Fahim De Leener en Bernadette Renauld

‘Vlaanderen stapt uit Unia? We creëren een doolhof waarin mensen eerst moeten uitvlooien waar ze terecht kunnen’

Fahim De Leener en Bernadette Renauld Voorzitters van het Interfederaal Gelijkekansencentrum Unia

Volgens Fahim Deleener en Bernadette Renauld, voorzitters van Unia, is het plan om een aparte Vlaamse instelling voor discriminatie te creëren niet gestoeld op efficiëntie en slagkracht.

Een gefundeerde motivatie van de beslissing om uit Unia te stappen en een eigen Vlaamse instelling op te richten, is er niet, en een objectieve doorlichting evenmin. De Vlaamse minister-president Jan Jambon zei bovendien dat het personeel van Unia niet correct en professioneel zou werken. Nergens werden deze insinuaties gestaafd door onderzoek of evaluatie.

Vlaanderen stapt uit Unia? We creëren een doolhof waarin mensen eerst moeten uitvlooien waar ze terecht kunnen.

De Verenigde Naties hebben wél vertrouwen in Unia. Zij ondersteunen de internationale alliantie van mensenrechteninstituten GANHRI die Unia erkent als nationaal mensenrechteninstituut met status B. De internationale mensenrechtenwereld ziet dus dat iedereen laagdrempelig bij Unia terecht kan om discriminatie aan te kaarten. Unia staat garant voor de bescherming en promotie van mensenrechten.

Niet alleen op het internationale toneel klonk er applaus, maar ook in Vlaanderen zelf. De directie van Unia is het afgelopen jaar drie keer tekst en uitleg komen geven voor een bevoegde commissie in het Vlaams Parlement. Daar was elk parlementslid tevreden over de aanbevelingen, conclusies, de expertise van het geleverde werk.

Een Vlaams doolhof

Vandaag zorgt het interfederaal karakter van Unia ervoor dat iedereen bij hen terecht kan, ongeacht de wetgeving of wetgever. We vrezen dat de burger het slachtoffer zal zijn van een administratieve molen als er meerdere instituten naast elkaar zullen bestaan.

Dan krijg je onmiskenbaar situaties waarbij je bijvoorbeeld voor discriminatie vanwege seksuele oriëntatie naar de ene organisatie moet maar voor discriminatoir geweld naar de andere. Vlaamse holebi’s die vermoeden dat ze gediscrimineerd worden op de woonmarkt, kloppen dan bij een andere organisatie aan dan holebi’s die in elkaar geslagen worden door homofoben.

Met andere woorden: we creëren een Vlaams doolhof waarin mensen eerst moeten uitvlooien waar ze terecht kunnen. Door de drempels die zo ontstaan, zullen sommige conflicten niet meer bij ons geraken en zo een zwerende wond blijven. Zodat je maatschappij steeds een beetje meer verzuurt.

Efficiënt bestuur?

Daarnaast gaan onze lichten knipperen omdat een nieuwe instelling net meer geld kost aan de belastingbetaler. Het is belangrijk om weten dat in 2018 meer dan de helft van de meldingen bij Unia in het Nederlands was, terwijl Vlaanderen slechts 10% van ons budget betaalt.

We lezen bovendien in het regeerakkoord dat Vlaanderen een volwaardig mensenrechteninstituut beoogt, met een A-status dus. Dit betekent in elk geval dat Unia en de nieuwe Vlaamse instelling intensief zullen moeten samenwerken. Het oprichten van een aparte instelling om daarna mensen aan te nemen die een brug moeten slaan, is allesbehalve efficiënt en goed beheer van overheidsmiddelen.

Tot slot roept Unia op om haar werking tegen het licht te houden. Het Vlaams parlement kan dat vragen. Op basis van die evaluatie moet het gesprek verdergaan. Vanuit het voorzitterschap van de raad van bestuur willen we alvast benadrukken dat we het personeel van Unia zien als geëngageerde mensen die, vol passie, en met kennis van zaken, ervaring en expertise, hun werk correct uitvoeren.

Welke richting het ook uitgaat: voor Unia blijft het van groot belang dat slachtoffers van discriminatie zo efficiënt mogelijk worden geholpen. En dat mensenrechteninstellingen zoals Unia of anderen in alle onafhankelijkheid kunnen werken.

Fahim Deleener en Bernadette Renauld zijn voorzitter van het Interfederaal Gelijkekansencentrum Unia.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content