Bart Kerremans

Waarom Barack Obama voor Chuck Hagel koos

Bart Kerremans Bart Kerremans is hoogleraar internationale relaties en expert Amerikaanse politiek aan het Instituut voor Internationaal en Europees Beleid (IIEB) van de Katholieke Universiteit Leuven.

De keuze van Barack Obama voor Chuck Hagel als minister van Defensie is vooral een keuze voor iemand die Obama op cruciale elementen in zijn binnenlandse defensiebeleid zal volgen.

De keuze van Amerikaans president Barack Obama voor Chuck Hagel als nieuwe minister van Defensie kan hoogst merkwaardig overkomen. Nadat Susan Rice haar kansen verloren zag gaan om Hillary Clinton op te volgen op buitenlandse zaken, lijkt er nu een tweede benoemingscontroverse in aantocht. Hagel is immers geen onbetwist figuur, noch ter linker- als ter rechterzijde.

Ter linkerzijde wordt hij gehekeld door homofobe uitspraken omtrent een Amerikaanse kandidaat-ambassadeur voor Luxemburg en om zijn consistente stemgedrag tegen homorechten in de periode dat hij Republikeinse senator voor Nebraska was. Ter rechterzijde gebeurt dit omwille van zijn scherpe kritiek op de manier waarop toenmalig president George Bush de oorlog in Irak had aangepakt (ook al steunde Hagel de inval zelf wel), op de Joodse lobby en op de sancties die de VS tegen Iran toepast. Maar bovenal wordt Hagel aan die zijde gewantrouwd omwille van de steun die hij in 2008 gaf aan Barack Obama, eerder dan aan zijn Republikeinse tegenkandidaat, John McCain.

Sindsdien heeft Hagel zich bijzonder loyaal getoond ten aanzien van de huidige Amerikaanse president en diens buitenlands beleid. Verschillende Republikeinen zien in Hagel’s aanstelling dan ook een reeks verkeerde signalen die Obama zou uitzenden ten aanzien van Iran en Israël. Ten aanzien van het eerste zou hij te zacht zijn en ten aanzien van het tweede te hard. De vraag is of die analyse wel klopt. Moet men achter Hagel’s nominatie dergelijke motieven zoeken? Het is weinig waarschijnlijk. En daar zijn verschillende redenen voor.

In eerste instantie kenmerkt de Obama Administratie zich door een sterke centralisatie van het buitenlands beleid in het Witte Huis zelf. Een minister van Defensie is daar zeker een belangrijke speler in, maar zeker niet de belangrijkste of meest beslissende. Het lijkt omwille van die reden weinig waarschijnlijk dat de keuze voor Hagel een grote impact op Obama’s beleid ten aanzien van Iran of Israël zal hebben. Dat is nog meer zo omdat ook heel wat Amerikaanse militaire leiders niet staan te springen om zich in een militaire confrontatie met Teheran te storten. Hagel zelf zal daar niet echt een groot verschil in maken. Het lijkt eerder dat Jeruzalem Washington’s hand in deze zaak zal forceren en de reactie daarop zal niet in het Pentagon maar wel aan de overkant van de Potomac Rivier – in het Witte Huis zelf – bepaald worden.

In tweede orde lijkt Obama’s keuze voor Hagel vooral ingegeven te zijn door diens loyauteit ten aanzien van de president, ook al heeft hij dan een verleden als Republikeinse Senator met relatief conservatieve ideeën. Dat blijkt ook uit de andere keuzes die Obama gemaakt heeft of op stapel stond te maken. Zowel Susan Rice als John Kerry (de opvolger van Hilary Clinton op Buitenlandse Zaken) staan bekend omwille van diezelfde grote loyauteit ten aanzien van de Amerikaanse president. En wat Kerry betreft was de kans groot dat hij op Defensie zou zijn terechtgekomen indien Rice Buitenlandse Zaken had gekregen.

Loyauteit lijkt de centrale drijfveer te zijn in al deze keuzes, met in het geval van Hagel een sausje van “bipartisanship”. Dat laatste is niet ongewoon. Presidenten benoemen wel meer personen van de andere politieke partij in hun regering, zelfs op Defensie. Denk maar aan William Cohen onder Bill Clinton, of Robert Gates tijdens het grootste deel van Obama’s eerste ambtstermijn. Gates had overigens dezelfde functie tijdens de laatste twee jaren van de Bush Administratie uitgeoefend, wat wel uitzonderlijk is.

Wat zijn dan de drijfveren achter Obama’s keuze? Die lijken eerder te liggen bij een aantal zaken waarin het ministerie van Defensie directe belanghebbende is.

In eerste instantie gaat het over het defensiebudget. Dat budget ligt zwaar onder vuur. In de onderhandelingen die in de zomer van 2011 tussen Obama en de Republikeinen werden gevoerd om tot een verhoging van het Amerikaanse schuldenplafond te komen, werd immers afgesproken dat bij gebrek aan een concreet akkoord over besparingen tegen november 2011 vanaf 2013 een reeks automatische bezuinigingen in werking zouden treden, waarvan de helft op defensie.

Dat laatste werd onder Obama’s druk in het akkoord opgenomen omdat hij daarmee een troef achter de hand zou hebben, mochten de Republikeinen dwars gaan liggen om bijvoorbeeld belastingverminderingen te bekomen of belastingtoenames te voorkomen. In het licht van het schuldenplafond dat opnieuw moet worden verhoogd en de nood aan een nieuw akkoord tegen eind februari is dit niet onbelangrijk. Komt er geen akkoord dan gaan 50% van de voorziene besparingen naar Defensie. Komt er wel een akkoord dan valt te verwachten dat het ook significante bezuinigingen op Defensie zal bevatten. Een loyale minister van Defensie zal ervoor moeten zorgen dat het Pentagon dit zonder al teveel morren slikt. Hagel lijkt daarvoor een goede keuze.

Naast het defensiebudget is er een tweede element. Van Hagel is geweten dat hij een uitgesproken kritische houding aanneemt ten aanzien van het behoud van de gevangenis van Guantanamo op Cuba. Hij ziet die gevangenis als een element dat de Amerikaanse geloofwaardigheid inzake mensenrechten internationaal aantast. Daarmee zit hij op dezelfde lijn als Obama. Die wou Guantanamo reeds tegen januari 2010 sluiten. Het pakte anders uit omwille van aanhoudend verzet in het Congres en dit bij Republikeinen en heel wat Democraten.

Maar Obama’s tandengeknars daarover klinkt steeds luider. De laatste poging van het Congres om Obama’s handen te binden – de National Defense Authorization Act van 2013 van eind december 2012 – werd door de president beantwoord met een reeks signing statements waarin hij aangaf dat de scheiding der machten geschonden werd en dat hij onderdelen van de betrokken wet niet zou uitvoeren indien dat een dergelijke schending zou inhouden. Om een lang verhaal kort te maken: met deze signing statement instrueert Obama eigenlijk zijn ministers om de onderdelen van de wet die op Guantanamo betrekking hebben, niet te volgen.

Vorig jaar durfde hij omwille van de presidentsverkiezingen de confrontatie hierover met het Congres niet aan. Dit jaar is de kans reëel dat het anders wordt en een minister van Defensie die hem hierin expliciet steunt, is daarbij niet onbelangrijk.

Kortom, de keuze voor Hagel is in eerste orde een keuze voor iemand die Obama op cruciale elementen in zijn binnenlandse defensiebeleid zal volgen. In Obama’s buitenlands beleid valt er geen groot effect van te verwachten. De ironie is dan ook dat indien de heisa rond Hagel tot de intrekking van zijn kandidatuur zou leiden, dit eigenlijk gebeurt omwille van redenen die er uiteindelijk niet echt toe doen. De schade voor Obama’s gezag als president zou er als gevolg daarvan vrij groot zijn. Maar al bij al lijkt een dergelijk scenario vandaag niet echt waarschijnlijk.

Bart Kerremans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content