Irina De Knop

‘Vrouwen moeten waakzaam blijven dat hun rechten niet worden teruggeschroefd’

Irina De Knop Burgemeester van Lennik (Open VLD)

‘De overheid kan nog heel wat maatregelen nemen om de combinatie van werk en gezin beter op elkaar af te stemmen’, schrijft Irina De Knop in deze bijdrage voor het Schaduwparlement van Knack.be.

Vrouwendag. Ik heb er altijd een dubbel gevoel bij. Een beetje zoals Marc Reynebeau het beschrijft in De Standaard van dit weekend: ‘plaatst Vrouwendag de vrouwen net niet buiten de ‘normaliteit’, zoals ook bepaalde titels doen, zoals de ‘Vrouwelijke ondernemer van het jaar’, of ‘sportvrouw’ van het jaar? In een aparte categorie, alsof ze anders geen kans zouden maken om tegen de echt grote jongens.’

Er zijn vele vrouwen die het tegendeel bewijzen: Michele Sioen, Kim Clijsters, Hilde Crevits, Annemie Turtelboom, Goedele Wachters, Dominique Leroy,… Dames die perfect op eenzelfde lijn staan met heel wat mannelijke collega’s.

Verworven rechten

Wat maakt nu dat we vandaag toch Vrouwendag mogen vieren of minstens mogen stilstaan bij het fenomeen? En wat maakt dat dit ons om één of andere reden niet onberoerd laat?

Eerst en vooral, om na te gaan welke weg er al afgelegd is en het besef dat onze verworven rechten en vrijheden allemaal geen evidentie zijn.

Als je kijkt naar de vele eeuwen van grote ongelijkheid tussen vrouwen en mannen is 1948, het jaar van de invoering van het vrouwenstemrecht, echt nog maar eergisteren. Als je kijkt naar de beginjaren dat vrouwen uit huis gingen werken, de vroege jaren zeventig, dan is dat gisteren. In die context zijn we vandaag terecht gekomen in een maatschappij waarbij vrouwen gelukkig een sterke onafhankelijkheid kunnen aan de dag leggen.

Alleen doorgaan

Dat heeft enkele belangrijke gevolgen: die onafhankelijkheid maakt dat steeds meer vrouwen beslissen om alleen door te gaan, wanneer het huwelijk of de relatie niet bracht wat ze ervan verwachtten. Diezelfde drang naar onafhankelijkheid en ook de financiële noodzaak maken dat gezinnen vandaag sterke nood hebben aan heel wat ondersteuning bij het huishoudelijk werk en vooral de opvang voor de kinderen.

Daar is onze maatschappij duidelijk nog niet helemaal aan aangepast, en al zeker niet onze overheid. Nog steeds is het einduur van de school niet bepaald op een moment dat ouders hun kinderen zelf kunnen afhalen; nog steeds is er geen werk gemaakt van een echte brede school, waar kinderen vanuit de veilige omgeving van de school zelf een stukje aan vrijetijdsinvulling kunnen doen: voor muzikale vorming, extra sport, dans of tekenles moeten ouders nog altijd zelf taxichauffeur spelen. Ik heb het er nog steeds moeilijk mee als ik uit eerder christelijke middens hoor, dat dat net de taak is van de ouders zelf. Alsof al dat heen en weer rijden zo’n quality time is…

Dorpse mentaliteit

Ik gebruik bovenstaand voorbeeld even, want er zijn er honderd andere, om aan te geven dat onze eigen Vlaamse dorpse mentaliteit, en het daardoor onaangepaste kader van de overheid, maakt dat vrouwen nog steeds zelf kiezen voor dat Glazen plafond, uit eerlijke schaamte en uit verantwoordelijkheidszin: omdat we goede en voorbeeldige moeders willen zijn, vanuit een vrij conservatief geïnspireerde maatschappelijke achtergrond. De top bereiken in heel wat bedrijven of organisaties is lang geen evidentie. De eisen die gesteld worden, grenzen in feite aan het onmogelijke, voor wie een gezin wil combineren met werk. Zij die het toch maken of doen, maken belangrijke keuzes: kiezen is verliezen.

Betere balans

En nochtans ik ben ervan overtuigd, dat wanneer de overheid echt inzet op het juiste aangepaste kader, en op de betaalbaarheid ervan, dat we dan even goede ouders kunnen zijn en toch een betere balans kunnen vinden.

Een echte brede school, met een ruime sportieve en culturele vorming; een wettelijk kader dat toelaat hulp in huis te halen die ruimer gaat dan het dienstencheque-verhaal, een grondig debat met het bedrijfsleven over de werkelijke arbeidsduur, en ja ook over streefcijfers voor het aantal vrouwen in directiecomités en topfuncties. Zonder dat we hier als maatschappij heel veel aandacht voor hebben en vragen, zal het immers nog vijftig jaar duren vooraleer we kunnen spreken over een evenwicht in de leiding van vele organisaties.

Waakzaam blijven

En toch zijn we er in West-Europa en Amerika zijn we er als vrouwen zeer sterk op vooruit gegaan. Ik ben gelukkig in die maatschappij te mogen geboren zijn als vrouw, want het is op wereldvlak aan weinigen gegeven in deze mate van ‘vrijheid’ en zelfbeschikking te mogen vertoeven. Tegelijk ook een argument om waakzaam te blijven dat deze vrijheid en autonomie niet wordt teruggeschroefd. Vijf jaar geleden dacht ik dat het niet mogelijk zou zijn, ooit terug te keren van waar we komen, maar de ontwikkelingen in vele laden, tonen dat dit potentieel gevaar er altijd is.

Wraakroepend kalm blijven

We zijn aanbeland bij een tweede sterke reden om vandaag extra stil te staan bij de internationale vrouwendag: de rechten, en vooral onrechten die zovele vrouwen overkomen in deze eeuw; de talloze en gruwelijke verkrachtingen in India, de beperkte bewegingsvrijheid van vrouwen in de vele landen van het Midden-Oosten, de gebrekkige gezondheidszorgen en de dramatische gevolgen daarvan voor vrouwen in talrijke Afrikaanse staten. Het is wraakroepend, en ook vreemd dat wij Westerse vrouwen, zo relatief kalm en lauw blijven bij zoveel onrecht.

Verontwaardiging, ja dat wel maar eigenlijk zouden Westerse vrouwen uit alle mogelijke ontwikkelde landen zich veel sterker moeten uitspreken tegenover zoveel gruwelijkheid. Wat mij betreft zou ook het ontwikkelingswerk zich echt moeten focussen op de positie van de vrouwen in de wereld; Ik ben ervan overtuigd dat als we vrouwen goed verzorgen, voorzien van een goede opleiding, als zij voor zichzelf en hun kinderen kunnen opkomen, dat we dan ook een stukje een betere wereld krijgen. Natuurlijk, want de wetenschap heeft al veel gerealiseerd, maar kinderen krijgen, dat is nog altijd ons voorrecht.

Partner Content