Peter Mertens (PVDA)

‘Vindt Kris Peeters nog steeds dat verplichte gemeenschapsdienst bestaande jobs onder druk zet?’

Peter Mertens (PVDA) Kamerlid PVDA

De regering wil vanaf 1 september een zogenaamde ‘vrijwillig’ verplichte gemeenschapsdienst mogelijk maken. Leefloners zouden dan gratis kunnen tewerkgesteld worden, en dat bedreigt vaste jobs op de hele arbeidsmarkt. Als men het ‘contract’ weigert kan men alle bestaansmiddelen verliezen. Wat een verschil met de behandeling van de Panama-fraudeurs, die hun bijdrage-contract met de samenleving al lang hebben verscheurd.

Woensdagavond 7 mei 2014. Een tjokvolle Singel in Antwerpen voor het ‘grote kopstukkendebat van De Standaard voor de verkiezingen. Met onder meer Kris Peeters, Liesbeth Homans, Monica De Coninck en ikzelf. Liesbeth Homans had als toenmalig OCMW-voorzitster de idee gelanceerd om leefloners in Antwerpen verplicht aan het werkt te zetten.

Ik vertelde het verhaal van Harry uit Den Haag. Harry, 53 lentes jong, werkte aan de stad Den Haag als straatveger. Vijf jaar geleden verloor Harry zijn baan. Die was wegbezuinigd. Besparingen weet je wel. Vandaag hanteert Harry als werkloze opnieuw de bezem en de prikker, in ruil voor een bijstandsuitkering. “Ik krijg 400 euro per maand minder dan vroeger,” verzuchtte hij. “Ik voel me uitgebuit, als een slaaf.” De Hagenaar begrijpt er niets van. Ja, dat de straten proper moeten, dat wel. Maar dat hij geen gewoon contract kan krijgen, zoals destijds. “Ik doe precies hetzelfde werk, werk dat hoognodig moet gedaan worden in de stad.” Maar volgens de Haagse wethouder Henk Kool is er geen vuiltje aan de lucht. “Het is goed dat werklozen werkritme en -ervaring opdoen”, zo zegt de sociaaldemocratische schepen. “Ik dacht dat ik gek werd toen ze me dat vertelden”, reageert Harry. “Werkervaring opdoen? Ik doe dit werk toch al jaren?”

‘Vindt Kris Peeters nog steeds dat verplichte gemeenschapsdienst bestaande jobs onder druk zet?’

De Singel was even stil. Toenmalig minister-president Kris Peeters, zeer correct en vriendelijk tijdens het debat, knikte instemmend. Neen, het plan van Homans mocht bij ons niet gebeuren, dat was hij met me eens. Later tijdens de campagne herhaalde de minister-president het verhaal over Harry in een radiodebat met de N-VA: verplichte gemeenschapsdienst, dat zou er niet komen.

Vanaf 1 september: de ‘vrijwillig’ verplichte gemeenschapsdienst

Ondertussen is Kris Peeters minister in de federale regering. Zou hij zich het verhaal van Harry nog herinneren? De ministerraad waarin hij zetelt, zette op vrijdag 20 mei in alle stilte de deur open om ook in ons land een zogenaamd ‘vrijwillig’ verplichte gemeenschapsdienst mogelijk te maken. Zo loopt Peeters dan toch achter de N-VA aan. Vanaf 1 september zullen alle mensen die een leefloon krijgen een ‘individueel contract’ (GPMI) moeten sluiten met het OCMW. Tot nu toe was zo’n contract enkel verplicht voor leefloongerechtigden onder de 25 jaar. In dit contract worden er voorwaarden gekoppeld aan het leefloon. Soms volstaat het om een taalcursus te volgen, soms gaat het om psychologische begeleiding.

‘De vrijwilligheid is dus erg relatief, want je staat als leefloner niet echt in een positie om te weigeren. Het is dus eerder ‘vrijwillig verplicht.’

Maar ook gemeenschapsdienst kan een voorwaarde worden voor het verkrijgen van een leefloon. ‘Op vrijwillige basis’, zo wordt gezegd, want de leefloner kan in principe zelf een voorgesteld contract weigeren. Alleen, wat gebeurt er dan? Een OCMW kan die weigering interpreteren als ‘niet werkbereid’ zijn, en omwille van die reden vervolgens het leefloon weigeren. De vrijwilligheid is dus erg relatief, want je staat als leefloner niet echt in een positie om te weigeren. Het is dus eerder ‘vrijwillig verplicht’, want ook als je aan je vrijwilligheid verzaakt kan je geschorst worden. Eénmaal de gemeenschapsdienst in je ‘contract’ staat, moet je er aan voldoen. Het contract is immers afdwingbaar op straffe van sancties: met leefloonschorsingen van één tot drie maanden.

Van Harry uit Den Haag naar Anton uit Antwerpen

Ondertussen heeft de Vlaamse regering de schaar gezet in heel wat steden en gemeenten, die chronisch ondergefinancierd zijn. De eerste slachtoffers zijn vaak arbeidsters en arbeiders van de gemeente of de stad zelf. Zo verdwijnen er bij de groendienst en bij de stadsreiniging in verschillende steden honderden jobs voor laaggeschoolden. Maar de straten moeten wel proper. En dus is het activeringsbeleid al langer de gedroomde oplossing om vaste en stabiele banen te vervangen door gesubsidieerde en tijdelijke jobs. Het is dus helemaal niet onmogelijk dat we van Harry uit Den Haag naar Anton uit Antwerpen gaan.

‘Met de nieuwe wetgeving is het niet onmogelijk dat Anton een ‘contract’ van het OCMW wordt voorgeschoteld, waarin men hem zal ‘voorstellen’ om opnieuw de groenvoorziening van de Stad Antwerpen te onderhouden. Opnieuw dezelfde job dus.’

Anton, een fictieve naam, werkte bij de groendienst van de stad, en zag zijn baan geschrapt worden. Besparingen bij de stad, weet je wel, waarbij de komende jaren 1420 voltijdse banen verloren gaan. Anton woont op de blokken op de Luchtbal. Hij kreeg een uitnodiging voor een jobaanbieding van de VDAB, maar raakte zijn brief kwijt. De sanctie was hard: hij verloor meteen zijn dop. Het is volgens OCMW-raadslid Lise Vandecasteele niet de eerste keer dat men zo hard optreedt. Anton moest dus naar het OCMW, om leefloon aan te vragen. Dat is nauwelijks 850 euro per maand voor een alleenstaande, amper genoeg om van te overleven. Met de nieuwe wetgeving is het niet onmogelijk dat Anton een ‘contract’ van het OCMW wordt voorgeschoteld, waarin men hem zal ‘voorstellen’ om opnieuw de groenvoorziening van de Stad Antwerpen te onderhouden. Exact dezelfde job als voorheen dus. Alleen dan voor 400 euro minder, en zonder dat hij sociale rechten opbouwt. En als Anton het voorgestelde ‘contract’ weigert, kan hij geschorst worden. En dus ook fluiten naar een leefloon en dus ‘een leven dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.’

Politici die toeteren dat ‘gratis’ niet bestaat voeren ‘gratis arbeid’ in

Vaste jobs bij de stad of de gemeente, waarmee ook kortgeschoolde mensen een onafhankelijk leven konden opbouwen, kunnen binnenkort vervangen worden door de ‘vrijwillig’ verplichte gemeenschapsdienst. Zo wordt ‘gratis arbeid’ ingevoerd door politici die in alle toonaarden toeteren dat ‘gratis’ niet bestaat. De uitkering die je trekt, het leefloon, is immers geen verloning van je arbeid maar – aldus de wet – een uitkering van het OCMW die ervoor moet zorgen dat mensen in onze samenleving in een minimum aantal basisbehoeften kunnen voorzien.

Het leefloon is een laatste redmiddel, en ligt ver onder de armoedegrens. Dat knaagt aan je onafhankelijkheid, dat knaagt aan alle mogelijkheden om je verder te ontwikkelen, dat knaagt aan de armslag die je nog hebt in je leven. En zo wordt de ‘vrijheid’ afgenomen door politici die de mond vol hebben over ‘vrijheid’. Eerder al noemde ACV-voorzitter Marc Leemans onbezoldigde gemeenschapsdienst “een pesterij voor steuntrekkers”. “Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie noemt men dit dwangarbeid.”, zo zei hij. In het beste Belgische surrealisme zal men dat hier dan ‘vrijwillige dwangarbeid’ noemen. Dwangarbeid die vrijwillig is, maar die je niet kan weigeren.

Frederic Vanhauwaert van het Netwerk tegen Armoede stelt: “Het netwerk is er niet tegen dat mensen begeleid worden naar werk, maar dan wel degelijk betaald werk, en geen verplicht vrijwilligerswerk voor een uitkering die ver onder de Europese armoedegrens ligt.”

Een chagrijnige leefloner die koffie schenkt in een zorginstelling

Vandaag is een kwart van alle 100.000 leefloners aan het werk. Dat kan via het zogenaamde ‘artikel 60’. Het OCMW treedt dan zelf op als werkgever, en geeft mensen de kans op een vergoed werk. Men werkt dan bijvoorbeeld een jaar onder de vleugels van het OCMW, en krijgt maandelijks 500 euro bovenop het leefloon. Bovendien is het tewerkstelling mét de opbouw van sociale rechten, zodat bijvoorbeeld nadien een werkloosheidsuitkering (opnieuw) mogelijk wordt. In de conceptnota ‘Vlaams doelgroepenbeleid’ kondigde Vlaams minister van Werk Philippe Muyters aan dat hij artikel 60 wil afschaffen. Als dat zou gebeuren is de cirkel rond: geen (karig) verloonde ‘artikel 60’ met behoud van sociale rechten meer, enkel nog de niet verloonde GPMI’er zonder opbouw van sociale rechten.

‘Al dit gratis flexwerk ondermijnt de lonen en arbeidsvoorwaarden onderaan de arbeidsmarkt, waardoor het aantal werkende armen dreigt toe te nemen.’

In beide gevallen, karig verloond of niet verloond, zet dit soort arbeid druk op het geheel van de arbeidsmarkt. Bestaande jobs komen onder druk te staan door het leger van leefloners onderaan de ladder. Zo bestudeerde het Oost-Vlaamse Eeklo de mogelijkheid om leefloners groenafval te laten ophalen. Mooie besparing is dat voor de groendienst van de stad. In Aarschot willen ze de leefloners dan weer meer inzetten voor vrijwilligerswerk in een diensten- of woonzorgcentrum. Ten koste van minder jobs in die zorgcentra. “Het gevolg is dat mensen ongemotiveerd klusjes opknappen of dat een chagrijnige werkloze koffie schenkt in een zorginstelling”, zegt Henk die door de stad Rotterdam verplicht werd tewerkgesteld (ook al door een sociaaldemocratische wethouder, de heer Marco Florijn).

In Nederland maakt zelfs de belastingadministratie gebruik van gratis werkkrachten uit de pool van langdurig werklozen. Op die manier vernietigt de overheid meer werk dan ze creëert. Bovendien ondermijnt al dat gratis flexwerk de lonen en arbeidsvoorwaarden onderaan de arbeidsmarkt, waardoor het aantal werkende armen dreigt toe te nemen.

De minister bestelt een studie en vertelt vervolgens precies het tegendeel

Minister van Maatschappelijke Integratie Willy Borsus van de liberale partij MR, die de vrijwillige verplichte gemeenschapsdienst doordrukte, bestelde een studie bij experten van de Karel de Grote Hogeschool en de Brusselse Université Saint-Louis over het zogenaamde ‘geïndividualiseerd project voor maatschappelijk integratie’ (GPMI). Dat zijn de contracten, die vanaf 1 september dus zullen veralgemeend worden naar alle leefloners. De studie dient echter tot niets.

De minister, en met hem ook de regering, legt het advies propertjes naast zich neer. In de studie staat dat “de veralgemening” van het contract “de deur kan openzetten naar arbitraire, willekeurige praktijken van de OCMW’s jegens hun gebruikers, onderhevig aan de plaatselijke politieke impulsen”.

De studie onderstreept dat wanneer het contract “een voorwaarde wordt” voor toekenning en behoud van het leefloon, het risico bestaat dat het “verwordt tot een instrument dat de kansarmoede juist verhoogt, en mensen uitsluit van wat in ons sociale systeem het ‘laatste vangnet’ is”. Een bijzonder hard oordeel. Minister Borsus kent dat oordeel, legt het straal naast zich neer, en vertelt aan de pers precies het tegendeel. “Het ‘geïndividualiseerd project voor maatschappelijk integratie’ opent voor leefloners de weg naar zelfredzaamheid”, aldus de minister

Samengevat: de minister bestelt zélf een studie die stelt dat het ‘vrijwillig’ verplichte contract een instrument kan worden dat de kansarmoede juist verhoogt. Diezelfde minister beweert vervolgens aan de pers dat het contract de weg is naar meer zelfredzaamheid. Dat is vrijheid op zijn liberaals. Faut le faire. Het franstalige Netwerk tegen Armoede (RWLM ) vraagt zich terecht af: “waarom een studie financieren om vervolgens zijn voeten te vegen aan de resultaten en dus eveneens aan het professionele advies van de sector?”

En wat als de Panama-fraudeurs hun ‘contract’ met de samenleving niet nakomen?

Dat je buurvrouw niet moet aankloppen om een ontbijt voor haar kinderen, dat je broer niet bij je komt aankloppen om stromend water, dat je schoolkameraad van weleer niet komt aankloppen om zijn huurwaarborg voor te schieten. Dat iedereen in ons land een menswaardig leven kan leiden, daar hebben we allemaal voordeel bij. Dat staat ook ingeschreven in de wet. In onze wet is ‘het recht op maatschappelijke integratie’ vastgelegd (in de organieke OCMW-wet uit 1976). Hierin wordt gesteld dat ‘elke persoon recht heeft op maatschappelijke dienstverlening, die tot doel heeft eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.’ Precies dat recht ligt nu onder vuur. Het wordt voorwaardelijk gemaakt, afhankelijk van steeds meer voorwaarden en arbitraire beslissingen. Gelijk welke fout, of vermeende fout, wordt ongenadig afgestraft.

‘Het contrast met de behandeling van de Panama-fraudeurs die miljarden euro’s aan de samenleving hebben onttrokken en werkloos hebben geparkeerd in belastingparadijzen, kan moeilijk groter zijn.’

Het contrast met de behandeling van de Panama-fraudeurs die miljarden euro’s aan de samenleving hebben onttrokken en werkloos hebben geparkeerd in belastingparadijzen, kan moeilijk groter zijn. Dit soort mensen aan de top van de samenleving weiger elk ‘contract’ met de samenleving, en onttrekt zich aan de bijdrageplicht en belastingplicht. Zonder enige sanctie, en met een rits afkoopwetten en oneindige proceduremogelijkheden tot hunner beschikking.

Maar o wee, wanneer je als leefloner een ‘contract’ met gemeenschapsdienst weigert. Dan wordt je genadeloos aangepakt, mogelijk zelfs met de meest gortige sanctie die er bestaat: iemand beroven van zijn laatste bestaansmiddelen. Dat is onmenselijk. En het is schadelijk voor de samenleving. Mensen verdwijnen vervolgens in de extreme armoede of halen een grote schuldenlast op hun rug. Het is geen zakgeld dat wordt afgenomen, maar de laatste middelen om aan basisbehoeften te kunnen voldoen. Na verlies van leefloon volgt voor vele mensen de uithuiszetting of afsluiting van water, gas of elektriciteit.

De sleutel in dit dossier ligt andermaal bij de CD&V. Het valt te hopen dat Kris Peeters even terug denkt aan de bloeimaand van 2014, toen hij het nog volmondig met me eens was op dit punt. En toen hij zei dat we echte jobs moesten creëren, in plaats van de bestaande jobs onder druk te zetten door ‘vrijwillig’ verplichte gemeenschapsdienst.

Partner Content