Kathleen Van Brempt (Vooruit)

‘Voor het eerst in decennia dreigen vrouwen verworven rechten kwijt te spelen’

Kathleen Van Brempt (Vooruit) Europarlementslid voor Vooruit

‘De strijd die vrouwen op internationale vrouwendag telkens weer in de kijker zetten, gaat niet langer om méér gelijkheid tussen mannen en vrouwen’, schrijft europarlementslid Kathleen Van Brempt (SP.A). ‘Op verschillende plekken in Europa dreigen vrouwenrechten erop achteruit te gaan.’

Van Donald Trump in de VS, over Jair Bolsonaro in Brazilië, Viktor Orban in Hongarije, Vox in Andalusia of PiS in Polen, waar rechts-populistische partijen aan de macht komen, hakken ze meteen in op vrouwenrechten. De strijd die vrouwen op Internationale Vrouwendag telkens weer in de kijker zetten, gaat niet langer om méér gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Voor het eerst in decennia dreigen vrouwen immers verworven rechten kwijt te spelen. Dat is best zorgwekkend te noemen.

Mannen en vrouwen hebben gelijke rechten. Dat uitgangspunt leek verworven. In Europa ging de strijd voor vrouwenrechten de laatste jaren dan ook vooral over die domeinen waar die gelijke rechten in de praktijk nog niet verwezenlijkt waren, zoals in de lonen of pensioenen van vrouwen, of in de vertegenwoordiging van vrouwen in zowel de politiek als het bedrijfsleven. Vrouwen leken langzaam – veel te langzaam uiteraard – vooruitgang te boeken. Vorig jaar nog werd in Ierland komaf gemaakt met de striktste abortuswet in de EU.

Voor het eerst in decennia dreigen vrouwen verworven rechten kwijt te spelen.

Net op datzelfde moment probeerde Polen, het land met de op één na striktste abortuswet, die wetgeving nog te verstrengen. De protesten van tienduizenden vrouwen staken daar een stokje voor, maar de rechts-populistische PiS-regering zorgde er de facto voor dat abortus voor de meeste vrouwen onmogelijk wordt gemaakt. Zowel artsen als apothekers kunnen nu een beroep doen op een ‘gewetensclausule’ om abortus of de morning afterpil te weigeren. Polen kampt ook met hoge cijfers inzake intrafamiliaal geweld tegen vrouwen, maar organisaties die zich met de problematiek bezig houden, krijgen geen subsidies. Enkel de katholieke kerk wordt nog gesubsidieerd om slachtoffers van huiselijk geweld te ‘begeleiden’. Dat moet gebeuren ‘zonder de familie in gevaar te brengen’, wat het voor vrouwen onmogelijk maakt om aan het geweld te ontsnappen.

Een strenge wetgeving die geweld tegen vrouwen wil bestrijden, ligt blijkbaar moeilijk voor rechts-populisten. In Andalusia maakte de rechts-populistische partij Vox daar zelfs een strijdpunt van tijdens de afgelopen verkiezingen. Vox zetelt inmiddels in het regionale Andalusische parlement, waar ze de strijd om vrouwenrechten in te perken verder zet. De partij vroeg onlangs alle namen op van overheidsmedewerkers die zich met geweld tegen vrouwen bezig houden. Die psychologen en sociaal-assistenten zouden immers ‘ideologisch bevooroordeeld zijn’. Waar kennen we dat nog van? ‘Wereldvreemde rechters’, ‘activistische advocaten’, ‘linkse leraars’…

‘Eigenheid en identiteit’ van een volk

Fundamentele rechten worden door populisten voortdurend in twijfel getrokken. Het zouden ideologisch geïnspireerde verzinsels zijn die de ‘eigenheid en identiteit’ van een volk onderuit willen halen. Met datzelfde argument werden in Hongarije genderstudies geschrapt uit het academische curriculum. Genderstudies, zo luidt de redenering, zien de positie van vrouwen in een samenleving als iets wat cultureel bepaald wordt en ontkennen daarmee de ‘biologische dimensie’ van wat het betekent vrouw te zijn.

Die ‘biologische dimensie’ is wellicht dat vrouwen gemaakt zijn om kinderen op de wereld te zetten, een logica die ons op weg zet naar het dystopische ‘The Handsmaid’s Tale‘. Dat verhaal, waarin vrouwen tot broedmachines herleid worden, krijgt langzaam vorm in Hongarije, waar Viktor Orban recent een uitgebreid ‘broedprogramma’ voorstelde. Want ‘we willen Hongaarse kinderen, geen migrantenkinderen’. Vrouwen die meer dan vier kinderen krijgen, zullen levenslang vrijgesteld worden van belastingen.

Rechts-populisten gebruiken en misbruiken vrouwenrechten voortdurend in hun strijd tegen migratie én de islam. Waar in Hongarije vrouwen veel geld beloofd wordt om Hongaarse kinderen te verwekken, roept geloofsgenoot Geert Wilders in Nederland dan weer op om kindergeld te beperken tot twee kinderen. Hij wil daarmee uiteraard moslimgezinnen treffen.

Voor populistisch rechts horen vrouwen thuis bij de kinderen te zitten. De vrouwen van het eigen volk uiteraard, niet vrouwen met een migratieachtergrond, die horen dan weer uit huis gejaagd te worden. Die tweeslachtige houding toont aan hoe vrouwenrechten geïnstrumentaliseerd worden. Er is zelden of nooit een echte bekommernis om vrouwenrechten. Ze zijn enkel nuttig als er vreemdelingen mee geviseerd kunnen worden. Hetzelfde geldt trouwens ook voor holebirechten.

Die strategie lijkt te werken. Rechts-populistische partijen werden tot voor kort als männerparteien bestempeld, partijen die vooral mannen aantrokken en ook grotendeels bevolkt werden door mannen. Dat laatste is nog steeds het geval. Van de 92 parlementsleden van het Duitse AfD zijn er maar 10 vrouw. Maar de partij wordt wel door een vrouw geleid. We zien hetzelfde fenomeen in het Europees parlement: hoe rechtser de partij hoe minder vrouwelijke parlementsleden. In het parlement stemmen ze steevast tegen elk voorstel dat gendergelijkheid wil bevorderen.

Het lijken vooral de anti-islam en anti-migratiestandpunten van populistisch partijen te zijn die vrouwen naar rechts doen zwenken.

Zorgwekkend is echter dat rechts-populisten recent steeds meer vrouwelijke kiezers aantrekken. In de verkiezingen van 2015 in Polen stemden meer vrouwen dan mannen voor de PiS, de PVV haalde 45 procent van haar stemmen bij vrouwen en ook de Lega Nord trok in maart net iets meer vrouwen dan mannen. Het lijken vooral de anti-islam en anti-migratiestandpunten van populistisch partijen te zijn die vrouwen naar rechts doen zwenken.

Maar daarachter liggen heel dikwijls sociale redenen, met name dat vrouwen nog steeds het laagst betaald zijn, vaak in precaire jobs terecht komen, meer vertegenwoordigd zijn in part-time contracten of nepcontracten in de dienstensector. Het is precies in die fragiele arbeidsomstandigheden dat ze zich bedreigd voelen door de mogelijke concurrentie van nieuwkomers. Ook dat toont alweer hoe belangrijk het is om de loonkloof eindelijk te sluiten, werknemers in heel Europa deftige lonen uit te betalen, nul-urencontracten en nepcontracten gewoon te verbieden, te voorzien in betaalbare kinderopvang en zowel vrouwen als mannen behoorlijk ouderschapsverlof te gunnen. Allemaal voorstellen trouwens die door conservatieve partijen in het Europees parlement, daarin enthousiast ondersteund door rechts-populisten, voortdurend weggestemd worden of op de lange baan worden geschoven.

De Internationale Vrouwendag van 8 maart herdenkt de staking van vrouwen uit de kleding- en textielindustrie in 1908 in New York, waarin, naast stemrecht, ook de strijd voor betere arbeidsomstandigheden centraal stond. Die strijd is nog steeds actueel en wordt noodzakelijker dan ooit nu het op verschillende plekken in Europa achteruit dreigt te gaan met vrouwenrechten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content