Line De Witte (PVDA)

‘Waarom snoeien in het loon van minister-president Geert Bourgeois niet populistisch is’

Line De Witte (PVDA) Voorzitter PVDA Leuven en auteur van 'TTIP en CETA voor beginners - Is het gevaar geweken?' (EPO)

De besparingen van de Vlaamse regering worden verkocht als onoverkomelijkheid. De vraag aan minister-president Geert Bourgeois of hij ook zal inleveren, is dan ook helemaal niet populistisch, stelt Line De Witte van Comac.

Dinsdag 23 september gaf Geert Bourgeois (N-VA) een gastcollege aan de Universiteit van Gent. Dat college stond, niet verbazingwekkend in het teken van de besparingen op onderwijs en de geplande verhoging van de inschrijvingsgelden. De studenten uitten hun onvrede ten aanzien van de kersverse Minister-President door het schoppenteken, het symbool van het studentenprotest massaal in de lucht te steken. ‘Gaat u ook op uw eigen wedde en die van uw medewerkers besparen?’, vroeg een aanwezige professor, die met zijn vraag applaus oogst. ‘Een populistische vraag’, reageerde Bourgeois. Maar is dat wel zo?

‘Populistisch en niet de essentie van het debat’ en daarmee is de kous af voor meneer Bourgeois. Maar zo simpel is het niet. De regering Bourgeois stelt dat het crisis is voor iedereen, dat iedereen moet inleveren en dat we in deze moeilijke tijden geen geld kunnen opzijzetten voor onderwijs. Hij vindt de verhoging van de inschrijvingsgelden best meevallen, ze zullen immers minder dan 1000 euro bedragen. Dit zal volgens hem geen effect hebben op de toegang tot hoger onderwijs. Minister-President Bourgeois toont met zo’n uitspraak duidelijk aan hoe ver hij verwijderd is van de realiteit in Vlaanderen.

Holle woorden

Dat een Minister-President met een loon van meer dan 120.000 euro per jaar het gevoel heeft dat de verhoging van inschrijvingsgeld tot 1000 euro niet zoveel is, mag eigenlijk niet verbazen. Voor hem bedraagt het inschrijvingsgeld voor één kind immers nog geen 10% van zijn maandloon. Voor de gemiddelde voltijds werkende Vlaming bedraagt datzelfde inschrijvingsgeld daarentegen 50% van het maandloon (Statbel, 2014). Dan hebben we het nog niet over personen met meerdere kinderen, over personen met een loon onder dat gemiddelde en over deeltijds werkenden en werklozen..

De verhoging van het inschrijvingsgeld zal wel degelijk een effect hebben op wie in de toekomst toegang heeft tot hoger onderwijs. Een studie van de OESO wijst uit dat een verhoging van het inschrijvingsgeld tot 700 euro al 2000 jongeren de toegang tot hoger onderwijs zou ontzeggen, enkel en alleen op basis van inkomen. Bourgeois spreekt holle woorden als hij het heeft over democratisch hoger onderwijs waar hij bovendien de participatie van kansengroepen wil bevorderen. In de praktijk doet hij net het omgekeerde: hij verhoogt de inschrijvingsgelden en schrapt het aanmoedigingsfonds dat net dient om de participatie van die kansengroepen te bevorderen.

Terechte vraag

Deze besparingen worden verkocht als een onoverkomelijkheid, als iets wat niets met keuzes te maken heeft, maar met een noodzaak. Niets is minder waar en daarom is de vraag naar de inlevering van de Minister-President himself niet populistisch, maar volkomen terecht. Deze vraag afwimpelen als populistisch, is het debat uit de weg gaan. De vraag die hier immers wordt gesteld, is waarom het altijd dezelfden zijn die moeten inleveren, terwijl anderen volledig worden gespaard. Het zijn de werkende mensen, de jongeren, en al wie het al moeilijk had die opnieuw worden geviseerd. Dit terwijl er duidelijk een groep is die baat heeft bij deze crisis. In het Vlaanderen van morgen zijn het niet de sterkste schouders die de crisis zullen dragen, in tegendeel.

Om een voorbeeld te geven: als kersverse Belg Bernard Arnault, de rijkste man van Europa, het wettelijke belastingtarief zou betalen, zou hij in zijn eentje al voldoende opbrengen om de besparingen in het onderwijs te ruimschoots compenseren! En Bernard Arnault is niet alleen. Vorig jaar kwamen er in volle crisis 12.000 nieuwe miljonairs bij, die niet worden belast op hun vermogen. Eigenlijk is de tegenstelling hallucinant. Het gaat over de keuze een minimale groep in België wettelijk te belasten. Een keuze die niets zou veranderen aan het feit dat zij nog altijd de allerrijksten zijn. Deze keuze staat tegenover de keuze om duizenden studenten de toegang tot het hoger onderwijs te ontzeggen. En de regering wil ons wijsmaken dat er geen andere mogelijkheid is dan besparen. Waarvoor houden ze ons eigenlijk?

‘Vroeger was het beter’

Studenten pikken dit niet langer. In alle universiteitssteden in Vlaanderen is actie gevoerd en dat is maar het startschot. Op donderdag 2 oktober komen we massaal op straat. Bourgeois kan dan wel beweren dat het protest ‘in zijn tijd beter was’ en dat de vragen nu populistisch zijn. In zijn tijd deed het establishment niet anders. Hij gaat door zijn opmerkingen over populisme het echte debat uit de weg, maar wij zullen ervoor zorgen dat hij luistert.

Als er zo duidelijk keuzes worden gemaakt voor een bepaalde groep, ten koste van de meerderheid van de samenleving, is het dan populistisch om deze tegenstelling aan te kaarten ? Moeten we nu echt doodzwijgen dat het hier wel degelijk over keuzes gaat omdat de Minister-President daar niet graag mee wordt geconfronteerd? Voor Comac mag het niet je portemonnee zijn die bepaalt of je geschikt bent voor een hogere opleiding. Elke euro die bespaard wordt, is er een te veel. Laten we het geld halen waar het zit. zit. Een sociale toekomst in een solidaire samenleving!

Line De Witte, woordvoeder van Comac, studentenbeweging van PVDA en student KU Leuven

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content