Voormalige VRT-ankervrouw Sigrid Spruyt verklaart waarom ze ‘Het Journaal’ écht verliet

© Hatim Kaghat
Jeroen de Preter

Een dik decennium geleden besloot Sigrid Spruyt om de VRT-nieuwsdienst te verlaten. ‘Een schminkallergie,’ luidde de verklaring toen, maar dat blijkt vandaag niet de echte reden. ‘Het ware probleem was een nieuwsallergie’, zegt het gewezen nieuwsanker in een gesprek met Knack.

Het gesprek vond plaats naar aanleiding van de publicatie van haar dagboek, de geschreven neerslag van haar zes laatste jaren bij de VRT, dat deze week verschijnt. Het boek is een somber relaas van een vrouw die haar journalistieke droom in rook ziet opgaan.

‘In de twintig jaar dat ik voor het huis heb gewerkt is er een verschuiving geweest van een politiek naar een commercieel keurslijf’, aldus Spruyt in het interview met Knack. ‘Dat politieke keurslijf was niet gezond, zeker niet, maar het commerciële is volgens mij niet gezonder. (…)

Ik wou niet langer het gezicht zijn van een journaal dat de brandstof levert voor polarisatie.

Ik durf te stellen dat de politieke diversiteit kleiner is geworden, geweken is voor de dominantie van politici die het best in de formats passen. Helaas zijn dat vooral de populisten. Het fundamentele probleem is dat daar nauwelijks over wordt nagedacht. Wat telde waren kijkcijfers, groei, sensatie en scoren, oftewel: tegemoet komen aan wat toen ‘de wil van de kijker’ heette.’

Spruyt zegt dat ze haar beslissing om de nieuwsdienst te verlaten al kort na de moord op Joe Van Holsbeeck nam, in 2006. ‘Net als andere media verspreidde de VRT-nieuwsdienst kort na de feiten het ‘nieuws’ dat de daders Marokkanen waren. Ik vond dat verbijsterend. (…) Het vooroordeel van de straat was hier tot nieuwsfeit verheven. Door de openbare omroep, die geloofwaardigheid hoog in het vaandel draagt. Na die blunder heb ik er nog een jaar gewerkt, maar innerlijk had ik al afscheid genomen. Ik wou niet langer het gezicht zijn van een journaal dat de brandstof levert voor polarisatie. Toen duidelijk werd dat de daders Polen waren, heb ik, net als een collega met Noord-Afrikaanse roots, aangedrongen op openlijke excuses. Maar die zijn er nooit gekomen. Kort daarop, na de zaak Van Themsche en de aanpak van die nieuwste geweldfeiten, heb ik een open brief aan de voltallige nieuwsdienst gestuurd, radio en televisie. Uit de reacties die ik kreeg viel af te leiden dat het ongenoegen breed gedragen was. Alleen raakte die boodschap niet tot bij de ‘superieuren’. Ook vanwege de onzekere statuten van vele ex-collega’s, heerste er nog net geen kadaverdiscipline. Met die interne brief en ook met kritische kanttekeningen heb ik geprobeerd om vanbinnen uit voor verandering te zorgen, maar dat is me niet gelukt. Er was geen enkele bereidheid om aan zelfkritiek te doen.’

Sigrid Spruyt, Dagboek van een anker, Van Halewyck, 240 blz., 21,95 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content