Van der Straeten vs. Demir: vergeten ministers de echte strijd rond duurzame energie niet te voeren?

Tinne Van der Straeten en Zuhal Demir. © ID Agency

Vlaams energieminister Zuhal Demir weigerde drie vergunningen op rij voor gascentrales die haar federale tegenhanger Tinne Van der Straeten nodig denkt te hebben na de kernuitstap. Het echte gevecht, dat voor een snellere uitbouw van duurzame energie, vergeten de energieministers te voeren, vinden experts.

Federaal minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) reageerde nog relaxed toen Zuhal Demir (N-VA), haar collega in de Vlaamse regering, op 17 september 2021 de vergunning weigerde voor een nieuwe gascentrale in het Limburgse Dilsen-Stokkem. Het was een ingecalculeerd verlies. Alle stoplichten stonden op rood voor die centrale. Er waren meer dan 1200 bezwaarschriften ingediend, de stad en de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie (GOVC) hadden een negatief advies gegeven en ook de provincie had zich in het voorjaar van 2021 gekant tegen een installatie die op 200 meter van Nationaal Park De Hoge Kempen jaarlijks 340 ton stikstofoxiden en 100 ton ammoniak zou uitstoten.

De bezorgdheid van de N-VA over de uitstoot van stikstof en CO2 contrasteert sterk met haar houding in het klimaatdebat.

Dave Sinardet, politoloog VUB

‘Je hoeft geen raketgeleerde te zijn om te beseffen dat er betere ideeën zijn dan een grote, vervuilende gascentrale op wandelafstand van Europese topnatuur’, zei de van Limburg afkomstige Demir. Op het kabinet van Van der Straeten raakten ze niet in paniek. Er zaten meer dan genoeg vergunningen in de pijplijn om de capaciteit te halen die nodig was om België ook na de kernuitstap van elektriciteit te voorzien, dachten ze daar. In de Kamer zei niemand een woord over de kwestie.

De onrust begon te groeien toen Demir op 15 oktober opnieuw een vergunning weigerde, dit keer voor een gascentrale in Tessenderlo. Zeker, ook die centrale zou per jaar meer dan 300 ton stikstof en ruim 100 ton ammoniak uitstoten. Maar ze lag wat verder van beschermde natuur. De meeste adviezen, ook die van de GOVC en van het gemeentebestuur, waren positief.

Toch zag Demir gronden genoeg om de vergunning te weigeren. De gevolgen voor de natuur waren niet beoordeeld in samenhang met de effecten van de naastgelegen centrale, waarmee de nieuwe installatie een controlekamer zou delen. Er was een negatief advies van drinkwaterbedrijf Water-Link, dat zich zorgen maakte over de lozing van koel- en afvalwater in het Albertkanaal. In de nabijgelegen natuurgebieden sloeg al te veel stikstof neer. En in de aanvraag was niet voldoende aangetoond dat de flinke hoeveelheid ammoniak die erbij kwam geen negatieve effecten zou hebben.

Ook de leden van een lokale Groen-afdeling waren het eens met die punten van kritiek. Enkele dagen voor Demir haar beslissing bekendmaakte, somden ze nog een reeks bezwaren op die ze afrondden met: ‘De mastodont zou tot slot 2,4 miljoen ton CO2 per jaar uitstoten, 25 keer zoveel als alle inwoners van Tessenderlo samen.’ Ze wensten de lokale actiegroep die tegen de komst van de centrale streed veel succes en volharding toe.

Nadat Demir de plaatselijke groenen op hun wenken had bediend, reageerde Van der Straeten nog altijd vrij kalm. ‘Ik ga ervan uit dat Demir geen spelletjes speelt met de bevoorradingszekerheid van elektriciteit’, zei ze. Vol zelfvertrouwen voegde ze eraan toe: ‘In elk geval weten we dat er voldoende projecten op tafel liggen om de bevoorradingszekerheid na de kernuitstap te kunnen garanderen. Uiteraard moeten die dan de kansen krijgen die ze verdienen.’

Daarbij dacht ze vast aan Vilvoorde. Daar had het stadsbestuur, met inbegrip van de voor milieu en natuur verantwoordelijke Groen-schepen Barbara De Bakker, zijn fiat voor de bouw van een nieuwe gascentrale gegeven. Er waren slechts 34 bezwaarschriften en een reeks positieve adviezen, ook van Demirs administratie. Een nieuwe, moderne centrale zou in Vilvoorde een verouderde installatie vervangen. Daar viel toch niets tegenin te brengen? Tot op 9 november bleek dat de Vlaamse minister ook die vergunning weigerde. En toen gingen de poppen aan het dansen.

Het is voor de klimaatbeweging bizar om tegenover een groene partij te staan en de N-VA als schijnbare bondgenoot te hebben.

Ike Teuling, burgerbeweging Tegengas

‘Alle lichten stonden op groen. Dit is pure partijpolitiek’, oordeelde de Vilvoordse burgemeester Hans Bonte (Vooruit). Zijn voorzitter, Conner Rousseau, had het over ‘sabotage’. Tijdens het Kamerdebat een dag later reageerde Van der Straeten verontwaardigd. Ze sprak haar verbazing uit over het feit dat ze een beslissing die blijkbaar al op 29 oktober was genomen via de media moest vernemen, wees erop dat alle adviezen positief waren en dat Demirs eigen N-VA in een vorige regering de noodzaak van nieuwe gascentrales had onderkend. Ze gewaagde van een ‘politiek van tegenwerking’.

Een andere realiteit

‘We zitten in een andere realiteit in Vlaanderen sinds het stikstofarrest van 25 februari 2021’, zei Demir diezelfde avond in het Canvas-programma De afspraak. Oude beloften en uitgezette beleidslijnen waren niet meer geldig nadat de Raad voor Vergunningbetwistingen de vergunning voor de bouw van een kippenstal in het Limburgse Kortessem had vernietigd. De Raad oordeelde dat er niet voldoende was onderzocht of de stikstofuitstoot van de stal negatieve effecten zou hebben op nabijgelegen Europees beschermde natuur. ‘Het betekent dat het bad vol zit, Vlaanderen zit vol stikstof’, zo vertaalde Demir de uitspraak voor tv-kijkend Vlaanderen. Ze betoogde dat je sinds het stikstofarrest niet nog eens honderdduizend kilogram ammoniak, een verbinding van stikstof en waterstof, in dat volle bad kon laten lopen. En al helemaal niet in de buurt van beschermd natuurgebied. Dat wist aanvrager Engie Electrabel ook wel, stelde ze. Die had beloofd de uitstoot te verlagen, maar had verzuimd aan te geven hoe hij dat zou doen.

In de studio hoorde politoloog Dave Sinardet (VUB) Demir met een wat ironische gezichtsuitdrukking aan. ‘Het is grotendeels een gelegenheidsargument’, zegt hij later aan Knack. ‘Ten eerste gebeurt het heel weinig dat een minister alle adviezen van zijn of haar administratie naast zich neerlegt. Ten tweede is het niet zo dat de N-VA al lang een strijd voert tegen gascentrales. Integendeel, zelfs nadat de partij in 2018 uit de federale regering was gestapt, drong ze nog altijd sterk aan op de ondersteuning ervan. En ten derde contrasteert haar bezorgdheid over de uitstoot van stikstof en CO2 met haar houding in het klimaatdebat, waarin ze de Vlaamse ambitie juist wil terugschroeven. Helemaal coherent is de houding van de N-VA dus niet. Ik ben er vrij zeker van dat het anders was geweest als de N-VA in de federale regering had gezeten. Dan was het in het partijbelang geweest om niet moeilijk te doen. Je ziet zulke conflicten telkens weer als je asymmetrisch samengestelde regeringen hebt.’

DE VERDEDIGING

Demir adviseerde iedereen die haar beslissing afdeed als politieke sabotage om eerst de onderbouwing van haar afwijzing te bestuderen. Daarin staat dat Engie de uitstoot tot 45 ton ammoniak per jaar wilde terugbrengen en, weliswaar beknopt, aangaf hoe het dat zou doen: ‘Dit is mogelijk door het ontwerp van de deNOx-installatie met de keuze voor een zeer performante katalysator en een sproeisysteem dat de ammoniak zo goed mogelijk verdeelt.’ Engie ging ook akkoord met de opname van een maximale uitstoot van 45 ton per jaar in de vergunning.

ZUHAL DEMIR (N-VA) 'Zij maakt gebruik van een gelegenheidsargument.'
ZUHAL DEMIR (N-VA) ‘Zij maakt gebruik van een gelegenheidsargument.’© IDAgency

In het ministerieel besluit valt te lezen dat Demir van oordeel is dat dit niet volstaat. Het verwijst naar wat Engie zelf schreef in de milieueffectenrapportage. Daarin staat dat de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) en die van ammoniak (NH3) communicerende vaten zijn. Als je de laatste omlaag wilt brengen, gaat de eerste weer omhoog. Bovendien begint het systeem om de emissies te beperken pas echt goed te werken als de centrale twee uur aan het draaien is. Alleen als de centrale volcontinu in bedrijf is, is het mogelijk de scherpste normen te halen. Maar Vilvoorde zou juist bedoeld zijn als flexibele back-up op momenten dat zon en wind onvoldoende stroom leveren.

In de milieueffectenrapportage ging Engie ervan uit dat de neerslag van stikstof onder de drempelwaarde lag. Maar, stelt de minister, sinds het stikstofarrest gelden die drempelwaarden niet langer en is het aan de aanvrager om te onderbouwen dat er geen depositie optreedt die de natuur aantast. Ze geeft de Gewestelijke Omgevingscommissie een veeg uit de pan. Die had geoordeeld dat de resterende ammoniakuitstoot van 45 ton per jaar beperkt is ten opzichte van de vermeden NOx-uitstoot. De minister bestrijdt die 45 – het is 107 ton – en stelt dat we zo’n uitstoot bezwaarlijk beperkt mogen noemen.

Van der Straeten noemde de gesneuvelde centrale in Vilvoorde ‘de modernste en flexibelste van heel Europa’, Engie had het zelfs over ‘de beste van de wereld’. Dat etiket had de centrale te danken aan een nieuwe techniek die de uitstoot van stikstofoxiden sterk reduceert in een katalysator. Maar daarbij wordt wel ammoniakwater gebruikt. Vandaar dat de centrale, in tegenstelling tot die van Wondelgem, die Demir wel een vergunning verleende, een behoorlijke ammoniakuitstoot heeft. Het zou kunnen dat die ammoniak een grotere impact heeft op de natuur dan de stikstofoxiden, vindt Demir. Om te beoordelen of er sprake was van ‘vermijdbare schade’ had de aanvrager het effect van de twee moeten vergelijken. Dat Engie verzuimd heeft dat te doen, was voor de minister een reden te meer om de vergunning te weigeren.

Groen N-VA

De CO2-uitstoot van de centrale in Vilvoorde speelt nauwelijks een rol in de onderbouwing van de weigering. Die concentreert zich haast volledig op de impact op kwetsbare natuur. Dat past bij een minister die het bosareaal in Vlaanderen wil uitbreiden, zegt dat een ware Vlaams-nationalist niet anders kan dan opkomen voor zijn omgeving en zich daarmee in een lange traditie van natuurbescherming binnen de Vlaamse Beweging plaatst.

‘In de jaren zeventig, toen de groene partij nog niet bestond en de Volksunie successen begon te boeken, trok die partij ook een publiek aan dat met immateriële waarden bezig was en een zekere gevoeligheid voor het thema leefmilieu had’, zegt Sinardet. ‘Ze waren bij de eersten die daar een punt van maakten. Later kwam de groene partij Agalev, die dat electoraat voor een stuk heeft overgenomen. Niettemin is er binnen de Volksunie altijd een vleugel blijven bestaan die milieu een belangrijk thema vond. Sommigen binnen de N-VA zitten ook nog op die lijn, maar dat zijn er niet heel veel. Er zijn ook wel botsingen geweest met de CD&V, die de traditionele landbouwbelangen verdedigt. Bij de klimaatonderhandelingen heeft Demir wat betreft stikstof en landbouw een aantal zaken op tafel gelegd waar de CD&V het moeilijk mee had. Maar het is niet zo dat ze het been zo stijf heeft gehouden dat er zaken zijn uitgekomen die voor de Boerenbond echt moeilijk liggen.’

TINNE VAN DER STRAETEN (GROEN) 'Zij is geen technocrate. Ze voert politieke keuzes uit.'
TINNE VAN DER STRAETEN (GROEN) ‘Zij is geen technocrate. Ze voert politieke keuzes uit.’© IDAgency

Demirs tegenstrever Tinne Van der Straeten presenteerde zich in het Kamerdebat als een technocrate, iemand die uitvoert wat nu eenmaal nodig is. Op die positionering was ze zo trots dat ze ze in een vastgemaakte tweet op haar Twitterprofiel plaatste. ‘Dat klopt natuurlijk niet’, relativeert Sinardet. ‘Het zijn politieke beslissingen. Het is wel zo dat Van der Straeten door vriend en vijand niet wordt gezien als een ideologische scherpslijpster, maar wel als een energie-experte die openstaat voor discussie en goede contacten heeft met het veld. Maar zij en haar partij hebben bij de regeringsvorming wel politieke keuzes gemaakt. En die voeren ze nu uit.’

Toch lijkt de geschiedenis van een partij die zich altijd sterk met de antikernenergiebeweging heeft vereenzelvigd ook ideologisch op Van der Straeten te wegen. Voor de verwezenlijking van de kernuitstap is ze bereid te slikken dat én de Belgische CO2-uitstoot stijgt én de stikstofdepositie in Europees beschermde natuur toeneemt. ‘Het is lastig om uit te leggen dat je gascentrales moet installeren die meer CO2 uitstoten dan kerncentrales’, zegt Sinardet. ‘Dat is een zwak punt, en het gevolg van de historische strijd van de groene beweging tegen kernenergie. Maar het is nu te laat om nog terug te komen op de sluiting van die twee kerncentrales. Ook Engie heeft gezegd dat het over en uit is. Het debat is gesloten. Dat is een feitelijke vaststelling.’

Een vals dilemma?

Dat de kernuitstap een voldongen feit is, vindt ook Ike Teuling van Tegengas, de beweging die strijdt tegen de komst van nieuwe gascentrales in België. ‘We zijn blij met de beslissing van Zuhal Demir om drie van de vier vergunningen te weigeren, en niet met wat Tinne Van der Straeten doet. Dat is natuurlijk erg bizar. Het is voor de klimaatbeweging raar tegenover een groene partij te staan en de N-VA als schijnbare bondgenoot te hebben. De Belgische CO2-uitstoot zal sterk stijgen door de komst van nieuwe gascentrales. Dat is het laatste wat we ons kunnen veroorloven. België staat al overal onderaan in de lijstjes. Alles en iedereen zegt dat we moeten stoppen met investeren in fossiele brandstoffen, en al helemaal als overheid. Het is te gek voor woorden om het toch te doen.’

Teuling voerde eerder als campagneleider kernenergie voor Greenpeace actie tegen nucleaire centrales. Kernenergie is nu nog voor bijna 40 procent verantwoordelijk voor de stroomvoorziening in België. Van der Straeten zegt dat er geen andere mogelijkheid is dan het gapende gat dat na de kernuitstap valt tijdelijk met nieuwe gascentrales op te vullen. ‘Het is een vals dilemma’, werpt Teuling tegen. ‘De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) zegt het ook: we kunnen de kerncentrales sluiten zonder nieuwe capaciteit bij te bouwen. Het cynische is dat dat komt door de klimaatverandering. Doordat de winters minder koud zijn, daalt de energiebehoefte.’

De gascentrales zullen heel goedkope energie leveren. Het is een illusie dat ze alleen zullen draaien op momenten dat er te weinig zon en wind is.

Ike Teuling, burgerbeweging Tegengas

In maart 2020 berekende de energieregulator op basis van de stroombehoefte over de afgelopen twintig jaar of er na de kernuitstap en zonder nieuwe gascentrales een tekort aan stroom zou dreigen. Hij kwam erachter dat het tekort 2,9 uur per jaar zou bedragen, onder de kritieke drempel van drie uur. ‘België heeft geen nieuwe gascentrales nodig om na de sluiting van de kerncentrales het licht aan te houden’, concludeerde De Standaard op basis van de bevindingen van de CREG.

Op volle toeren

Die zienswijze lijkt sindsdien in de vergetelheid geraakt. Minister Van der Straeten houdt vol dat nieuwe gascentrales in alle scenario’s nodig zijn. CREG-voorzitter Koen Locquet omzeilt in eerste instantie de vraag van Knack of uit het CREG-rapport het tegendeel blijkt. In een e-mail schrijft hij dat de studie dateert van voor het CRM was uitgewerkt, het capaciteitsremuneratiemechanisme dat investeerders aantrekt om met behulp van subsidies nieuwe stroomcapaciteit te bouwen. ‘Het punt dat u vermeldt, was een van de denksporen’, schrijft hij. Na enig aandringen vult hij aan: ‘Wij wensen terug te komen op hetgeen eerder werd meegedeeld. Het document dateert van maart 2020, toen de discussies lang niet afgerond waren en tal van onbekenden/parameters nog bepaald dienden te worden.’

Teuling denkt dat Locquet zich de vingers niet wil branden aan de politieke uitspraak dat nieuwe gascentrales niet nodig zijn. Ze vindt dat die conclusie al kon worden getrokken uit het onderzoekswerk van de CREG. ‘Er wordt nu capaciteit neergezet voor de paar dagen per jaar dat het extreem koud is, er geen wind is en de zon niet schijnt. De CREG zegt dat er ook op die dagen geen probleem zou zijn. Maar als het probleem zich toch voordoet, dan zijn er andere oplossingen dan megagrote gascentrales bouwen. Je kunt grootverbruikers van stroom, zoals fabrieken, vragen op die dagen even wat minder te produceren. Die gesubsidieerde gascentrales zullen heel goedkope stroom leveren. Het is een illusie dat ze alleen zullen werken op momenten dat er te weinig zon en wind is. Ze zullen op volle toeren draaien, niet zozeer om de Belgische capaciteitsproblemen op te lossen, maar voor de export van stroom naar de landen om ons heen.’

Kop of munt

Gerrit Jan Schaeffer, sinds juni dit jaar de topman van EnergyVille, het onderzoekscentrum naar duurzame energie en intelligente energiesystemen, vindt het verhaal van Teuling iets te optimistisch. ‘Het kan misschien net, als er geen strenge winter is. Maar dat is een beetje link. 2 extra gigawatt is zeker nodig, 3,85 is kostentechnisch optimaal.’ Daarbij maakt het in zijn ogen weinig uit of we de levensduur van de kerncentrales nog wat rekken. ‘Als we ze openhouden, moeten ze eerst in revisie. Rond 2025 zullen ze dan toch een of twee jaar stilliggen. In beide scenario’s – open of dicht – heb je evenveel nieuwe gascentrales nodig om de bevoorradingszekerheid op peil te houden. Mijn hartenkreet is: laten we alsjeblieft zo snel mogelijk stoppen met het debat over de kernuitstap. Gooi een stuk van twee euro op. Laat bij munt de kerncentrales nog tien jaar open, of sluit ze als het kop is. Zolang er maar helderheid is.’

De Luminus-centrale in Wondelgem is de enige die de afgelopen maanden een Vlaamse vergunning kreeg.
De Luminus-centrale in Wondelgem is de enige die de afgelopen maanden een Vlaamse vergunning kreeg.© IDAgency

In de toekomst die EnergyVille voor zich ziet, zullen duurzame bronnen het leeuwendeel van de energie leveren. Schaeffer schetst het plaatje: ‘Veel wind op zee, voor een belangrijk deel ook voor de Nederlandse of Deense kust omdat België maar een klein stukje Noordzee heeft. En veel zon op land. Samen leveren zon en wind een variabele productie op. Je hebt tal van mechanismen nodig om het wisselende aanbod op te vangen, zoals grootschalige waterkrachtopslag in meren, internationale verbindingen, batterijen en een flexibilisering van de vraag. Ook de batterijen in de miljoenen elektrische auto’s kunnen straks een rol spelen. In een volle batterij zit zes, zeven keer zoveel als een huishouden dagelijks nodig heeft. Auto’s worden ook maar 3 à 5 procent van de tijd gebruikt. Maar je moet wel rekening houden met de Dunkelflaute, een periode van enkele weken waarin het koud, donker en windstil is. Daarvoor heb je centrales nodig die misschien maar een paar honderd uur per jaar draaien, die je neerzet als back-up. Ze zijn niet duur om te bouwen en ze mogen best hoge draaikosten hebben want ze werken toch maar een klein gedeelte van het jaar. Gascentrales passen goed in dat plaatje. Kerncentrales en geothermiecentrales zijn allebei heel duur om te installeren.’

Gooi een stuk van twee euro op. Laat bij munt de kerncentrales nog tien jaar open, of sluit ze als het kop is. Zolang er maar helderheid is.

Gerrit Jan Schaeffer, EnergyVille

Het is een verhaal dat zo uit de mond van Tinne van der Straeten had kunnen komen. ‘Inhoudelijk weet ze waar ze het over heeft. Ze heeft wel een visie’, zegt Schaeffer. ‘Ze probeert op allerlei manieren de ambitie op te vijzelen. Ze heeft al aangekondigd dat ze naar 5,8 gigawatt wind op zee wil. Daarmee zou het stuk van de Belgische kust dat geschikt is en wat verder in zee ligt, volgezet worden.’ En dat is nodig, vindt Schaeffer. ‘Je kunt haast zeggen dat het International Energy Agency, geen activistisch clubje maar een vrij conservatieve denktank uit de energiewereld, zich achter Greta Thunberg heeft geschaard. Daar zeggen ze dat de omslag veel sneller moet om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden.’

ACHTERSTAND

Om die doelstelling te bereiken, moet ook Vlaanderen in actie schieten. Federaal minister Van der Straeten is bevoegd voor wind op zee, Vlaams minister Demir voor wind en ook zon op land. ‘We gaan nu richting 12 gigawatt zon in 2030’, voorspelt Schaeffer, die eerder directeur was van Dutch Solar Energy. ‘Er is een potentieel van 100 gigawatt in België. Tien jaar geleden stond België nog ver boven Nederland. De Vlaamse regering heeft de te hoge subsidies voor zonnepanelen afgeschaft, maar er is nog niet voldoende in de plaats gekomen. Op dit moment zet Nederland elke twee jaar een vermogen aan zonne-energie bij dat te vergelijken is met dat van een gemiddelde kerncentrale in België.’

Mensen willen wel investeren in zonne-energie, als de risico’s maar niet te hoog zijn, denkt Schaeffer. ‘In Groot-Brittannië hebben ze een soort garantiestelsel. Als de energieprijs lager is, krijg je subsidie, maar als hij hoger is, moet je terugbetalen. Met de huidige energieprijzen is het slim in zonne-energie te investeren. Maar je weet niet of ze zo hoog zullen blijven. Het Britse systeem werkt goed, maar in de beleidsstukken van de Vlaamse regering is iets soortgelijks niet te vinden. Ik zou het heel fijn vinden mocht de heisa rond de kernuitstap ophouden, zodat we rustig met beleidsmedewerkers om de tafel kunnen zitten en dit soort opties bespreken.’

Over zonne-energie heeft Van der Straeten weinig te zeggen. ‘Het enige wat zij kan doen, is wind op zee valoriseren, en dat doet ze’, zegt Schaeffer. De Vlaamse overheid is ook aan zet wat betreft de warmtevoorziening in de Vlaamse huizen. ‘In haar communicatie probeert de overheid de warmtepomp wel beter te promoten, maar in het beleid is nog veel ruimte voor verbetering. Op dit moment zijn de belastingen op elektriciteit hoger dan die dan op gas. Als de elektriciteit erg duur is, is het minder gunstig om warmtepompen te kopen. Een shift van heffingen op elektriciteit naar gas zou een goede zet zijn. Maar ik heb nog niet gehoord dat daar plannen voor zijn.’

De discussie over de kernuitstap en de paar gascentrales die België al dan niet nodig zou hebben, slokt naar zijn smaak veel te veel energie op. ‘De aandacht kan beter gaan naar wat er echt moet gebeuren. Alle gebouwen moeten energieneutraal worden tegen 2050. We moeten werken aan een schone mobiliteit, en steden meer inrichten op fietsen en wandelen. Je moet hernieuwbare energie op veel grotere schaal inzetten. Dat zijn de echt belangrijke discussies.’

Zuhal Demir

— 1980: geboren in Genk

— 1998-2003: studie rechten (KU Leuven), later master sociaal recht (VUB)

— 2013-2015: voorzitter van het district Antwerpen voor N-VA

— 2017: staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, Grootstedenbeleid en Wetenschapsbeleid

— sinds 2019: Vlaams minister van Omgeving, Justitie, Toerisme en Energie

Tinne Van Der Straeten

— 1978: geboren in Malle

— 2000: Master afrikanistiek (UGent). Wordt wetenschappelijk medewerker aan de UCL en de KU Leuven

— 2002-2004: ondervoorzitter van Jong Agalev en Jong Groen

— 2007-2010 en 2019-2020: volksvertegenwoordiger voor Groen

— 2010: legt eed af aan de Brusselse balie, na een rechtenstudie aan de VUB

— oktober 2020: federaal minister van Energie

Partner Content