Waarom zwerfvuil niet opgeruimd geraakt

Michel Vandersmissen
Michel Vandersmissen Redacteur van Knack

Zwerfvuil blijft een nijpend probleem in Vlaanderen. Statiegeld zou een oplossing kunnen zijn. Terwijl minister Joke Schauvliege de beslissing over de invoering ervan uitstelt, kondigt de stad Antwerpen een eigen proefproject aan. Ondertussen blijft de vraag wie verantwoordelijk is voor alle troep op straat. Wij allemaal, zoals Ovam volhoudt? Of toch ‘de Coca-Cola’s van deze wereld’?

‘Ik ben het beu om hier elke dag dezelfde rotzooi te moeten opruimen. Het is letterlijk vuil vegen met de kraan open.’ Marc is een van de zogenaamde ‘witte tornado’s’ die in het Antwerpse district Borgerhout een ongelijke strijd voeren tegen het zwerfvuil. ‘Vegen is nodig, maar het is ook een verkeerd signaal naar een kleine minderheid die het normaal vindt om sigarettenpeuken, papier, blikjes en plastic flessen te dumpen op openbare plaatsen, ook al staat er tien meter verder een lege vuilnisbak. Ze weten dat wij hun rommel toch elke dag komen opruimen. We zouden het misschien beter gewoon laten liggen.’

Volgens het Vlaamse actieplan moet er tegen 2022 twintig procent minder zwerfvuil zijn. Dat wordt nog hard werken, want volgens een onderzoek van het Nederlandse studiebureau Kplus neemt het zwerfvuil nog altijd in volume toe: in 2013 werd 17.500 ton zwerfvuil opgeruimd. Twee jaar later was dat al 24.441 ton, zo blijkt uit voorlopige cijfers. Terwijl het doel is om tegen 2022 nog maximaal 14.000 ton zwerfvuil over te houden. Zwerfvuil kost de overheid ook veel geld. In 2015 spendeerde Vlaanderen iets meer dan 187 miljoen euro aan het opruimen van zwerfvuil en sluikstorten. Daarvan ging 103 miljoen euro naar zwerfvuil, een stijging van maar liefst 42 miljoen euro in vergelijking met 2013. Het grootste deel van die kosten wordt gedragen door steden en gemeenten.

2,1 miljard blikjes en plastic flessen worden er jaarlijks in Vlaanderen verkocht

Het nieuwste wapen van de Vlaamse overheid in de strijd tegen zwerfvuil is de zogenaamde handhavingsweek die ‘Mooimakers’ – het samenwerkingsverband van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, Fost Plus en de Openbare Afvalstoffenmaatschappij Ovam – van 18 tot 24 september organiseert. Het is een soort flitsmarathon, niet gericht op hardrijders in het verkeer maar wel op viezerds die hun afval achterlaten op de openbare weg. Die week zullen honderden ambtenaren en politiemannen extra controles houden om overtredingen vast te stellen. De vijf Vlaamse provinciegouverneurs en de meeste afvalintercommunales doen ook mee.

Een goed initiatief? Afvaldeskundige Rob Buurman, directeur van Recycling Netwerk, een coalitie van milieuorganisaties, vindt het flauwekul. ‘Als ik politiecommissaris was, zou ik weigeren om mijn agenten daaraan te laten meedoen. Ik vermoed dat de politie dringender opdrachten heeft. Ze hebben zo’n flitsmarathon tegen sluikstorters trouwens al eens op kleinere schaal getest in West-Vlaanderen. Daar deden 400 ambtenaren aan mee en die slaagden erin om 200 pv’s op te stellen. Dat is dus een halve overtreder per ambtenaar. Is het dat waard? Nee toch. Dit is gewoon een marketingcampagne om een slecht Vlaams afvalbeleid te maskeren.’

Jan Verheyen van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) geeft toe dat zo’n actieweek alleen niet alle problemen oplost, maar ‘het zal de daders wel doen beseffen dat er een pakkans is en dat ze een stevige boete riskeren. Dit soort sensibiliseringscampagnes blijft zeker nodig. Vorig jaar liep er bijvoorbeeld een overheidscampagne tegen het zwerfvuil op parkeerterreinen langs Vlaamse snelwegen. Met resultaat, want tijdens de campagne lag er 26 procent minder zwerfvuil.’

Wij allemaal

Wie zijn die viezerds die al dat zwerfvuil achterlaten? ‘Wij allemaal’, antwoordt Jan Verheyen. ‘Uit enquêtes en een studie door het onderzoeksbureau MythosQR blijkt dat drie vierde van de bevolking zich ergert aan het vele zwerfvuil op straten en pleinen, maar ook dat een even grote groep toegeeft zelf weleens vuilnis achter te laten uit een soort luiheid of nonchalance. De meesten denken dat dat ene papiertje of blikje het verschil niet zal maken.’

Rob Buurman is het daar totaal niet mee eens. ‘De viespeuken zijn niet de burgers, maar de Coca-Cola’s van deze wereld, de producenten van al die troep. De industrie probeert al decennialang de verantwoordelijkheid bij de burger te leggen, maar dat klopt niet. Ze beseft goed dat een percentage van hun verpakkingen in het milieu belandt en toch verwacht ze dat de maatschappij opdraait voor de opruimkosten.’

Drankverpakkingen, blikjes en plastic flessen zijn goed voor veertig procent van het zwerfvuil. Jaarlijks worden in Vlaanderen 2,1 miljard blikjes en plastic flessen verkocht. Dat zijn er 4000 per minuut, rekent Rob Buurman uit. ‘Als een paar procent daarvan bij het zwerfvuil belandt, spreken we al snel over honderd blikjes per minuut.’

187 miljoen euro spendeerde Vlaanderen in 2015 aan het opruimen van zwerfvuil

Jan Verheyen legt uit dat Ovam de strijd tegen zwerfvuil op verschillende fronten voert: sensibilisering, handhaving en participatieprojecten zoals lenteschoonmaken. Bovendien staat Ovam in voor de aankoop van efficiënte veegmachines, de plaatsing van vuilnisbakken en peukpalen en het subsidiëren van lokale opruimacties. Binnenkort start trouwens een nieuwe campagne – ‘Operatie Proper’ – waarbij onder meer scholen financieel worden beloond als ze meehelpen bij het opruimen of schoonhouden van hun buurt.

Daarnaast is er ook een handhavingsbeleid nodig. ‘Dat kan met gasboetes en in toenemende mate ook met camera’s op zwerfvuilgevoelige plaatsen’, zegt Verheyen. Onder meer Antwerpen zet daar zwaar op in en gebruikt zowel vaste als verplaatsbare camera’s. Volgens Caroline Bastiaens, Antwerps schepen van Cultuur en Stadsonderhoud, slaagde de stad er de voorbije twee jaar in om honderden sluikstorters te vatten. In het district Deurne werden in juli van dit jaar dankzij camerabeelden nog 95 sluikstorters betrapt. In 2016 werden 1491 gasboetes uitgeschreven voor het vervuilen van de openbare weg. ‘Het is arbeidsintensief werk. Het camerateam bestaat uit zes mensen en de stad is op zoek naar intelligente software om het opzoekwerk van de beelden te verkorten.’

Statiegeld in Antwerpen

Rob Buurman vindt het gebruik van camerabeelden te duur en te omslachtig. ‘Wie gaat die vele camerabeelden bekijken, hoe moet je de daders daarop identificeren en wat zal de politie doen als ze iemand een blikje op de stoep ziet achterlaten?’

Het is volgens hem allemaal gerommel in de marge, met als belangrijkste doel de invoering van statiegeld tegen te houden. ‘Dat is met voorsprong het beste middel in de strijd tegen zwerfvuil, maar de invoering ervan wordt steevast gesaboteerd door Fost Plus. Ik verdenk de Ovam er zelfs van om de handhavingsweek te organiseren als middel om de aandacht af te leiden van het statiegeld.’

Fost Plus, de vereniging die is opgericht door de Vlaamse overheid en de verpakkingsindustrie, is verantwoordelijk voor de selectieve inzameling en recyclage van huishoudelijk verpakkingsafval. Het doet dat onder meer via het systeem van de blauwe PMD-vuilniszakken.

Joke Schauvliege (CD&V), Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, heeft al laten weten dat ze achter de invoering van statiegeld staat. Volgend jaar valt de definitieve beslissing, maar Fost Plus blijft zich verzetten, met als belangrijkste argument dat het systeem van de blauwe zakken goed werkt.

Volgens sommigen reageert Fost Plus overdreven defensief, om niet te zeggen agressief op voorstellen in verband met statiegeld. Toen de Antwerpse reinigingsdienst het voorstel lanceerde om lokale verenigingen in te schakelen en te betalen voor het inzamelen van blik en plastic flessen, kwam er enkele dagen later een naar verluidt ‘bedreigend’ telefoontje van Fost Plus.

Waarom zwerfvuil niet opgeruimd geraakt
© Saskia Vanderstichele

10 cent per blikje

Toch gaat het stadsbestuur door met dat project. Het zal de start ervan aankondigen tijdens de actieweek van Mooimakers. Caroline Bastiaens wil zo de strijd winnen tegen de naar schatting tien miljoen drankverpakkingen die in Antwerpen jaarlijks op straat worden achtergelaten. De huidige opruimkosten van zwerfvuil in Antwerpen worden geraamd op 25 miljoen euro per jaar. Daarin zijn de kosten van personeel en materieel inbegrepen.

‘Vanaf eind september geven we aan verenigingen tien cent per achtergelaten blikje (of plastic fles) dat ze opruimen. Het totaal bedrag wordt wel beperkt tot 2750 euro per vereniging’, legt Bastiaens uit. ‘Dat geld valt dus letterlijk van de straat op te rapen. Ik denk dat het risico op misbruik beperkt is.’

Het voorstel biedt volgens de schepen heel wat voordelen. ‘Met dat geld kunnen die wijkcomités of sportverenigingen materiaal kopen of hun clubhuis onderhouden. Ik ben ook erg benieuwd hoe een wijk op dit systeem zal reageren. Het zijn immers niet langer anonieme witte tornado’s die hun rommel komen opruimen, maar buren en bekenden. Het zal de buurt hopelijk snel het gevoel geven dat ze mee verantwoordelijk is voor de properheid van hun straten. Alle mogelijke verenigingen komen in aanmerking, ook een groepje buurtbewoners die hun straat willen schoonhouden.’

Bastiaens hoopt dat haar partijgenote Joke Schauvliege volgend jaar zal beslissen om het systeem van statiegeld in heel Vlaanderen in te voeren. ‘Er zijn genoeg buitenlandse voorbeelden die de voordelen daarvan bewijzen. In Antwerpen zijn alle politieke fracties, meerderheid en minderheid, voor de invoering ervan. Statiegeld lijkt me zeker te verkiezen boven een bijkomende roze vuilniszak voor plastic afval dat niet in de blauwe PMD-zak mag, zoals botervlootjes.’

Het voorstel dat op de tafel van Schauvliege ligt, voert een statiegeldbedrag in van 0,25 euro op alle eenmalige drankverpakkingen uit kunststof en metaal. En er komt een terugnameplicht voor de warenhuizen. Kleine verkooppunten en containerparken zouden zich vrijwillig kunnen aansluiten. De blauwe vuilniszak zal behouden blijven, maar dan voor het andere plastic afval.

Uit een voorbereidende studie blijkt dat de veralgemeende invoering van statiegeld zou leiden tot een daling van het zwerfvuil met veertig procent, en zelfs tot een reductie van 90 procent van de eenmalige drankverpakkingen.

Koudwatervrees

Rob Buurman begrijpt de koudwatervrees voor het statiegeld niet. ‘Het systeem wordt al geruime tijd met veel succes toegepast in verschillende EU-lidstaten zoals Zweden, Finland en Denemarken. Nederland kent statiegeld, maar alleen voor grote plastic flessen. In Duitsland bedraagt het statiegeld op blik en petfles 25 eurocent, met als gevolg dat die bijna volledig verdwenen zijn uit het zwerfvuil. Ik vind het merkwaardig dat in het Vlaamse actieplan tegen zwerfvuil met geen woord gerept wordt over statiegeld, terwijl minstens veertig Vlaamse gemeenten een oproep deden om het in te voeren.’

10 miljoendrankverpakkingen worden in Antwerpen jaarlijks op straat achtergelaten

Dankzij statiegeld zouden de gemeenten flink kunnen besparen op het schoonhouden van straten en pleinen. De winst wordt geschat op enkele tientallen miljoenen euro’s per jaar. Statiegeld zorgt bovendien voor een zuivere recyclagestroom. Nu belandt nog een deel van de drankverpakkingen bij het gewone huisvuil.

Het nadeel van het statiegeldsysteem zijn de kosten. Die worden door Ovam geschat op 66 miljoen euro per jaar, te dragen door de verpakkingsindustrie. Rob Buurman nuanceert door te verwijzen naar Noorwegen. ‘Dat land is door zijn uitgestrektheid eigenlijk een duur land om statiegeld in te voeren en toch is het Noorse systeem volledig kostendekkend. Het argument van Fost Plus dat de prijzen van drank zullen stijgen, klopt ook niet. Een Amerikaanse studie concludeerde dat dranken in Amerikaanse staten waar statiegeld verplicht is niet duurder en soms zelfs goedkoper zijn dan dranken in andere staten.’

En wat vindt de Vlaming ervan? Fost Plus pakte onlangs uit met een eigen enquête waarin aan duizend Vlamingen werd gevraagd welk systeem ze verkiezen: de blauwe zak of de invoering van statiegeld. Slechts 22 procent koos voor de tweede oplossing. Rob Buurman vindt dat het resultaat sterk vertekend werd door de vraagstelling. ‘De consument werd gedwongen om een fundamentele keuze te maken tussen twee systemen, terwijl ze in werkelijkheid prima complementair zijn.’

Ook consumentenorganisatie Test-Aankoop hield een enquête. Met een heel ander resultaat, want daaruit blijkt dat 68 procent van de ondervraagden voorstander is van de invoering van statiegeld op plastic flessen en 64 procent op blikjes. Mocht het systeem worden ingevoerd, dan zegt 88 procent zijn blikjes en plastic flessen zonder probleem terug te brengen naar een inzamelpunt. Test-Aankoop vroeg ook hoeveel dat statiegeld mag bedragen: 38 procent vindt tien cent een correcte prijs, 31 procent verkiest vijf cent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content