Wim Van der Donckt

‘Vakbonden willen de niet-werkenden opsluiten in een gouden kooi’

Wim Van der Donckt Federaal parlementslid N-VA

Wim Van der Donckt, federaal parlementslid voor N-VA is niet mals voor de aangekondigde acties van de socialistische vakbond ABVV. Hij vraagt zich af of de vakbonden in hun huidige vorm nog wel een rol kunnen spelen. ‘Ze moeten mee evolueren om in staat te zijn opnieuw de stem van het werkende volk te worden’, klinkt het.

Wie de leef- en werkomstandigheden van de gewone burger van 100 jaar geleden vergelijkt met die van vandaag, kan niet anders dan vaststellen dat er een enorme vooruitgang is geboekt. Deze sprong voorwaarts gebeurde door de ondernemingslust en ijver van onze voorouders maar ook in belangrijke mate dankzij de inspanningen van sociaal geïnspireerde partijen en vakbonden. Minimumlonen, vijfdagenweek, werkloosheids- en ziekte-uitkeringen … waren allemaal verzuchtingen die op een moment van de geschiedenis gerechtvaardigd waren. De verdienste daarbij van de vakbonden zijn onmiskenbaar en verdienen applaus.

Maar vandaag stelt zich de vraag of de staking – die alweer tienduizenden pendelaars gijzelt en een deel van de openbare dienstverlening lamlegt – wel rechtmatig is. Het antwoord op die vraag is negatief, het is immers een pertinent politieke staking gericht tegen de democratische verkozen regering.

Duurzaam toekomstperspectief

De vakbonden moeten het primaat van de politiek en de democratie aanvaarden. De politiek neemt maatregelen in het algemeen belang, na overleg met alle betrokken actoren en is gelegitimeerd door verkiezingen. De vakbonden daarentegen verdedigen een partieel belang, op basis van een vermeende getalsterkte.

‘Vakbonden willen de niet-werkenden opsluiten in een gouden kooi’

Wim Van der Donckt, federaal parlementslid N-VA

Vakbonden zullen dit alles ontkennen. Precies door dat te doen, bewijzen ze een gemis aan een overtuigende analyse van de sociaaleconomische ontwikkelingen in de afgelopen decennia en het onvermogen om hierop een passend antwoord te geven. Vakbonden houden dus vast aan een status quo- en jagen de bevolking dan ook vooral angst aan over het verlies van wat zij hebben – in plaats van een duurzaam toekomstperspectief te bieden.

Vakbonden willen de voorrechten van de werkenden volledig vrijwaren en de niet-werkenden opsluiten in een gouden kooi van onveranderlijke werkloosheidsuitkeringen, (brug)pensioenregelingen, deactiverende bijstandsuitkeringen met tal van werkloosheids- en inkomensvallen, zonder voldoende oog te hebben voor de toekomst en/of stil te staan bij de financiële gevolgen voor de komende generaties.

Vakbonden dienen bewust te worden van het feit dat de samenleving, de arbeidsmarkt, de arbeidsrelaties en het arbeidsrecht in constante verandering zijn Ze moeten tot het besef te komen dat de maatschappelijke veranderingen niet louter het gevolg van laagconjunctuur zijn, maar dat er meer aan de hand is …

Belgische ziekten

Vakbonden genieten ook van een aantal Belgische ziekten. In geen enkel land ter wereld betalen de vakbonden de werkloosheid uit; men zou haast denken dat ze belang hebben bij een grote werkloosheid omwille van financiële- en machtsbelangen. In welk normaal land betalen de overheid en de werkgevers een deel van het vakbondslidgeld terug aan de gesyndiceerden? Waarom is het lidgeld fiscaal aftrekbaar? Waarom zijn enkel de drie gekleurde vakbonden representatief? Waarom is er geen plaats voor neutrale, onafhankelijke vakbonden?

En waarom werd de hoge representativiteitsvoorwaarde van minstens 50.000 leden ingevoerd? Waarom zijn de vakbonden louter feitelijke verenigingen en hebben ze geen rechtspersoonlijkheid? Hebben de vakbonden nog wel een rol te spelen in het beheer van de sociale zekerheid en de diverse beheerscomités, en als betalingsinstellingen?

De vakbonden moeten weg van het beeld dat de vakbond louter gevestigde belangen verdedigt en vertegenwoordigt.

Mogen we stellen dat met de realisatie van de welvaarts- en verzorgingsstaat het voornaamste deel van de zending van de vakbonden is voltooid? Staat de legitimiteit van de vakbonden als vertegenwoordiger van werkend België niet sterk onder druk? Is hun aantrekkingskracht niet geslonken, omdat lidmaatschap van een vakvereniging nog weinig meerwaarde oplevert en geen noodzaak is om gelukkig te zijn in een job?

Heruitvinden

In ieder geval moeten de vakverenigingen zichzelf heruitvinden of ze zullen niet langer de behoeder zijn van het veiligstellen van de werknemersbelangen. Ze moeten mee evolueren om in staat te zijn opnieuw de stem van het werkende volk te worden. De vakbonden moeten weg van het beeld dat de vakbond louter gevestigde belangen verdedigt en vertegenwoordigt. Ze moeten ruimte geven aan het voortschrijdend inzicht van de pijlsnel veranderende samenleving en zich meer richten op de toekomst, op de nieuwe welvaartsstrategie, op de gewijzigde arbeidsmarkt … en zich ver van de politiek houden.

Zolang de vakverenigingen hun pijlen blijven richten op het regeringsbeleid en niet inzien dat zij – in creatie van welvaart en welzijn voor iedereen – juist bondgenoten moeten zijn van de regering én de werkgevers, kunnen we terecht stellen dat de vakbonden in hun huidige constellatie een anachronisme zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content