Vlaams persoverzicht: ‘Op het eind kan de pen winnen’

De aanslag tegen Charlie Hebdo haalde de wereldpers, zoals te merken is in een krantenwinkel in Maleisië © BELGA

De Vlaamse kranten berichten, zoals de buitenlandse, uitgebreid over de aanslag op het satirische blad Charlie Hebdo, vaak met binnenin een hommage aan de gedode tekenaars. De editorialen schipperen tussen somberte en verbeten optimisme.

Op de voorpagina van Het Nieuwsblad staat een cartoon van een man met baard die de handen voor zijn gezicht houdt. “Ik durf me nergens nog te vertonen”, zegt hij. De tekening is voorzien van de titel: “Zwarte dag voor de profeet.”

“Tot hier en niet verder”, schrijft Liesbeth Van Impe in haar editoriaal binnenin de krant. “De aanslag op Charlie Hebdo bewijst niet dat de cartoonisten te ver gingen, maar dat ze gelijk hadden dat er nog altijd een strijd te voeren valt. George Orwell wist al: ‘Als vrijheid iets betekent, dan wel het recht om mensen te vertellen wat ze niet willen horen.’ Wat extremisten blijkbaar niet willen horen, is satire, humor die zekerheden ondermijnt en mythes onderuit haalt.” “Laat dus maar komen. De pen heet machtiger te zijn dan het zwaard. Niet gisteren, toen won het geweld. Maar na de eerste schok gingen overal ter wereld cartoonisten terug aan hun tekentafel zitten. Zij krijgen vandaag een prominente plaats in de krant. Omdat we echt blijven geloven dat op het eind de pen de strijd kan winnen.”

‘Nieuw voedsel’

Het Belang van Limburg drukt alle cartoons af over het drama die in de Vlaamse en Franstalige kranten en weekbladen verschijnen. In haar editoriaal maakt Indra Dewitte zich zorgen over de vele jongeren van allochtone afkomst in Limburg. “In tegenstelling tot de oudere moslims, en de moslimraad, die deze aanslag met afgrijzen veroordelen, vinden heel wat jongeren dat spotten met Allah een bewijs is van de vijandigheid van onze maatschappij tegenover hen. Ze leven in een wereld waar ze voortdurend geconfronteerd worden met het wij-versus-zij discours.”

“Helaas zal deze walgelijke aanslag dat net aanscherpen en daarvan dreigen alle moslims het slachtoffer te worden. Want het bevestigt veel mensen in hun oordeel. Wij, de beschaafde mensen, tegenover zij, die anderen, de moslims. En laat dat nu precies de perfecte voedingsbodem zijn voor nieuwe aanslagen.”

‘Ik ben Charlie’

“Ik ben Charlie” staat op de voorpagina van Gazet van Antwerpen. En ook in zijn editoriaal sluit Lex Molenaar sluit zich namens de de Gazet van Antwerpen aan bij de solidariteitsbetuiging. Voor hem vraagt deze “historische aanslag” om een reactie. “Ook al kan een samenleving zich heel moeilijk wapenen tegen recente guerrilla-acties zoals die in die Parijs, Australië, Canada en het Joods Museum in Brussel, tegen deze nieuwe tactiek van extremistische organisaties moeten nieuwe wapens worden ontwikkeld.”

‘Blijven lachen’

De Standaard drukt op de voorpagina de cartoon af die Charlie Hebdo in 2011 publiceerde na een eerdere aanslag met een molotovcocktail. “L’amour plus fort que la haine” (Liefde sterker dan haat), luidt de titel. De tekening toont twee kussende mannen, de ene een moslim, de andere een redacteur van het blad. In het editoriaal schrijft Karel Verhoeven dat hij de terreurdaad ziet uitwaaieren tot een discussie over migratie en de multiculturele samenleving. “Het zal koelbloedigheid vergen om er geen amalgaam van te maken en de simplismen te mijden. Om met open vizier te onderzoeken waarom de strijd zich naar Europa verplaatst. Om naar de achterstelling te durven kijken, de uitsluiting, het gevoel van minachting ernstig te nemen dat zo’n rol speelt bij radicalisering.” “Doen we dat niet, dan staan we machteloos tegen de volgende aanslag. En tegelijkertijd moeten we met hand en tand onze vrijheid verdedigen en ongegeneerd blijven spotten. Met hen die uit piëteit anderen de keel oversnijden en met kogels doorzeven, maar ook met onze eigen angsten. We kunnen als Europeanen niet gepaster op deze moordzucht reageren dan te blijven lachen.”

‘Niet anders, minder’

Jan Segers van Het Laatste Nieuws, de enige Vlaamse krant die geen cartoon op de voorpagina afdrukt, vindt het “niet het moment om dit soort islamterreur te kaderen in termen van discriminatie, kansarmoede en achterstelling”. “Hoe reëel die ook zijn, nooit kunnen ze een vrijgeleide zijn tot moord. Evenmin is het vandaag het moment om ons af te vragen of wij de fijngevoeligheid van moslims niet verwarren met lichtgeraaktheid.” “Met het inroepen van morele superioriteit moet je zuinig zijn, vooral in de politiek, maar tegenover dergelijke terreur is dat geraden”, klinkt het verder. “Cultuurrelativisme? Wie de halve redactie van Charlie Hebdo neerschiet in de naam van Allah is niet ‘anders’ dan wij. Die is minder dan wij. Jazeker, dan is het wij tegen zij. En voor een goed begrip: dan hoort bij die wij een grote meerderheid van gematigde moslims.”

Toch is Segers niet gewonnen voor een “war on terror” in de westerse wereld. “Lik op stuk? Voet bij stuk moet ze houden. Niet toegeven op wat essentieel is. Niet meegaan vanuit een verkeerd begrepen empathie.”

‘Geen antwoord’

De voorpagina van De Tijd kleurt, zoals die van het Franse Libération, volledig zwart. “Je suis Charlie is maar een deel van antwoord”, schrijft Isabel Albers in het editoriaal. “De moorden gaan ook over een drieste poging van bepaalde mensen om ergens macht te grijpen en democratische principes uit te schakelen. Hoever is onze samenleving bereid zich te verdedigen als we in het hart worden aangevallen? Welk politiek of machtsspel zit hierachter en hoe antwoorden we daarop? Is de ontstellende waarheid niet, dat we op de fundamentele problemen van radicalisering en polarisering in Europa vandaag eenvoudigweg geen antwoord hebben?”

‘Noors voorbeeld’

“No pasarán”, schrijft Yves Desmet in zijn editoriaal voor De Morgen. Hij plaatst wel een kanttekening: “Wanneer we hierdoor onverdraagzamer worden, fundamentalistischer in onze stellingen over de andere, angstiger, meer vatbaar voor autoritaire denkbeelden, meer bereid onze democratische rechten uit ‘veiligheidsoverwegingen’ op te geven, pas dan hebben deze terroristen hun doel echt bereikt: want dan zullen we hetzelfde geworden zijn als zij.” “Het enige wat we kunnen doen, is inspiratie putten uit hoe de Noren het post-Breivik­ tijdperk beleefden: door verbondenheid en warmte te zoeken, niet door de kilheid en de angst zijn intrede te laten doen.”

(Belga/RR)

Partner Content