‘Van de windmolenboeren lust ik geen eieren’

Kamerlid en burgemeester van Middelkerke Jean-Marie Dedecker heeft geen goed oog in de plannen voor een Frans windmolenpark vlak voor de Belgische kust, en de inplanting van 80 molens net achter de kustlijn. Vanaf volgende zondag gaat zijn column enkele weken in zomerreces.

De Westkust staat terecht in rep en roer om te protesteren tegen de komst van 46 offshore windmolens van 300 meter hoog op amper 10 km van de kustlijn aan de Frans-Belgische grens in De Panne. Ironie van ’t lot: 20 km verder staat de grootste kerncentrale van Frankrijk, in Duinkerke. Groene hypocrisie kent echter geen grenzen. Terwijl onze politici roeptoeteren dat de inplanting van die ‘Eiffeltorens’ niet kan, worden plannen ontwikkeld om in het hinterland van onze eigen kust, op een boogscheut van het strand, een metalen muur van 80 windmolens van elk 225 meter hoog neer te planten, van Jabbeke tot De Panne.

Van de windmolenboeren lust ik geen eieren.

Die klimaatminaretten ter ere van de groene religie zullen bijna drie keer zo hoog zijn als het Brugse Belfort. De windboeren zijn al op jacht naar grond om er een windmolen op neer te poten. Voor een morzel landbouwgrond van één hectare, wordt er nu in de kustzone langs de E40 al vlug 150.000 euro geboden (drie tot vier keer de marktprijs). Wie een lapje grond bezit in de periferie van de E40 tussen Jabbeke en Veurne, heeft met de komst van de driearmige bandieten de jackpot gewonnen. Meestal wordt de pachter-boer er niet rijker van, maar de grootgrondbezitter wel. Slimmeriken verkopen echter niet, maar verpachten hun grond aan de windboeren. Ze krijgen jaarlijks tot 40.000 euro per megawattuur-vermogen van de turbine, en een premie van 60.000 euro bij de aanvang van de bouw ervan. De windboeren van het consortium Aspiravi-Engie & Elicio bieden er tegen elkaar meedogenloos op. Door het systeem van de groenestroomcertificaten is wind en lucht verkopen een lucratieve business. Elicio is het restantje van de oplichtersbende Electrawinds. Engie is onze Franse elektriciteitsmonopolist, en Aspiravi is een groenestroomintercommunale. 35% van haar kapitaal wordt bijvoorbeeld geleverd door de gemeentelijke holding Efin. Hun directiecomités zijn vermengd met ambetantenaren en politici.

Van de windmolenboeren lust ik geen eieren.

Voor de ecomolochen gelden de normale regels van ruimtelijke ordening niet. Metalen monsters met polyester wieken worden neergepoot in agrarisch gebied met landschappelijke waarde. Een groot deel van het geplande windmolenpark langs de E40 ligt op minder dan 15 kilometer van de Oostendse luchthaven. In die zone mag er geen hoogbouw uitstijgen om het radarverkeer van de vliegtuigbewegingen niet in gevaar te brengen. Groene nood mag echter de veiligheidswetten breken. Volgens Bart Bode van de Vlaamse Windenergie Associatie (VWEA) heeft de Vlaamse regering al zes miljoen euro uitgetrokken om de software van de radarinstallaties te veranderen. Veiligheid als bijzaak, de groene kolder in de kop of een klap van de molenwiek? Ze hebben liever kerosine in hun soep en een vliegtuig op hun dak dan hun tuin zonder windmolen.

De zorg voor natuur en milieu staat meer en meer haaks op de verzuchtingen van de groene deugelite. De natuur en de omgeving worden eerder slachtoffer van hun veroveringsdrang dan dat ze er door gered worden. Om dezelfde hoeveelheid energie te produceren nemen zonneweiden bijvoorbeeld 450 keer meer land in beslag dan een kerncentrale, en windparken 700 keer meer dan een gascentrale. Afhankelijk van het aantal vollast-uren (dat is één uur waarin de molen op vol vermogen heeft gedraaid), de hoogte van de windmolen en de lengte van de rotorbladen, heb je voor de vervanging van een capaciteit van 1 gigawatt kernenergie tussen de 400 en 800 windmolens nodig, en daar bovenop nog 1 gigawatt back-up aan gascentrales. Er staan nu 573 klimaatminaretten in Vlaanderen, op naar een metalen woud. Hun rendement is daarenboven dan nog onstabiel en oncontroleerbaar. Bij hevige wind (zoals bij de stormen Ciara en Dennis) is er soms zoveel elektriciteit beschikbaar op het net dat grootverbruikers betaald worden om stroom te verbruiken (eigenlijk vernietigen); wat geproduceerd wordt moet immers per direct opgebruikt worden. Maar meestal is het omgekeerd: in 2018 moest België voor 1,2 miljard euro aan elektriciteit kopen in het buitenland. De Denen zijn windmolenkampioen. Ze exporteren 40% van hun windstroom (surplus) naar Noorwegen om het daar in stuwmeren op te slaan. Daarvoor moeten ze betalen, en dan nog een tweede keer om het aan marktprijs terug te kopen.

De Deense stroomprijs is de groenste maar de duurste van Europa. Duitsland is tweede: 28.000 windturbines met een capaciteit van 57.000 MW en 46.000 MW aan zonnepanelen moeten de vervuilende bruinkoolcentrales compenseren en kernenergie vervangen. Wij volgen qua stroomprijs op een molenwiekje afstand. Maar ook in Duitsland oogsten de windmolens storm en heerst er een windmolencrisis. De energietransitie heeft er het afgelopen decennium jaarlijks 32 miljard euro gekost. Op het platteland groeit de weerstand tegen hernieuwbare energie ondertussen met de dag. Een rechtbank besliste dat de metalen pylonen enkel nog op een afstand van minimum 10 maal de tiphoogte van de molen mogen geplaatst worden in plaats van de vroegere 500 meter. Een monster van 225 meter moet een afstand van 2,25 km van een woonhuis in acht nemen. Horizonvervuiling, slagschaduw en zoevende geluidsoverlast van de wieken verpesten immers de levenskwaliteit van de omwonenden, en zorgen voor waardeverlies van hun huizen en hun habitat.

Hier, te Vlaamse lande, mogen “NV Groen Janneke en Mieke” bij wijze van sprekn een windmolen aan je voordeur neerpoten, afstand is geen norm meer, alleen eventuele geluidsoverlast als het 48 decibel overschrijdt. Als die stroboscopen, die 8 uur slagschaduw per jaar en 30 min. per dag mogen produceren, omvallen, mogen de wieken je dak doorklieven. Om de groene poen is het te doen.

Uit de gegevens van de VREG blijkt dat 80% van de groene stroom die in Vlaanderen verkocht wordt, niet uit Vlaanderen afkomstig is. Die stroom wordt kunstmatig vergroend door de aankoop van certificaten uit het buitenland. Van de resterende 20% is de helft afkomstig uit de verbranding van biomassa, zoals houtpallets. Daarvan kun je het groene gehalte ook nog in vraag stellen. Sjoemelstoom wordt hier als een aflaat verkocht met een leurhandel in groenestroomcertificaten. 90% van onze groene stroom draagt niets bij aan de verduurzaming van de energieopwekking in Vlaanderen. Ons land betaalde afgelopen week 18,5 miljoen euro voor groene stroom uit Finland, waar ironisch genoeg, op Olkiluoto, een nieuwe kerncentrale in aanbouw is.

Het Europees Hof van Justitie heeft eind juni 2020 de Vlaamse milieuregels voor vergunningen van windmolens getorpedeerd, omdat ze strijdig zijn met de EU-regels over milieu-effectrapportering. Diegenen die de plattelanders het NIMBY-syndroom verwijten zijn de City Slickers, de draagvaders en gluttenmoeders die eenmaal per week met hun kroost afdalen uit hun loft en naar het achterland uitrijden om de bomen te knuffelen en luisteren naar de stilte bij een glas linksgedraaide karnemelk. De megalomane plannen voor een CO2 – vrij Europa hebben lak aan alle economische wetten en negeren onwelvallige wetenschap. Windmolens, een middeleeuwse techniek met een onbetrouwbaar rendement van een fietsdynamo, ruïneren ondertussen het landschap. De rekeningen van de verdwazing worden door de argeloze burger opgehoest.

In het Vlaams Regeerakkoord staat dat de vergunningen voor het plaatsen van windmolens in de toekomst tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeentebesturen zullen behoren. Hopelijk jaagt minister Zuhal Demir die wet zo vlug mogelijk door het parlement om die ineffectieve, onrendabele, natuur- en milieuverwoestende waanzin te stoppen. Laat ze ver op zee maar lustig draaien op het ritme van de zuidwestenwind. Langs onze kustlijn werd door de immobiliënmaffia na WO II al een afschuwelijke betonnen Atlantic Wall opgetrokken, met als alibi de popularisering van het massatoerisme. Op de daken van de duizenden appartementsgebouwen aan de zeedijk zou men horizontale windtrommels kunnen installeren van amper een vijftal meter hoog met digitale meters. Maar van mijn zicht op zee en mijn vlakke Vlaanderenland moeten ze afblijven. “Mon plat pays qui est le mien” Mooier dan de bard Jacques Brel kan ik het niet verwoorden, laat staan bezingen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content