Yannick Ottoy

‘Van Heizeldrama tot 22/03: Niets verandert voor wie goed onthoudt’

Yannick Ottoy Auteur

Auteur Yannick Ottoy houdt ons een spiegel voor door ons mee terug te nemen naar het politieke klimaat van 1985, vlak na het Heizeldrama. ‘Als je goed in je achteruitkijkspiegel kijkt, zeggen ze, weet je wat er op je afkomt. Dat is onzin natuurlijk.’

Auteur Yannick Ottoy houdt ons een spiegel voor door ons mee terug te nemen naar het politieke klimaat van 1985, vlak na het Heizeldrama, het onderwerp van zijn debuutroman Drang (bekroond met De Bronzen Uil Publieksprijs). Niet dat het Heizeldrama vergeleken kan worden met de aanslagen op 22 maart in Brussel en Zaventem. Maar de auteur ziet wel parallellen tussen de manier waarop onze politici zich profileren na deze ramp, zeker nu er een parlementaire onderzoekscommissie wordt ingesteld die pas weken later operationeel zal zijn. De schuldvraag en daarmee ook de vraag wie de verantwoordelijkheid draagt, wordt doorgespeeld, waardoor beide vragen dreigen onbeantwoord te blijven.

De stad siddert en het land beeft. Ze zouden voor minder, in deze tijd. Er is nu zoveel onduidelijk. Al die daders, die komen uit bendes met rare motieven, en toeslaan op de meest onverwachte plaatsen. Banken, postkantoren, en nu zelfs voetbalstadions. Waar gaat dit heen? Wie zal ons redden?

Het is 1985. De Cellules Communistes Combattantes (CCC), de Bende van Nijvel en Patrick Haemers halen ons onderuit. Niet dat daar grote inspanningen voor nodig zijn. Onze orde is wankel. Jarenlang hebben we ons ledig gehouden met communautair gezwets over taalgebieden en cultuurgemeenschappen. We versleten negen regeringen op tien jaar tijd, onze staatsschuld is verdrievoudigd. Er is nu een rechtse regering aan de macht. Dat was nodig, want er is de voorbije jaren veel puin gecreëerd, dat dringend moet worden geruimd. Gelukkig heeft die hele periode ons ook mooie dingen nagelaten: het Egmontpact en de Stuyvenbergakkoorden, bijvoorbeeld. Daar zullen we nog lang van genieten.

Na het drama hebben ze beslist dat er een onderzoekscommissie komt. Dat moet ook. Er zijn doden gevallen, en alles is zo verwarrend. De UEFA zegt dat niet verantwoordelijk te zijn voor de organisatie van de finale. De Brusselse burgemeester beweert dat de Rijkswacht niet onder zijn gezag staat. Er zouden valse kaarten in omloop zijn geweest, en de politie heeft niemand gefouilleerd. De politie en de Rijkswacht konden zelfs niet met elkaar spreken: dat kan toch niet? Hebben we het niet te ingewikkeld gemaakt? Waren er niet te veel mensen die allemaal iets moesten doen, en heeft net daarom niemand nog iets gedaan?

Iedereen geeft nu iemand ergens de schuld van. Alsof er een hete aardappel is, die op het ritme van de muziek wordt doorgegeven. Iedereen doet ook zijn uiterste best om zijn verhaal eerst brengen. Ze verdringen elkaar bijna voor de camera. Eerst ik, neen ik, luister toch eens naar mij! Soms lijkt het alsof ze hun eigen gelijk gewichtiger vinden dan het algemeen belang. Alsof we hen nu willen zien, of horen. Zou het niet kunnen dat we nu vooral rust zoeken, en oplossingen, eerder dan te moeten luisteren naar kakelende kippen en ruziënde haantjes? Begrijpen ze dat dan niet? Gek toch, wat mensen doen voor een heel klein beetje aandacht.

Wij mensen houden niet van al die moeilijke dingen. Alles moet klaar en simpel voor ons worden uitgelegd. Als er iets fout gaat, moet er een schuldige zijn, dat is zo, denken we. We willen nu eenmaal dat verhalen eindigen. Liefst goed, maar beter nog slecht dan helemaal niet.

Gelukkig zijn er geen blunders gebeurd. Oef. Het ging om kleine foutjes. ‘Communicatiestoornissen’, noemen ze het. Misverstanden, hier en daar. En dan toch minder hier en vooral daar, bij de anderen. Die misverstanden zijn te wijten aan gebrekkig materiaal, en te weinig mensen. De computers waarmee ze moeten werken zijn erg verouderd. Dat is niet goed. Wellicht krijgen ze snel nieuwe computers, en heel veel extra mensen en al het geld dat ze nodig hebben. Dan zullen die misverstanden niet meer gebeuren, want we willen natuurlijk niet dat er opnieuw zo’n drama plaatsvindt. Wel makkelijk, als je er even over nadenkt: als het fout gaat, word je daarvoor beloond. Zo mogen we dat natuurlijk niet zien. Het lijkt alleen maar zo.

Maar toch zal er iemand wel degelijk een fout hebben gemaakt, dat moet. Ze zullen zo iemand vinden, iemand die niet goed heeft opgelet, bijvoorbeeld. Het is als in de spelletjes die kinderen op school spelen. Er moet altijd een winnaar zijn, en een verliezer. Wie verliest, mag de volgende keer niet meer meespelen. Dat zegt de winnaar, want de winnaar heeft altijd gelijk.

‘Van Heizeldrama tot 22/03: Niets verandert voor wie goed onthoudt’

Er is ook nog een moeilijk woord, dat nu de ronde doet: ‘interpretatiekaders’. Dat wil zeggen dat er een bodem is waarin onze ideeën groeien. Kleuren kunnen een verschillende betekenis hebben, afhankelijk van de achtergrond, waartegen we die zien. Alles wordt voor ons verteld, nog voor het onderzoek plaatsvindt. Het is zoals de grote vleesmachine die de slager gebruikt. Wat er langs achter wordt ingedraaid, bepaalt de smaak van wat er vooraan uitkomt. Het is dus heel belangrijk te kunnen kiezen wat er wordt ingedraaid. Als je dat controleert, volgt de rest vanzelf. De anderen krijgen het enkel nog op hun bord. Soms moet je de machine dus een beetje helpen. De middelen dienen het doel, juist?

Er zijn geschiedenisleraren die zeggen dat de tijd in cirkeltjes loopt. Alles wat gebeurt, zal opnieuw gebeuren. Niets verandert voor wie goed onthoudt. Als je goed in je achteruitkijkspiegel kijkt, zeggen ze, weet je wat er op je afkomt. Dat is onzin natuurlijk. Zoals nu, in 1985, wordt het nooit meer. Zo dom zal niemand ooit nog zijn. Alles zal veranderen. En alles zal beter worden.

Yannick Ottoy werkt op dit moment aan een nieuw boek, onder de werktitel En toen werd het zwart

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content