans, in oktober 2004 – ruim 7 jaar geleden – schreef toenmalig Vlaams minister Frank Vandenbroucke in een open brief – en hij herhaalde het naderhand in interviews – letterlijk het volgende: ‘Binnen afzienbare tijd is de Belgische staat niet meer bij machte haar engagementen tegenover de burgers na te komen. Die engagementen, dat zijn de gezondheidszorg en de uitbetaling van de pensioenen.’

Duidelijker kon het probleem niet worden gesteld. Maar in oktober 2004 werd Frank Vandenbroucke de mond gesnoerd door zijn partijbureau, toen al bevolkt door de bollebozen die vandaag de partijleiding hebben en in de federale regering zetelen.

Ruim 7 jaar hebben de partijen die nu de regering bevolken niets gedaan om ons welvaartsmodel overeind te houden. Maar nu, onder Europese druk, wordt een krakkemikkige, onafgewerkte pensioenhervorming de bevolking door de strot geduwd. Waarbij dan nog op een bijzonder cynische manier wordt getracht de jongere generaties uit te spelen tegen de oudere.

Een blik op recente rapporten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) – we hebben daar nu een prominent vertegenwoordiger – leert dat in alle ontwikkelde landen jeugdwerkloosheid het grootste probleem is. De situatie is zo dramatisch dat veel ontgoochelde jongeren zelfs geen opleiding meer volgen en geen werk meer zoeken. Want het zijn vooral jongeren die momenteel in tijdelijke en parttimecontracten, projectcontracten en (valse) zelfstandigencontracten opgesloten raken en zodoende weinig of niets meer kunnen bijdragen tot de instandhouding van het pensioensysteem.

De Groene Amsterdammer citeerde onlangs Stefano Scarpetta, hoofd van de werkgelegenheidsdivisie van de OESO, die zei: ‘Alle werkgevers, ook overheden, hebben op de crisis gereageerd door de contracten in deze categorie van werknemers niet te verlengen. Daarom stijgt in alle ontwikkelde landen de jeugdwerkloosheid veel sneller dan de algemene werkloosheid. In plaats van de hele arbeidsmarkt te hervormen hebben Europese regeringen baancreatie en flexibiliteit aangemoedigd in deze kwetsbare categorie. Of je in een Europese samenleving een insider of een outsider bent wordt in hoge mate bepaald door het type werkcontract dat iemand heeft.’

Daarbovenop krijgen de jongeren af te rekenen met stijgende studiekosten, de steeds duurder wordende woningmarkt en een verschrompelend sociaal vangnet. Om maar te zeggen dat zij die vandaag de jongeren tegen de oudere generatie werknemers trachten op te zetten, met vuur spelen.

De toenemende verkrotting van ons ooit zo geprezen sociale systeem valt niet alleen toe te schrijven aan het onbezonnen gedrag van de opeenvolgende regeringen en van de traditionele partijen die de macht bezet hielden. Ook de sociale partners hebben het sociale systeem, waarvan de leiding hen werd toevertrouwd, op een bijzonder nonchalante, om niet zeggen slordige wijze beheerd.

Vakbonden en werkgevers vonden elkaar bij het uitmelken van het systeem, bij het bedenken van nieuwe vormen van vervroegde pensioenen en gesubsidieerde jobs.

Als spoorarbeiders vandaag een bijzonder statuut genieten, dan is dat omdat de traditionele partijen, die de NMBS al generatieslang beheren, die statuten mee hebben uitgewerkt en de spoorbonden op allerlei manieren financiële voordelen hebben toegeschoven. De eerste verantwoordelijken hier zijn de opeenvolgende voogdijministers die telkens het spoor hebben gebruikt als een electorale visvijver en de raden van bestuur met hun lakeien hebben bevolkt.

Intussen hebben diezelfde opeenvolgende regeringen zowat alles onderschreven, vaak zonder de documenten te lezen die ze goedkeurden, wat hen door Europa werd voorgelegd.

Dat ze bij de PS dachten dat de zogeheten sixpack – zes maatregelen die het Europese economische beleid moeten versterken – een stel suggesties was dat men ook naast zich kon leggen, illustreert de politieke onbekwaamheid die vandaag regeert.

Intussen dwingen Duitsland en vooral Frankrijk, die de eigen hogewinstbelasting nodig hebben om hun zware staatsapparaat en om, vooral in het geval van Frankrijk, hun sociale systemen te betalen, de andere EU-landen tot bijkomende besparingen – en zoals het er nu voor staat, recht naar een recessie. En dat alles in naam van het aan te leggen level playing field – dat Europese jargon alleen al!

Zo komt het dat vandaag de Belgische regering, als Europees filiaalhouder, in marstempo hervormingen moet doorvoeren, omdat de Fransen en Duitsers dit, uit eigenbelang, eisen.

Ook de vakbonden hebben dit Europees manoeuvre niet zien aankomen. Zij hebben hun mensen slecht voorbereid en vooral verkeerd ingelicht over wat te gebeuren stond.

Tegen beter weten in werd dan maar naar het stakingswapen gegrepen.

De politieke partijen zijn hun geloofwaardigheid al kwijt. Hetzelfde dreigt nu de vakbonden te overkomen, tenzij zij alsnog eigen hervormingsplannen kunnen voorleggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content