Vandeurzen maakt 25 miljoen euro extra vrij voor de jeugdhulp

Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn © Belga

Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen maakt 25 miljoen euro extra vrij voor de jeugdhulp. Daarmee kunnen naar schatting 5.000 bijkomende gezinnen geholpen worden. Het grootste deel van het budget zal gaan naar snelle en laagdrempelige hulp.

Dat heeft de CD&V-minister woensdag gezegd bij de voorstelling van het Jaarverslag Jeugdhulp 2016. Uit dat jaarverslag blijkt dat de noden in de sector bijzonder groot blijven, dat de druk op het aanbod toeneemt en dat steeds meer jongeren aankloppen bij een crisismeldpunt.

Beginnen we met het goede nieuws. Het aantal jongeren dat op een wachtlijst staat in de jeugdhulp is in 2016 met een derde gedaald, meer bepaald van 7.347 in 2015 naar 4.922 in 2016. De opvallende daling is wel vooral te verklaren door een soort ‘uitzuivering’ van de wachtlijst. Men is namelijk nagegaan hoe actueel de hulpvraag van elke jongere nog was en heeft zo een wachtlijst kunnen opstellen die beter overeenstemt met de realiteit.

Maar het jaarverslag toont vooral aan dat de noden in de sector groot blijven. Zo is er bijvoorbeeld de opvallende stijging bij de de crisismeldpunten. Vlaanderen telt zes crisismeldpunten voor jongeren die in een acute noodsituatie zitten. De meldpunten bieden advies, begeleiding en – indien nodig – crisisopvang.

De voorbije jaren is het aantal aanmeldingen bij de crisismeldpunten fors gestegen. In 2016 werden er 9.868 jongeren aangemeld, een toename met 28 procent tegenover de 7.679 in 2015. In vergelijking met 2013 gaat het om meer dan een verdubbeling.

Stefaan Van Mulders, administrateur-generaal van het Agentschap Jongerenwelzijn, noemt verschillende mogelijke verklaringen. Zo zijn de meldpunten bekender en laagdrempeliger geworden. Maar er is nog een mogelijke verklaring: het gebrek aan opvangcapaciteit in het reguliere aanbod, waardoor mensen hun toevlucht zoeken bij de crisismeldpunten. Onderliggend kunnen volgens Van Mulders ook maatschappelijke evoluties meespelen, denk bijvoorbeeld aan de stijgende kinderarmoede, de toename van het aantal kwetsbare eenoudergezinnen, complexere gezinssituaties,…

Het aanbod lijkt alvast overal onder druk te staan. Om toegang te krijgen op gespecialiseerde hulp staat een jongere gemiddeld zelfs 240 dagen op een wachtlijst. Dat gaat van gemiddeld 122 dagen bij Kind & Gezin tot gemiddeld 277 dagen bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). En ook de wachttijden in de laagdrempelige hulp nemen toe. ‘Vanuit verschillende hoeken krijgen we daarover signalen’, aldus Van Mulders.

Net omdat de druk op het aanbod blijft toenemen, wil minister Vandeurzen de sector een extra injectie van (recurrent) 25 miljoen euro per jaar geven. In 2018 is er een eerste schijf van jaarlijks 10 miljoen euro en in 2019 komt daar nog eens jaarlijks 15 miljoen euro bovenop. De grootste hap van het totaalbudget (15 miljoen euro) zal gaan naar laagdrempelige rechtstreeks toegankelijke hulp.

Die focus is op snelle en laagdrempelige hulp is een bewuste keuze. Op die manier wil de CD&V-minister ‘korter op de bal spelen’. Het is de bedoeling om sneller te kunnen ingrijpen wanneer dat nodig om zo ook latere crisissituaties of escalaties te voorkomen. Topman Van Mulders is tevreden met de extra middelen. ‘Het is belangrijk dat de middelen worden opgedreven en dat die inspanning wordt voortgezet. Investeren in de jeugdhulp is geen bijkomende kost, maar heeft een terugverdieneffect’, aldus Van Mulders.

Groen: ‘Kan niet dat jongeren vier maanden moet wachten op psychische hulp’

Oppositiepartij Groen is tevreden dat minister van Welzijn Jo Vandeurzen 25 miljoen euro extra in de jeugdhulp pompt. Die investeringen zijn ook nodig om de wachtlijsten te doen dalen, zegt Vlaams parlementslid Elke Van den Brandt. Zij blijft het wel onaanvaardbaar vinden dat jongeren bijvoorbeeld vier maanden moeten wachten op psychische hulp. ‘Een wachtlijst van maar liefst 4 maanden voor psychische hulp, dat is een blaam voor ons land’, stelt Van den Brandt.

Vlaams parlementslid Tine Soens is tevreden dat minister van Welzijn Jo Vandeurzen extra geld vrijmaakt voor de jeugdhulp, maar de sp.a-politica vreest dat het onvoldoende is. ‘Een jongere die hulp nodig heeft, moet daar in Vlaanderen gemiddeld acht maanden op wachten. Acht maanden, terwijl snelle hulp vaak cruciaal is om erger te voorkomen. Dat is onaanvaardbaar. Elk kind in nood heeft recht op hulp. Niet straks, maar hier en nu’, zegt Soens.

Minister Vandeurzen kondigde woensdag bij de voorstelling van het Jaarverslag Jeugdhulp 2016 aan dat hij jaarlijks 25 miljoen euro extra in de sector wil investeren. Die extra middelen moet helpen om de stijgende druk op het aanbod te verlichten. Een van de opvallende evoluties is de stelselmatige stijging van het aantal jongeren dat wordt aangemeld voor crisishulp. Dat aantal is in 2016 met 28 procent gestegen en tegenover 2013 is er sprake van een verdubbeling. Groen-politica Van den Brandt spreekt van ‘hallucinante cijfers’. ‘In 2016 was er in 767 crisissituaties geen plaats in de crisishulp. In nog eens 454 gevallen bestond er zelfs geen gepaste hulp’, aldus Van den Brandt. ‘We helpen jongeren te laat, waardoor het aantal crisissituaties toeneemt. Maar zelfs wanneer het escaleert en tot een crisis komt, kunnen we geen hulp bieden’.

Partner Content