Verslavingsexperte Katleen Peleman: ‘De overheid stimuleert gokken in plaats van het te bestrijden’

'De Nationale Loterij is geen liefdadigheidsinstelling zoals haar ceo laat uitschijnen, maar een echte kansspelonderneming.' © DIEGO FRANSSENS
Michel Vandersmissen
Michel Vandersmissen Redacteur van Knack

Wanneer verandert ‘bourgondisch’ in ‘problematisch’? Waarom blijven jongeren bingedrinken? En is het onschuldige imago van de Nationale Loterij nog van deze tijd? Verslavingsexperte Katleen Peleman vindt alvast dat onze overheid te weinig doet aan de macht van de alcohol- en gokindustrie. ‘Welke minister beschermt de gokkers?’

‘Ze zijn bezweken voor het grote geld’, zo reageert Katleen Peleman op de plannen van bpost om 170 krantenwinkels te verkopen aan het gokbedrijf Golden Palace. Peleman, de nieuwe directeur van het Vlaamse expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD), vreest dat het aantal gokkers snel zal stijgen. Vooral jonge mannen komen in de problemen met gokken. ‘Zij hebben bescherming nodig van de overheid in plaats van extra verleiding. Die beslissing zou beter teruggedraaid worden.’

Dat zal geld kosten.

Katleen Peleman: Maar minder geld dan het op lange termijn zal vragen. De opvang en begeleiding van een grotere groep verslaafde gokkers kosten ook geld. Want laat het duidelijk zijn: deze transactie zal het gokken op sportwedstrijden zeker vergroten. Daar is het Golden Palace ook om te doen. Nu al kopen jongeren onder de 16 illegaal alcohol in een krantenwinkel, en minderjarigen raken er vlot aan krasloten.

Gokken is verboden voor minderjarigen.

Peleman: De meeste krantenverkopers hebben geen zin om de leeftijd van hun klanten te controleren. Bovendien is een krantenwinkel véél laagdrempeliger dan een donker en obscuur wedkantoor. Die 170 winkels bevinden zich op strategische locaties zoals in treinstations, bij scholen enzovoort. Veel van die winkels zijn bovendien verlieslatend of weinig winstgevend. Dus lijkt het onvermijdelijk dat Golden Palace een deel zal vertimmeren tot gokpaleizen.

De Belgische goksector is goed voor een omzet van 1,2 miljard euro. De inzetten en het aantal spelers blijven groeien.

Peleman: Ik vind dat een onrustwekkende evolutie. De overheid zou die groei aan banden moeten leggen.

Hoe?

Peleman: Bijvoorbeeld door de reclame voor sportweddenschappen te beperken of liever nog te verbieden.

Katleen Peleman: 'We zijn natuurlijk een land van bierbrouwers. De alcohollobby is in België zéér machtig.'
Katleen Peleman: ‘We zijn natuurlijk een land van bierbrouwers. De alcohollobby is in België zéér machtig.’© DIEGO FRANSSENS

Daar wordt al zo lang over gepraat.

Peleman: Gelukkig heeft de VRT daarvoor een uitdoofscenario. Maar het gaat te langzaam en er is natuurlijk meer dan de VRT. Als de openbare omroep gokreclame afbouwt, zal de gokindustrie haar middelen elders inzetten. Daarom moeten er strengere wettelijke beperkingen voor gokreclame komen, net zoals recent in Italië en Spanje gebeurde. In Spanje geven de eerste cijfers aan dat het aantal actieve spelers met een kwart gedaald is.

Waarom duurt dat zo lang? Alle experts zijn het eens over de noodzaak.

Peleman: Het is een zeer gevoelige zaak en de ingewikkelde structuur van het land helpt evenmin. De organisatie van kansspelen is een bevoegdheid van minister van Justitie Vincent van Quickenborne (Open VLD). De Nationale Loterij is dan weer een autonoom overheidsbedrijf dat vreemd genoeg niet onder de bevoegdheid valt van Petra De Sutter (Groen), maar rapporteert aan staatssecretaris van Asiel en Migratie Sammy Mahdi (CD&V). Ik vraag me weleens af: welke minister verdedigt de belangen van de spelers?

Misschien hecht de overheid meer belang aan economische belangen dan aan het welzijn van de gokkers?

Peleman: Dat denk ik ook als ik zie hoeveel speelruimte de Nationale Loterij krijgt. Voor de oudere generatie is dat misschien nog de romantische instelling die een lottotrekking organiseert voor het goede doel. Maar dat stadium zijn we al lang voorbij. De Nationale Loterij zit in een absurde concurrentiestrijd met privé-gokbedrijven en ze wil die strijd nog winnen ook. Ze vecht voor nieuwe – jonge – spelers. Maar klopt dat? Is het haar taak om jongeren te verleiden voor sportweddenschappen via ‘Scooore’? Volgens mij niet. Eigenlijk stimuleert de overheid het gokken in plaats van te bestrijden.

‘De Nationale Loterij is veel meer dan spelen. Uiteindelijk is de hele samenleving de grote winnaar van de goede resultaten.’ Wat vindt u van die uitspraak van Jannie Haeck, ceo van de Nationale Loterij?

Peleman: Triest en onthutsend. Het ondermijnt het vertrouwen in de overheid en het normaliseert het gokken. Dat zogenaamd onschuldige imago verlaagt de drempel. Ik vind dat echt misplaatst. De Nationale Loterij is geen liefdadigheidsinstelling zoals Jannie Haeck laat uitschijnen, maar een echte kansspelonderneming. Kijk naar haar website: allemaal vrolijke en op het eerste gezicht onschuldige spelletjes, en je kunt er met kleine bedragen gokken. Heel de look-and-feel is gericht op jonge spelers.

De stelling van de commerciële gokbedrijven is: wij werken legaal. Verbied ons en er zullen nog meer mensen gokken.

Peleman: Zelf noemen de gokbedrijven dat de kanaliseringsgedachte: zonder ons gaan gokkers ondergronds naar illegale sites en dan verlies je er alle controle op. Maar dat is wetenschappelijk totaal niet bewezen. We weten wel van experts uit de hulpverlening dat bijna alle gokkers hun verslaving hebben ontwikkeld op legale websites. De wedkantoren gebruiken die kanaliseringsgedachte ook als argument om ongebreideld reclame te mogen maken: we moeten bekend zijn bij het grote publiek zodat iedereen weet waar je legaal kunt gokken.

Ondertussen is Tournée Minérale, het initiatief om in februari geen alcohol te drinken, halfweg. Tevreden over het resultaat?

Peleman: Het is de juiste campagne op het juiste moment. We zijn al toe aan de zesde editie. De eerste keer namen 120.000 Vlamingen deel. Dat was een onverwacht groot succes. Blijkbaar slaat die positieve boodschap goed aan. We voeren geen campagne met een vermanend vingertje, maar brengen een positief verhaal. Mensen beseffen dat het gezellig kan zijn zonder alcohol en dankzij deze actie is het bewustzijn over de schadelijke gevolgen van alcohol flink gegroeid.

Zelfs de horeca doet ondertussen vrolijk mee.

Peleman: In het begin stonden de horeca en warenhuizen erg argwanend tegenover Tournée Minérale. Ze zagen ons als een bedreiging. Nu zetten ze de campagne zelfs in als marketinginstrument. Ze hebben de markt van mocktails en andere alcoholvrije dranken ontdekt en ontwikkeld.

Hoeveel Vlamingen doen mee?

Peleman: Een Vlaming op de vijf. Iets meer vrouwen dan mannen en verspreid over alle leeftijdsgroepen.

Toch blijft alcohol nog altijd vanzelfsprekend in dit ‘bourgondische land’.

Peleman: Te vanzelfsprekend, als je het mij vraagt. Alcohol staat voor gezelligheid en gastvrijheid. ‘Wit wijntje?’ is bijna een staande uitdrukking geworden. België als bierland wordt door de overheid gepromoot in binnen- en buitenland enzovoort. Kortom, alcohol wordt beschouwd als een onderdeel van onze cultuur en identiteit.

Zijn we te weinig bewust van het risico op verslaving?

Peleman: Alcohol hoort erbij en stevig drinken blijkbaar ook. Er flink invliegen in het café geeft zelfs enige status. Maar zodra je het niet meer onder controle hebt en je verslaafd raakt, is het oordeel meteen snoeihard. We verdelen mensen in twee categorieën: zij die het onder controle hebben en zij die verslaafd zijn. En over mensen met een verslaving denken we nog te veel dat het hun eigen schuld is.

Zo wordt het bespreekbaar maken van problematisch alcoholgebruik moeilijk.

Peleman: Dat is een drama. Mensen ontwijken het om te praten over hun alcoholgebruik, ze lachen het weg of relativeren het kapot uit angst voor dat stigma. Terwijl ze het beter wel zouden bespreken, met de huisarts, een psycholoog of bij een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG).

Gebeurt dat?

Peleman: De drempel is ontzettend hoog. Mijn doel is dan ook om mensen sneller naar de zorg te laten stappen. Vorig jaar maakten wij samen met Te Gek!?, dat geestelijke gezondheidszorg bespreekbaar wil maken, een campagne over verslaving en middelengebruik die dat stigma moet wegnemen.

Volstaat een maand zonder alcohol?

Peleman: Uit onderzoek weten we dat de meeste deelnemers zes maanden later nog altijd minder drinken dan vroeger en anders omgaan met alcohol. Het heeft dus echt wel een effect op langere termijn.

Wat vindt u van het initiatief van de UAntwerpen om samen met de Nederlandse arts Nico van der Lely alcoholklinieken in Vlaanderen op te richten? Hij zegt dat we in Vlaanderen te weinig weten over jongeren en alcohol.

Peleman: Ik ben onder de indruk van zijn werk, maar over alcoholgebruik bij jongeren weten we toch redelijk veel. Al 20 jaar peilt het VAD naar alcoholgebruik bij 12- tot 18-jarigen. Dat is de voorbije jaren trouwens met 20 procent gedaald. Maar bingedrinken daalt helaas niet, in tegenstelling tot in Nederland. Van der Lely heeft wel gelijk als hij zegt dat we onvoldoende weten wat er aan de hand is met de jongeren die zich in coma drinken en op de spoedafdeling van een ziekenhuis belanden. Ik hoop dat de alcoholpoli spoeddiensten bij ons kan overtuigen om hun verantwoordelijkheid te nemen in vroeginterventie van alcoholintoxicatie. Het VAD is al jaren partner in een federaal project dat zorgpaden voor alcohol ondersteunt in ziekenhuizen. Spoeddiensten zijn redelijk weigerachtig om daaraan deel te nemen.

'Gamen is geen probleem, alleen maar gamen is dat wel.'
‘Gamen is geen probleem, alleen maar gamen is dat wel.’© DIEGO FRANSSENS

Nederlandse jongeren die in coma op de spoed belanden na overmatig alcoholgebruik worden meteen gefotografeerd. Als ze wakker worden, zijn die foto’s het eerste wat ze te zien krijgen: hoe ze ondergekotst werden binnengebracht of hoe hun slip tussen hun knieën hing.

Peleman: Dat afschrikeffect werkt wellicht bij sommige jongeren. Maar we moeten ook vermijden dat we rond alcohol schaamte of andere negatieve gevoelens creëren. Je moet eerst de reden achterhalen waarom iemand zo veel drinkt. Dat is volgens mij belangrijker dan schaamte opdringen.

Nico van der Lely is er wel in geslaagd om de leeftijdsgrens voor alcohol in Nederland te verhogen tot 18 jaar.

Peleman: Dat Nederlandse voorbeeld moeten we zo snel mogelijk volgen. Bij ons mag je al vanaf 16 aan de wijn en het bier en vanaf 18 aan sterke drank. Dat is te vroeg. Hersenen ontwikkelen zich tot je 24 jaar bent en elk glas alcohol voor die leeftijd veroorzaakt hersenschade. Hoe jonger je start met alcohol, hoe groter ook het risico op verslavingen later. We weten bovendien uit onderzoek dat de meeste jongeren die leeftijdsgrens kennen en respecteren. Veel minderjarigen drinken dus geen sterke drank omdat ze weten dat het verboden is. Zo’n wet helpt echt wel.

Waarom is België een van de laatste landen in de Europese Unie waar jongeren alcohol mogen gebruiken vanaf 16 jaar?

Peleman: Het VAD vraagt al jaren om de leeftijdsgrens op te trekken. We zijn natuurlijk een land van bierbrouwers en ik stel samen met u vast dat de alcohollobby in België zéér machtig is.

Een multinational als Diageo, een fabrikant van sterke dranken, wil nochtans ook de leeftijdsgrens voor alcohol op 18 jaar brengen. Waarom?

Peleman: Zij maken geen onderscheid tussen sterke en minder sterke alcohol. Ze willen dat jongeren meteen beginnen met sterke drank en niet instappen via bier of wijn, waar ze dan mogelijk in blijven hangen. Dat is natuurlijk pervers, want die fabrikanten kijken alleen naar hun economische winst. Daarom doen ze er ook alles aan om het Europese alcoholbestrijdingsplan te boycotten.

Hoezo?

Peleman: Dat plan verplicht eindelijk om bijvoorbeeld het aantal calorieën te labelen op alcohol en om op de verpakking de schadelijke effecten voor de gezondheid te vermelden, net zoals dat gebeurt met sigarettenpakjes. Maar het alcoholplan is nog altijd niet goedgekeurd in het Europees Parlement als gevolg van allerlei vertragingsmechanismen door de lobbyisten.

Krijgt u die mensen ook over de vloer?

Peleman: Ze bellen me weleens om mij uit te nodigen voor een goed gesprek, om hun mogelijke rol in het preventieverhaal bijvoorbeeld toe te lichten. Zo willen ze helpen om zwangere vrouwen weg te houden van alcohol, maar dat is natuurlijk niet zo dapper. Daar is iedereen het over eens. Met zo’n partnership willen ze hun credibiliteit in de samenleving vergroten, dat is hun enige doel. Maar ze zijn niet geloofwaardig als het gaat om preventie.

Wat antwoordt u dan?

Peleman: Dat het VAD niet samenwerkt met de alcoholindustrie omdat we fundamenteel tegengestelde belangen hebben. In het Verenigd Koninkrijk hebben mijn collega’s dat wel eens gedaan, maar met faliekante gevolgen.

België heeft een van de soepelste regelingen voor alcohol en minderjarigen, die bovendien nauwelijks wordt toegepast of gecontroleerd, zo bleek recent uit het VRT-programma Factcheckers. Tieners raken zonder veel moeite aan drank in winkels en warenhuizen.

Peleman: Ik word daar verdrietig van. We hebben dringend meer en efficiëntere inspecties nodig. Nu wordt er nauwelijks gecontroleerd. Maar controle alleen is onvoldoende. We weten ondertussen dat één maatregel alleen niet werkt. Effectieve preventie betekent dat je inzet op meerdere pijlers tegelijk: sensibilisering, wetgeving en controle én begeleiding voor wie in de problemen komt. Als we willen dat de leeftijdsgrenzen voor alcohol nageleefd worden, moeten we dus investeren in een groter maatschappelijk draagvlak om jongeren te beschermen tegen alcohol.

Wat leert het regeerakkoord over jongeren en alcohol?

Peleman: Niets over de leeftijdsgrens, helaas. Wel dat er een alcoholactieplan moet worden uitgewerkt. Daar zijn ze mee bezig. Een zeer goede zaak, want in een alcoholplan wordt net ingezet op meerdere pijlers tegelijk. Het initiatief wordt getrokken door het federale niveau, maar ook de gemeenschappen en gewesten worden erbij betrokken.

Wat zijn de krijtlijnen van dat plan?

Peleman: Dat weet ik niet.

Is het niet merkwaardig dat u dat als directeur van het VAD niet weet?

Peleman: Wij worden gehoord. Wij mogen adviezen geven, maar daar blijft het bij. Het is een politiek traject. Ik wil dat ook niet dramatiseren. Over alcohol zijn de krijtlijnen bekend. De Wereldgezondheidsorganisatie noemt ze ‘best buys’. Het gaat over reclame, beschikbaarheid en prijs. Reclame vind ik van die drie héél belangrijk. Alcoholreclame die zich richt op jongeren, bijvoorbeeld via influencers op het internet, vind ik eigenlijk niet kunnen.

Heeft corona een invloed gehad op alcoholgebruik?

Peleman: De tendensen zijn genuanceerd. Gemiddeld is er minder gedronken. Dat is logisch want er waren ook geen evenementen en de cafés waren een tijd dicht. Daarom zijn vooral jongeren minder gaan drinken want zij zijn bij uitstek groepsdrinkers. Hogeropgeleiden daarentegen zijn meer gaan drinken, waarschijnlijk als gevolg van het thuiswerken.

Kan dat op de duur leiden tot meer verslaafden?

Peleman: Dat is moeilijk te zeggen op dit moment want tussen het ontwikkelen van een alcoholprobleem en de stap naar de hulpverlening zit gemiddeld achttien jaar.

Doet de overheid genoeg tegen verslavingen?

Peleman: (lange stilte) De wachtlijsten zijn lang. Iemand die zich vandaag meldt, zal vrij snel een intakegesprek krijgen, maar het duurt nog maanden voor je opgenomen kunt worden. Bovendien is een deel van die wachtlijst onzichtbaar gemaakt omdat er een stop is gezet op het aantal aanvragen. Men zet geen kandidaten meer op die wachtlijst.

Dat is een probleem voor iemand die elke dag vecht tegen die drankduivel.

Peleman: We denken nog te veel dat je verslaving alleen kunt behandelen door een intensieve opvang in een afkickkliniek. Ook dat vergroot de drempel om hulp te zoeken. Nochtans slagen veel mensen erin om zelf te stoppen, met hulp van de huisdokter, een psycholoog of zelfs online begeleiding. Ook een zelfhulpgroep of ervaringsdeskundige kan het verschil maken. Die opties zijn helaas nog te weinig bekend.

Onlangs getuigde zangeres Selah Sue in De Afspraak enthousiast over het gebruik van psychedelica tegen haar depressie.

Peleman: Ik vind dat gevaarlijk. Iemand als Selah Sue heeft een grote invloed op jongeren en is een rolmodel. Het is jammer dat die uitspraken totaal niet gekaderd werden. Je moet bij psychedelica net zoals bij cannabis altijd een onderscheid maken tussen het medicinale en het recreatieve gebruik. Cannabis is bijvoorbeeld erkend als geneesmiddel tegen epilepsie, maar dat staat los van het recreatieve gebruik. Idem voor psychedelica. In zeer specifieke gevallen en professioneel goed omkaderd kan het een gunstig medisch effect hebben. Maar dat betekent niet dat iedereen het maar eens kan proberen in zijn huiskamer. Dat zijn geen onschuldige producten die je regelmatig gebruikt.

Houdt het VAD zich ook bezig met de verslavende gevaren van computerspelletjes? Veel ouders maken zich zorgen als ze zien dat hun kinderen niet weg te slaan zijn van achter hun laptop.

Peleman: Gaming is van een andere orde dan alcohol. Er is geen veilig niveau van alcohol, elk glas levert schade op. Dat geldt uiteraard niet voor computerspellen. Gaming kan zelfs positieve effecten hebben op de ontwikkeling van jongeren. Gamen is geen probleem, alleen maar gamen is dat wel. Zo kan het wél bij sommigen leiden tot een echte verslaving. Een ander probleem is de vermenging tussen gamen en gokken. Er gaat heel wat geld om in de gamingwereld. Zo kun je allerlei spullen kopen om een computerspel spannender te maken. Games met kansspelelementen ontsnappen nog te vaak aan de wettelijke regeling. In principe zijn ze verboden voor minderjarigen, maar het is bijna onmogelijk om dat op te volgen en te controleren.

Wat vindt u van de overname van gameontwikkelaar Activision Blizzard (Warcraft, Call of Duty) door Microsoft voor 68,7 miljard dollar?

Peleman: Het baart ons zorgen. De term verslaving is bijna een keurmerk geworden in de gamingwereld. ‘Het meest verslavende spel ooit!’ zo wordt trots geafficheerd bij de lancering van een nieuw spel. Gokken en gamen spelen zich bovendien bijna volledig af in de digitale wereld en dus is alles goed gedocumenteerd. De industrie weet alles van de spelers: wanneer je speelt, welke triggers bij jou werken, hoeveel geld je inzet enzovoort. Aan de andere kant weten wij en de overheid zo goed als niets. We strijden met ongelijke wapens. Daarom pleit ik ervoor dat de industrie de data waarover zij beschikt geanonimiseerd publiek zou maken. Op die manier behouden we er toch een beetje zicht op.

Wie na het lezen van dit artikel vragen heeft over alcohol, illegale drugs, gamen of gokken, kan terecht bij de Druglijn via 078/15 10 20 of op druglijn.be.

Katleen Peleman

– Geboren in Mortsel in 1972

– Doctoraat in de sociale geografie (KU Leuven)

– 2005-2013 werkt bij het Antwerpse integratiecentrum

– 2013-2019 coördinator van Violett Antwerpen, prostitutiehulpverlening

– 2020 directeur Vlaams expertise- centrum Alcohol en andere Drugs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content