Jos D'Haese (PVDA)

‘Vlaanderen heeft een rijke geschiedenis van sociale strijd die nooit in De Wevers canon terecht zal komen’

Jos D'Haese (PVDA) Fractieleider van PVDA in het Vlaams parlement

‘Het maatpaknationalisme van De Wever is dus een ideologie op maat van het grote geld’, schrijft Jos D’Haese, fractieleider van PVDA in het Vlaams parlement.

‘We zijn nog steeds in staat tot grootsheid’, schrijft De Wever in zijn startnota. Als ‘wij’, autochtone Vlamingen, ons maar achter de vlag van onze ‘natie’ scharen en ons beschermen tegen Walen en ‘nieuwkomers’. Maar denk de wiegende weiden, Rubens en de Mercatorprojectie weg en de tekst leest als een handboek voor een koud en kil neoliberaal beleid, een aanval op de hardwerkende Vlaming. En dat is geen toeval. De Wevers nieuwe doctrine is het maatpaknationalisme: asociaal, discriminerend en elitair.

Van betaalbaar wonen tot de rusthuisfactuur, van de aanpak van kinderarmoede tot gelijke kansen in het onderwijs: in zijn startnota heeft De Wever voor de modale hardwerkende Vlaming geen millimeter vooruitgang in petto. Dat maken de laatste cijfers over de wachtlijsten voor de sociale huisvesting nog eens pijnlijk duidelijk. Vijf jaar N-VA-woonbeleid heeft de huurprijzen de hoogte in gejaagd en de wachtlijst voor een sociale woning met meer dan een kwart doen groeien. De bouwstop die in de startnota wordt aangekondigd zal die wooncrisis nog verder verdiepen. Ten koste van alle Vlamingen die vandaag op het einde van hun loon nog een stukje maand over hebben.

Bedrijfsleiders op hun wenken bediend

‘De startnota is goed’, reageren 55 bedrijfsleiders. ‘De lat ligt waar we ze voor onze bedrijven gevraagd hebben’, klinkt het bij Voka. Zij worden wel op hun wenken bediend. Want terwijl De Wever opnieuw fors wil besparen bij de openbare diensten, draait hij op vraag van de werkgeversorganisaties de subsidiekraan naar de grote multinationals open. Economische diplomatie en soepele regelgeving moeten de topondernemers ‘maximale kansen’ geven.

Om de druk op de loon- en arbeidsvoorwaarden hoog te houden, worden langdurig zieken, bruggepensioneerden en mensen met een handicap de arbeidsmarkt opgejaagd. Dat die zogenaamde ‘inactieven’ zich met een reden hebben teruggetrokken van de arbeidsmarkt doet er niet toe. Over werkbaar werk, maatregelen tegen de hyperflexibiliteit en de oplopende druk valt in de startnota geen woord. Als ze maar met elkaar kunnen concurreren voor een flexijob. De Wevers neoliberaal beleid op maat van het grote geld gaat ten koste van de gewone Vlaming.

Vlaanderen heeft een rijke geschiedenis van sociale strijd die nooit in De Wevers canon terecht zal komen.

Zet dat beleid zo op papier, en een kind ziet de fundamentele onrechtvaardigheid. Dat is exact de reden waarom de vorige regeringen zo genadeloos werden afgestraft. Het neoliberalisme dat jobs belooft en sociale afbraak geeft is failliet. En dus hult De Wever zijn startnota in de zwart-gele kleuren van het maatpaknationalisme. ‘We zijn nog steeds in staat tot grootsheid’, klinkt het dan. Allemaal samen voor de grootsheid van de ‘Vlaamse Parel’.

Daarmee wil hij ons ons doen geloven dat we met z’n allen in hetzelfde schuitje zitten. Dat enkel de boze buitenstaanders onze welvaart bedreigen.’Wij’, van flexwerker tot CEO, van alleenstaande moeder tot aandeelhouder, binnenkort leren we allemaal broederlijk naast elkaar in het Vlaams museum hoe we er samen het beste van maken. Zo valt het minder op dat De Wever in zijn nota glasheldere keuzes maakt voor bepaalde Vlamingen, en tegen anderen.

Manipulatie en instrumentalisering van de Vlaamse geschiedenis

Om dat doel te bereiken gaat De Wever over tot schaamteloze manipulatie én instrumentalisering van de Vlaamse geschiedenis en cultuur. Met een Vlaamse canon wil hij tot op de schoolbanken zijn visie op de Vlaamse identiteit opleggen, geruggesteund door een VRT die gelijkgestemden meer aan het woord moet laten. Maar Vlaanderen is niet de monocultuur die De Wever zo graag propageert. En in onze geschiedenis trokken lang niet alle Vlamingen aan hetzelfde zeel.

Vlaanderen heeft een rijke geschiedenis van sociale strijd die nooit in De Wevers canon terecht zal komen. Waarin werkende mensen, van de textielarbeiders in Gent tot de Turken en Italianen in de Limburgse mijnen, samen opkwamen voor sociale rechten. Tegen bazen en aandeelhouders in maatpak die ooit voornamelijk Frans spraken, maar later Nederlands of gewoon Engels. Met de Gentenaar Anseele die als eerste socialist verkozen werd in Luik. En met de werknemers van Ford Genk, die schouder aan schouder met die van ArcelorMittal Luik voor hun banen vochten tegen de aandeelhouders uit Vlaanderen en de rest van de wereld.

De Wevers aanval op de kathedraal van de arbeidersbeweging

Het is met die gezamenlijke strijd dat de kathedraal van de arbeidersbeweging werd opgebouwd: onze sociale zekerheid. Zonder scheidingslijnen op basis van taal, woonplaats of cultuur. Het is die kathedraal die De Wever in het vizier heeft. Want daar liggen pas echt mogelijkheden om miljarden vrij te maken voor aandeelhouders uit binnen- en buitenland. En hoe kan dat sloopwerk beter beginnen dan door de sociale zekerheid in twee stukken te trekken, om ze dan verder steen voor steen af te bouwen?

Want de Vlaamse sociale zekerheid die De Wever wil uitbouwen, ziet er heel anders uit dan wat de werknemers uit het hele land gedurende anderhalve eeuw hebben opgetrokken. Het is een uitgeholde vorm van sociale bescherming, met bijstand in plaats van rechten. Met privépensioenen en -verzekeringen in plaats van solidariteit. Met nog langer werken, met een beperking van de werkloosheid in de tijd, met steeds meer voorwaarden en sancties zoals dat nu in Vlaanderen al voor migranten wordt uitgetekend. Een aanval op de rechten van alle werkende mensen.

Ideologie op maat van het grote geld

Dat is de werkelijke betekenis van het confederalisme van De Wever. Want ook op andere vlakken opent de beoogde splitsing van het land heel wat mogelijkheden voor wie er warmpjes bij zit. Fiscale concurrentie tussen de voormalige landsdelen bijvoorbeeld, om de vennootschapsbelasting nog verder te drukken. Het opbreken van de collectieve arbeidsvoorwaarden en de index zou flinke druk zetten op de loon- en arbeidsvoorwaarden van Vlamingen, Walen en Brusselaars. En dat alles zonder de tegenmacht van de vakbonden, die worden opgesplitst en tandloos gemaakt. En zonder solidariteit onder de werkende mensen die op basis van een opgedrongen identiteit uit elkaar gedreven worden.

Het maatpaknationalisme van De Wever is dus een ideologie op maat van het grote geld. ‘Identiteit’ wordt ook steeds vaker door werkgevers zelf als argument aangehaald. De 55 bedrijfsleiders die De Wevers startnota toejuichen, pleiten zoals verwacht voor klassiekers als een vlaktaks en het inperken van de rol van vakbonden en mutualiteiten. Maar nieuw is dat ze opkomen voor de invoering van quota per ’type’ migrant die ‘onze gemeenschap’ aankan ‘zonder haar identiteit te verliezen’. Dat zegt niet alleen veel over het mensbeeld van de Vlaamse ‘captains of industry’, maar maakt ook duidelijk dat ze begrepen hebben dat ze de Vlaams-nationalistische bocht mee moeten inzetten.

Sociaal verzet met een open cultuur

Tegenover De Wevers neoliberalisme in strak zwartgeel kostuum, kan het sociaal verzet steunen op een brede en open cultuur. Op de geschiedenis en de gedeelde identiteit van iedereen die opkomt voor sociale vooruitgang. Geënt op invloeden uit heel de wereld, Geïnspireerd door de gemeenschappelijke strijd voor sociale bescherming, Vlamingen, Walen en Brusselaars samen. Op de soundtrack van Wannes Van de Velde die de gasten van ’t Zuiden bezong en Stromae die onze Rode Duivels van een eigen hymne voorzag. Gedragen op de schouders van de Italiaanse mijnwerkers en de Marokkaanse gastarbeiders die onze economie mee groot maakten en onze keuken opengooiden. Zonder wie we nooit ‘Marina’ of ‘Ewa ja‘ zouden neuriën. En met schaarbekenaar Brel in de oren, die als geen ander ons vlakke land kon bezingen. Tous ensemble!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content